Veeltepelmuis
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Muridae |
---|---|
Subfamilie | Mastomys natalensis |
Genus | Mastomys |
Soort | Mastomys natalensis |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 15-98 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 1-2 jaar |
IUCN-status | “Least Concern” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse F
Bij de veeltepelmuis is een zeer hoog-risico zoönotisch pathogeen aangetoond. Daarnaast zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze reden valt de veeltepelmuis onder “risicoklasse F”.
Samenvatting beoordeling van de veeltepelmuis
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Fok | Wildvang | Toelichting |
---|---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | XF (zeer hoog risico) | Bij de veeltepelmuis is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. aangetoond waardoor de veeltepelmuis alleen in geval van wildvang direct onder risicoklasse F valt. Ook zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen rabiësvirus en Yersinia pestis aangetoond. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. | |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De veeltepelmuis is aangepast aan een tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X |
|
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Fok | Wildvang | Toelichting |
---|---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | XF (zeer hoog risico) | Bij de veeltepelmuis is het zeer hoog-risico zoönotische pathogeen Leptospira spp. (Mgode et al., 2015) aangetoond waardoor de veeltepelmuis alleen in geval van wildvang direct onder risicoklasse F valt. Daarnaast zijn de hoogrisico zoönotische pathogenen rabiësvirus en Yersinia pestis (Borremans et al., 2014) aangetoond. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van veeltepelmuizen (Denys et al., 2017) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De veeltepelmuis is een omnivoor (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De veeltepelmuis heeft geen hypsodonte gebitselementen (Denys et al., 2017; Lacher et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | De veeltepelmuis is nachtactief en heeft de meeste activiteit tijdens de eerste helft van de nacht (Denys et al., 2017; Mohr et al., 2003). Het spijsverteringssysteem is aangepast aan een generalistisch omnivoor dieet en de veeltepelmuis doet aan larderhoarden (Leirs, 2013; Scholtz, 2008). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V4 | Het dieet van veeltepelmuizen bestaat uit zaden, bladeren, stengels van grassen en struiken, insecten en aas (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | Veeltepelmuizen hebben een home range van 1 km2 (Denys et al., 2017). Er is sprake van overlap tussen home ranges en veeltepelmuizen vertonen geen territoriaal gedrag (Borremans et al., 2014; Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R2 | X | Veeltepelmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen (Coetzee, 1975; Denys et al., 2017; Jackson & van Aarde, 2004). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | De veeltepelmuis is een behendige vluchter (Perrin et al., 2001). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Veeltepelmuizen gebruiken zelf gegraven holen (Coetzee, 1975; Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor veeltepelmuizen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Veeltepelmuizen leven in een tropisch en subtropisch klimaat (Denys et al., 2017; Schultz, 2005). De gemiddelde temperatuur in een subtropisch klimaat ligt in de koudste maanden normaal gesproken niet onder de 5 °C, maar in uitzonderlijke gevallen kan in de koudste maanden de gemiddelde temperatuur op 2 °C liggen in meer continentale gebieden. De absolute minimumtemperatuur in de winter kan gedurende korte periodes sterk afnemen tot onder het vriespunt. De gemiddelde temperatuur ligt in de warmste maanden boven de 18 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslag ligt tussen de 1000-1500 mm (Schultz, 2005). De veeltepelmuis is aangepast aan een tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat veeltepelmuizen nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Denys et al., 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | De veeltepelmuis is jaarrond actief (Choate, 1972). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Veeltepelmuizen hebben een polygame en groepsgewijze leefwijze (Borremans et al., 2014; Coetzee, 1975). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | X | Veeltepelmuizen leven in groepen, waarin sommige mannetjes zich vaker voortplanten dan anderen (Coetzee, 1975; Perrin et al., 2001). Er is sprake van een dominantiehiërarchie met lineaire kenmerken (Borremans et al., 2014). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | X | Veeltepelmuizen hebben een postpartum oestrus. Het interval tussen geboortes is circa 28 dagen. Vrouwtjes zijn 21-22 dagen drachtig en krijgen per worp gemiddeld 10-12 jongen, maar kunnen tot 23 jongen per nest krijgen (Denys et al., 2017). Veeltepelmuizen hebben een paarseizoen dat gerelateerd is aan regenval (Leirs et al., 1993). Veeltepelmuizen hebben een grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Verwijzingen
Borremans, B., Hughes, N. K., Reijniers, J., Sluydts, V., Katakweba, A. A. S., Mulungu, L. S., Sabuni, C. A., Makundi, R. H. & Leirs, H. (2014). Happily together forever: temporal variation in spatial patterns and complete lack of territoriality in a promiscuous rodent. Population Ecology. 56. 109-118.
Choate, T. (1972). Behavioural studies on some Rhodesian rodents. Zoologica Africana. 7(1). 103-118.
Coetzee, C. (1975). The biology, behaviour, and ecology of Mastomys natalensis in southern Africa. Bulletin of the World Health Organization. 52. 637-644.
Denys, C., Taylor, P., Burgin, C., Aplin, K., Fabre, P.-H., Haslauer, R., . . . Menzies, J. (2017). Family MURIDAE (TRUE MICE AND RATS, GERBILS AND RELATIVES). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 536-886). Barcelona: Lynx Edicions.
Granjon, L. (2016). Mastomys natalensis (errata version published in 2017). The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: https://www.iucnredlist.org/species/12868/115107375
Jackson, T. & van Aarde, R. (2004). Do Mastomys natalensis pups develop more quickly than M. coucha pups? African Zoology. 39(1). 153-156.\
Lacher Jr., T., Murphy, W., Rogan, J., Smith, A. & Upham, N. (2016). Evolution, phylogeny, ecology and conservation of the Clade Glires: Lagomorpha and Rodentia. In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 6. Lagomorphs and Rodents I (pp. 15-28). Barcelona: Lynx Edicions.
Leirs, H. (2013). Mastomys natalensis Natal Multimammate Mouse (Natal Mastomys). In D. Happold, Mammals of Africa. Volume III: Rodents, Hares and Rabbits (pp. 379-388). London: Bloomsbury Publishing.
Leirs, H., Verhagen, R. & Verheyen, W. (1993). Productivity of different generations in a population of Mastomys natalensis rats in Tanzania. Oikos. 68. 53-60.
Mgode, G. F., Machang'u, R. S., Mhamphi, G. G., Katakweba, A., Mulungu, L. S., Durnez, L., Leirs, H., Hartskeerl, R. A. & Belmain, S. R. (2015). Leptospira Serovars for Diagnosis of Leptospirosis in Humans and Animals in Africa: Common Leptospira Isolates and Reservoir Hosts. PLoS Neglected Tropical Diseases. 9(12). e0004251.
Mohr, K., Vibe-Petersen, S., Jeppesen, L. L., Bildsøe, M. & Leirs, H. (2003). Foraging of multimammate mice, Mastomys natalensis, under different predation pressure: cover, patch-dependent decisions and density-dependent GUDs. OIKOS. 100(3). 459-468.
Perrin, M., Ercoli, C. & Dempster, E. (2001). The role of agonistic behaviour in the population regulation of two syntopic African grassland rodents, the striped mouse Rhabdomys pumilio (Sparrman 1784) and the multimammate mouse Mastomys natalensis (A. Smith 1834) (Mammalia Rodentia). Tropical Zoology. 14(1). 7-29.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Scholtz, R. (2008). Small mammal community structure (Rodentia: Muridae) in Punda Maria, Kruger National Park, South Africa: causes and consequences. Honours Dissertation. University of Cape Town.