Waterbuffel

Gepubliceerd op:
30 november 2023

De gedomesticeerde waterbuffel staat wel op de huis- en hobbydierenlijst.

De wilde waterbuffel staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.

Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.

Algemene informatie

Algemene informatie (Groves et al., 2011; Heinen & Kandel, 2006; Yearsley & PérezBarbería, 2005)
Familie Bovidae
Subfamilie Bovinae
Genus Bubalus
Soort Bubalus arnee bubalis (gedomesticeerde waterbuffel)
Bubalus arnee (wilde waterbuffel)
Gedomesticeerd

Gedomesticeerde waterbuffel: ja, waterbuffels worden vanaf de steentijd gehouden en gedomesticeerd (Zhang et al. 2020).  

Wilde waterbuffel: nee.

Kruising Nee
Volwassen grootte

Gedomesticeerde waterbuffel:

  • Kop-romp: 240-300 cm
  • Schofthoogte: 150-190 cm

Wilde waterbuffel:

  • Kop-romp: 240-300 cm
  • Staart: 60-100 cm
  • Schofthoogte: 150-190 cm
Gewicht

Wilde waterbuffel: 250-1200 kg

Gedomesticeerde waterbuffel: 250-1200 kg (m), 250-800 kg (v)

Dieet Herbivoor
Natuurlijke leefomgeving
  • Verspreiding: Tegenwoordig beperkt tot Noordoost-India, Zuid-Nepal, Noord-Myanmar, Zuid-Sri Lanka, West-Thailand en Cambodja. 
  • Habitat: Riviergebieden met moeras en aangrenzend grasland en bos tot 2800 m hoogte. 
Levensverwachting  25 jaar wild, 30 jaar gevangenschap 
IUCN-status  “Endangered” 
CITES Bijlage C (Bubalus arnee, Nepal)

Risicoklasse F

Gedomesticeerde waterbuffel: Gedomesticeerde waterbuffels zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de gedomesticeerde waterbuffel onder risicoklasse F. 

Wilde waterbuffels zijn in staat ernstige letselschade te veroorzaken bij de mens. Daarnaast zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Om deze redenen valt de wilde waterbuffel onder “risicoklasse F”. 

Samenvatting beoordeling van de gedomesticeerde waterbuffel en de wilde waterbuffel

Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (X). Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).  

Gezondheid mens
Risicocategorie Gedomesticeerd Wild Toelichting
Zoönosen ! (signalerend) ! (signalerend) Bij waterbuffels zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium tuberculosis complex, Coxiella burnetii, Chlamydia abortus, Leptospira interrogans, rabiësvirus, Rift Valley fever virus, Brucella abortus en Chlamydia abortus aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor voor zowel de gedomesticeerde waterbuffel als de wilde waterbuffel. 
Letselschade XF  XF Bij waterbuffels is er gevaar op zeer ernstig letsel bij de mens, waardoor de waterbuffel direct onder risicoklasse F valt. 

 

Gezondheid en welzijn dier
Risicocategorie Gedomesticeerd Wild Toelichting
Voedselopname X X
  • De waterbuffel heeft hypsodonte gebitselementen. 
  • Waterbuffels moeten dagelijks langdurig foerageren.
Ruimtegebruik/veiligheid X X
  • Waterbuffels gebruiken een beschutte verstopplaats.
  • Waterbuffels leven semi-aquatisch. 
Thermoregulatie X X
  • De waterbuffel is aangepast aan een tropisch klimaat.
  • Waterbuffels gebruiken speciale koel- en zoelplaatsen. 
Sociaal gedrag X X Waterbuffels hebben een dominantiehiërarchie met lineaire kenmerken. 

Beoordeling per risicofactor

Risico's voor de mens

Zoönosen
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
LG1 ! (signalerend) ! (signalerend) Bij waterbuffels zijn de hoog-risico zoönotische pathogenen Mycobacterium bovis (Barbosa et al., 2014; Cousins, 2001), Coxiella burnetii (Galay et al., 2020; Khademi et al., 2019; Perugini et al., 2009), Chlamydia abortus (Greco et al., 2008; de Noronha Xavier et al., 2019), Leptospira interrogans (Adesiyun et al., 2009; Konrad et al., 2013; Martianelli et al., 2007; Olmo et al., 2019; Villanueva et al., 2016), het rabiësvirus (El-tholoth et al., 2015; Ito et al., 1999; Nagarajan et al., 2009; Swanepoel et al., 1993), het Rift Valley fever virus (Gür et al., 2017) en Brucella abortus (Diptee et al., 2007; Konrad et al., 2013; Megid et al., 2005) aangetoond. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor voor zowel de gedomesticeerde waterbuffel als de wilde waterbuffel.

