Vierteenrenmuis
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Dipodidae |
---|---|
Subfamilie | Allactaginae |
Genus | Allactaga (Scarturus) |
Soort | Allactaga tetradactylus |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 48-56 g |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | Minder dan 2 jaar. |
IUCN-status | “Data Deficiënt” Voorheen “Vulnerable” |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse D
Bij de vierteenrenmuis zijn in drie risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” meerdere risicofactoren vastgesteld. Hierdoor valt de vierteenrenmuis in risicoklasse D.
Samenvatting beoordeling van de vierteenrenmuis
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Op genusniveau zijn Coxiella burnetii, Yersinia pestis en het Crimean-Congo hemorrhagic fever virus aangetoond. Vanuit biologisch verwantschap en het feit dat dit multi-species zoönoseverwekkers zijn die voorkomen in het leefgebied van de vierteenrenmuis, leidt dit alleen in geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicocategorie. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X |
|
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X |
|
Sociaal gedrag | In deze risicocategorie zijn geen risicofactoren van toepassing. |
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Het leefgebied van de vierteenrenmuis en Allactaga euphratica en A. sibirica komen niet overeen. Alleen de biologische vatbaarheid is dus relevant, maar Coxiella burnetii (Kaplan & Bertagna, 1955; Klemmer et al., 2018), Yersinia pestis (WHO, 2016) en Crimean-Congo hemorrhagic fever virus (CDC, 2014) zijn multi-species zoönoseverwekkers die voorkomen in Noordoost-Libië en Noord-Egypte (Gerrie & Kennerley, 2016). Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van vierteenrenmuizen is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De vierteenrenmuis is een omnivoor (el-Salkh et al., 2008).. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | X | De vierteenrenmuis heeft hypsodonte kiezen en elodonte snijtanden (Ma et al., 2017; Michaux & Shenbrot, 2017; Shahin, 1999). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V3 | X | Vierteenrenmuizen leven in woestijnen en zoutmoerassen, en eten kleine voedsel-items, zoals insecten en zaden, die een disperse verspreiding hebben (Michaux & Shenbrot, 2017; elSalkh et al., 2008). Aanverwante soorten met overeenkomsten in ecologie binnen hetzelfde genus (Scarturus) hebben een home range van 0,82-40 ha en moeten derhalve langdurig foerageren (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van vierteenrenmuizen bestaat uit zaden, groene vegetatie en insecten (el-Salkh et al., 2008). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het home range gebruik van de vierteenrenmuis. Home ranges binnen het genus (Scarturus) zijn 0,81-40 ha afhankelijk van de populatiedichtheid. Vierteenrenmuizen hebben net als andere Dipodidae geen gespecialiseerde geurklieren, maar gebruiken wel geurmarkering. Home ranges overlappen tussen, maar niet binnen de seksen en soortgenoten reageren agressief op elkaar (Michaux & Shenbrot, 2017). Strikt gescheiden home ranges duiden op patrouilleer- en/of markeergedrag, al is evidentie van deze gedragingen niet beschreven in de wetenschappelijke literatuur. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Vierteenrenmuizen gebruiken een afgezonderde nestplaats als dagrustplaats (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | X | Vierteenrenmuizen kunnen tijdens hun erratische vluchtreactie hoge snelheden halen en zijn in staat hoog te springen. Vanwege de dunne poten van de vierteenrenmuis is de kans op fracturen hoog (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R4 | X | Vierteenrenmuizen gebruiken uitsluitend zelf gegraven holen van 60-150 cm diep (Michaux & Shenbrot, 2017; Shahin, 2005). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor vierteenrenmuizen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X |
