Vosmangoeste

Gepubliceerd op:
30 november 2023

Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Gilchrist et al., 2009; Taylor & Meester, 1993; Wilson & Reeder, 2005)
Familie Herpestidae
Subfamilie -
Genus Cynictis
Soort Cynictis pencillata
Gedomesticeerd Nee
Kruising Nee
Volwassen grootte
  • Kop-romp: 26,5-46 cm
  • Staart: 15-29,2 cm
Gewicht 715-900 g
Dieet Insectivoor/carnivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Zuid-Afrika, Lesotho, Zuid-Angola, Noord-Botswana, Namibië en West-Zimbabwe.
  • Habitat: Semi-aride en open gebieden.
Levensverwachting 15 jaar in gevangenschap.
IUCN-status "Least concern"
CITES Niet vermeld

Risicoklasse E

Bij de vosmangoeste zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de vosmangoeste in risicoklasse E.

Samenvatting beoordeling van de vosmangoeste

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).

Gezondheid mens
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) Bij de vosmangoeste is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.
Letselschade   De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing.

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Van toepassing Toelichting
Voedselopname X Vosmangoesten moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X
  • Vosmangoesten hebben een grote home range en vertonen territoriaal patrouilleer- en markeergedrag.
  • Vosmangoesten gebruiken een afgezonderde nestplaats.
  • Vosmangoesten gebruiken zelf gegraven holen.
Thermoregulatie X
  • De vosmangoeste is aangepast aan een subtropisch en een droog tropisch en subtropisch klimaat.
  • Vosmangoesten gebruiken speciale opwarmplaatsen.
Sociaal gedrag X Vosmangoesten hebben een lineaire dominantiehiërarchie.

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG1   Bij de vosmangoeste is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus (Brown, 2011; Nel et al., 2005; Taylor & Meester, 1993) aangetoond. Dit leidt alleen in het geval van wildvang tot een signalerende toepassing van deze risicofactor.

 

Letselschade
Risicofactor Van toepassing Toelichting
LG2   Op basis van de grootte van vosmangoesten (Gilchrist et al., 2009) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Van toepassing Toelichting
V1   De vosmangoeste is een carnivoor (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V2   De vosmangoeste heeft geen hypsodonte gebitselementen (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
V3 X Vosmangoesten spenderen 37% van hun actieve periode aan foerageren (Cavallini, 1993; Gilchrist et al., 2009). Vosmangoesten eten kleine voedsel-items, zoals insecten, andere arthropoda, en kleine gewervelden, die zij veelal op moeten graven (Gilchrist et al., 2009; Taylor & Meester, 1993). Vosmangoesten leggen dagelijks 3,2 km af (Cavallini & Nel, 1995). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
V4   Het dieet van vosmangoesten bestaat uit insecten zoals termieten, kever en sprinkhanen, knaagdieren, vogels, reptielen, amfibieën en spinachtigen. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Van toepassing Toelichting
R1 X Vosmangoesten hebben een home range van 102 ± 32 ha (Cavallini & Nel, 1995). Het dominante mannetje uit de groep patrouilleert elke dag langs de grenzen van zijn territorium en markeert deze (Earlé, 1981; Gilchrist et al., 2009). Vosmangoesten maken gebruik van latrines aan de grenzen van het groepsterritorium en nabij hun hol (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R2 X Vosmangoesten gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als nachtrustplaats (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R3   Bij gevaar clusteren vosmangoesten samen of vluchten zij hun hol in (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
R4 X Vosmangoesten gebruiken zelf gegraven holen (Gilchrist et al., 2009; Taylor & Meester, 1993). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
R5   Voor vosmangoesten zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Thermoregulatie
Risicofactor Van toepassing Toelichting
T1 X Vosmangoesten leven in een subtropisch en een droog tropisch en subtropisch klimaat (Gilchrist et al., 2009; Schultz, 2005). De gemiddelde temperatuur in een subtropisch klimaat ligt in de koudste maanden normaal gesproken niet onder de 5 °C. De absolute minimumtemperatuur in de winter kan gedurende korte periodes sterk afnemen tot onder het vriespunt. De gemiddelde maandelijkse temperatuur ligt in de warmste maanden boven de 18 °C, maar komt zelden boven de 20 °C uit. De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is maximaal 800-900 mm (Schultz, 2005). De vosmangoeste gebruiken holen om beschutting te zoeken tegen lage temperaturen (Earlé, 1981). De vosmangoeste is aangepast aan een subtropisch en een droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T2 X Vosmangoesten zonnebaden dagelijks ongeveer 90 minuten in de ochtend, alvorens zij gaan foerageren (Earlé, 1981; Taylor & Meester, 1993). Deze risicofactor is daarom van toepassing.
T3   Vosmangoesten zijn jaarrond actief (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Van toepassing Toelichting
S1   Vosmangoesten hebben een polygame leefwijze (Gilchrist et al., 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.
S2 X Vosmangoesten leven in groepen van meestal 3 of 4 dieren, soms oplopend tot 13 (Gilchrist et al., 2009). De groep heeft een dominant mannetje of paartje en verschillende hiërarchieën voor de ondergeschikte mannetjes en vrouwtjes, jongere dieren onderaan de hiërarchie (Earlé, 1981; Gilchrist et al., 2009; Taylor & Meester, 1993). Er is sprake van een lineaire dominantie-hiërarchie. Deze risicofactor is daarom van toepassing.
S3   Vrouwtjes kunnen na 1 jaar in oestrus zijn (Taylor & Meester, 1993) en kunnen 2 keer per jaar werpen (Gilchrist et al., 2009). Vrouwtjes krijgen per worp 1-5 jongen. Vosmangoesten hebben een paarseizoen van augustus tot en met januari of maart afhankelijk van de locatie (Gilchrist et al., 2009). Vosmangoesten hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