Vierteenrenmuizen leven in een droog tropisch en subtropisch klimaat (Gerrie & Kennerley, 2016; Schultz, 2005). In het droge tropische en subtropische klimaat ligt, op enkele regionale uitzonderingen na, de gemiddelde maandtemperatuur gedurende het hele jaar boven de 10 °C. In sommige gebieden daalt de gemiddelde maandtemperatuur van de koudste maand tot 5 °C. Gedurende 5-12 maanden per jaar ligt de gemiddelde temperatuur boven de 18 °C. De gemiddelde jaarlijkse neerslag varieert, maar is maximaal 500 mm (Schultz, 2005). De vierteenrenmuis is aangepast aan een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat vierteenrenmuizen nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | X | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over de aanwezigheid van een obligate winterslaap door vierteenrenmuizen. Aanverwante soorten binnen het genus (Scarturus) houden allemaal een obligate winterslaap (MacDonald, 1984; Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | Vierteenrenmuizen hebben een polygame leefwijze (Wolff & Sherman, 2007). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S2 | Vierteenrenmuizen leven solitair (Michaux & Shenbrot, 2017). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
S3 | Vrouwtjes zijn 25-42 dagen drachtig (Michaux & Shenbrot, 2017). Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over andere aspecten van de voortplanting van vierteenrenmuizen. Vierteenrenmuizen leven solitair. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Centers for Disease Control and Prevention. (2014, Februari 12). Outbreak Distribution Map. Opgeroepen op Oktober 19, 2020, van Centers for Disease Control and Prevention: https://www.cdc.gov/vhf/crimean-congo/outbreaks/distribution-map.html&n…;
El-Salkh, B., Zaki, Z., Basuony, M. & Khidr, H. (2008). Anatomical, Histological And Histochemical Studies On Some Organs Of True Desert Rodents In The Egyptian Habitats. The Egyptian Journal of Hospital Medicine. 33. 587-603.
Gerrie, R., & Kennerley, R. (2016). Allactaga tetradactyla. The IUCN Red List of Threatened Species 2016. Opgehaald van IUCN: 10.2305/IUCN.UK.2017-2.RLTS.T850A22201540.en
Kaplan, M. & Bertagna, P. (1955). The geographical distribution of Q fever. Bulletin of the World Health Organization. 16(5). 829-860.
Klemmer, J., Njeru, J., Emam, A., el-Sayed, A., Moawad, A. W., Henning, K., Elbeskawy, M. A., SauterLouis, C., Straubinger, R. K., Neubauer, H. & el-Diasty, M. M. (2018). Q fever in Egypt: Epidemiological survey of Coxiella burnetii specific antibodies in cattle, buffaloes, sheep, goats and camels. PLoS One. 13(2). e0192188.
Ma, H., Ge, D., Shenbrot, G., Pisano, J., Yang, Q. & Zang, Z. (2017). Hypsodonty of Dipodidae (Rodentia) with diet preferences and habitats. Journal of Mammalian Evolution. 24. 485-494. MacDonald, D. (1984). Jerboas. In D.
MacDonald, Encyclopedia of Mammals (pp. 683). New York: Facts on File Publications.
Michaux, J. & Shenbrot, G. (2017). Family DIPODIDAE (JERBOAS). In D. Wilson, T. Lacher Jr. & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World. Vol. 7. Rodents II (pp. 62-102). Barcelona: Lynx Edicions.
Schultz, J. (2005). The Ecozones of the World. Berlin: Springer Verlag.
Shahin, A. (1999). A comparative study of the molar and soft palate characters of the genera Allactaga and Jaculus (Mammalia: Rodentia) in Egypt. Zoology in the Middle East. 18(1). 17-32.
Shahin, A. (2005). Growth and maturation of metatarsals and their taxonomic significance in the jerboas Allactaga and Jaculus (Rodentia: Dipodidae). Acta Zoologica. 86. 81-90.
Wolff, J. & Sherman, P. (2007). Rodent Societies: An Ecological & Evolutionary Perspective. Chicago: The University of Chicago Press.
World Health Organization. (2016, Maart 15). Plague. Opgeroepen op Oktober 19, 2020, van World Health Organization: https://www.who.int/health-topics/plague#tab=tab_1