Verwijzingen

Brown, K. (2011). Mad dogs and meerkats: a history of resurgent rabies in Southern Africa (Vol. 58). Athens: Ohio University Press.

Cavallini, P. (1993). Activity of the Yellow mongoose Cynictis penicillata in a coastal area. Zeitschrift für Säugetierkunde, 58, 281-285.

Cavallini, P., & Nel, J. A. (1995). Comparative behaviour and ecology of two sympatric mongoose species (Cynictis penicillata and Galerella pulverulenta). Sout African Journal of Zoology, 30(2), 46-49. doi:10.1080/02541858.1995.11448371

Earlé, R. A. (1981). Aspects of the social and feeding behaviour of the yellow mongoose Cynictis penicillata (G. Cuvier). Mammalia, 45(2), 143-152.

Gilchrist, J., Jennings, A., Veron, G., & Cavallini, P. (2009). Family Herpestidae (Mongooses). In D. Wilson, & R. Mittermeier, Handbook of the Mammals of the World: Vol. 1. Carnivores (pp. 564-658). Barcelona: Lynx Edicions.

Jobbins, S. E., Sanderson, C. E., & Alexander, K. A. (2014). Leptospira interrogans at the human–wildlife interface in northern Botswana: a newly identified public health threat. Zoonoses and Public Health, 61(2), 113-123.

Mason, G. (1991). Stereotypies and suffering. Behavioural Processes, 25(2-3), 103-115.

Nel, L., Sabeta, C., von Teichman, B., Jaftha, J., Rupprecht, C., & Bingham, J. (2005). Mongoose rabies in southern Africa: a re-evaluation based on molecular epidemiology. Virus research, 109(2), 165-173. doi:10.1016/j.virusres.2004.12.003

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer.

Taylor, P. J., & Meester, J. (1993). Cynictis penicillata. Mammalian Species, 432, 1-7. doi:10.2307/3504293

Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/

Bent u tevreden over deze pagina?