 

Letselschade
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
LG2 XF XF

De gedomesticeerde waterbuffel weegt gemiddeld 1200 kg (m) of 800 kg (v) (Yearsley & Pérez-Barbería, 2005). De gedomesticeerde dieren hebben een volgzaam temperament, maar de stieren zijn nog steeds agressief naar mensen (Cockrill, 1977; Napolitano et al., 2013). Gedomesticeerde waterbuffels kunnen letsel veroorzaken met hun hoorns, door kopstoten en door vertrapping. Ze zijn in staat om mensen te doden (Byard, 2017; Napolitano et al., 2013). Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van gedomesticeerde waterbuffels, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de gedomesticeerde waterbuffel direct onder risicoklasse F valt.  

De wilde waterbuffel weegt 250-1200 kg en draagt lange, grote, puntige, laterale hoorns met een hoornspan tot ongeveer 120 cm. De hoorns worden als wapen gebruikt (Groves et al., 2011). Wilde waterbuffels kunnen mensen aanvallen en verwonden (Heinen & Kandel, 2006). Zulke aanvallen op de mens komen regelmatig voor (Acharya et al., 2016).  Gezien de grootte, morfologie en het gedrag van wilde waterbuffels, kunnen ze zeer ernstig letsel bij de mens veroorzaken, waardoor de wilde waterbuffel direct onder risicoklasse F valt. 

Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid

Voedselopname
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
V1     De waterbuffel is een grazer (Hofmann, 1989; Napolitano et al., 2013; Shrestha et al., 2020). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
V2 X X De waterbuffel heeft hypsodonte kiezen (Khan et al., 2009; Mendoza & Palmqvist, 2007). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
V3 X X

Gedomesticeerde waterbuffelkoeien spenderen 27-54% van de dag en gemiddeld 60% van de actieve tijd aan foerageren onder extensieve omstandigheden (Napolitano et al., 2013; Tsiobani et al., 2016).  

Wilde waterbuffels wisselen, zoals alle herkauwers, perioden van foerageren af met perioden van rust en herkauwen. Ze kunnen zowel dag- als nachtactief zijn (Groves et al., 2011). Om aan energiebehoeften te kunnen voldoen moeten grazende herkauwers betrekkelijk veel consumeren en besteden zij dagelijks enkele lange periodes aan foerageren om de grote pens, die is geoptimaliseerd voor de fermentatie van vezels, maximaal te vullen (Hofmann, 1989). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

V4    

Gedomesticeerde waterbuffels hebben een breder dieet dan ander rundvee (Napolitano et al., 2013). Wanneer begrazing niet mogelijk is, kunnen gedomesticeerde waterbuffels bijgevoerd worden met (bijproducten van) alfalfa, gerst, tarwe, rogge, haver, maïs, zonnebloemen en ander ruwvoer (Tsiobani et al., 2016).  

Het dieet van wilde waterbuffels bestaat uit grassen, zeggen, fruit, kruiden (waaronder waterplanten) en bast (Groves et al., 2011). Ze eten van een groot aantal plantensoorten (Shrestha et al., 2020). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Ruimtegebrek/veiligheid
Risicofactor Gedomesticeerd Wilde Toelichting
R1    

Gedomesticeerde waterbuffels in een nationaal park in Griekenland, onder enige invloed van een herder, verplaatsen zich gemiddeld over 6,9 km per dag. De langste afstanden worden afgelegd in juni (10,7 km per dag) en de kortste in september (2,9 km per dag). Het verplaatsen kan een kwart van de actieve tijd in beslag nemen en is onderdeel van het foerageergedrag (Tsiobani et al., 2016). 

Wilde waterbuffels vormen stabiele groepen die worden gedomineerd door een stier. Gezamenlijk verdedigt een groep een zoelplaats (Diptee et al., 2007). Verwilderde vrouwelijke waterbuffels in Australië hebben een home range van 1,7-10 km2. Wilde waterbuffels migreren niet. Uit gedetailleerd gedragsonderzoek is niet gebleken dat waterbuffels langs de grenzen van hun territorium patrouilleren of markeren (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

R2 X X De jongen van waterbuffels gebruiken een beschutte verstopplaats (Murphey & Ruiz-Miranda, 1998). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
R3     Gedomesticeerde waterbuffelvrouwtjes nemen een defensieve houding aan bij tekenen van gevaar en vormen een cirkel om hun kalveren. Mannetjes lopen rondom de cirkel om agressors aan te vallen (Hoogesteijn & Hoogesteijn, 2008). Wilde waterbuffels vertonen hetzelfde defensieve gedrag als gedomesticeerde waterbuffels. Wilde waterbuffels lijken eerder mensen aan te vallen dan voor ze te vluchten (Acharya et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
R4     Waterbuffels gebruiken geen holen of kuilen (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
R5 X X Waterbuffels zijn semi-aquatische hoefdieren die morfologisch en anatomisch zijn aangepast aan het leven op modderig en moerasachtig terrein (Andrabi, 2014; Shafie, 1993). De talgklieren in de huid scheiden met grote activiteit een vettige stof (sebum) af, wat zich als smeermiddel over het lichaam verspreidt. Hierdoor kunnen waterbuffels gemakkelijker door het water en de modder glijden. Deze vettige stof zorgt er ook voor, tezamen met een dikke, verhoornde bovenste huidlaag, dat de huid geen water en opgeloste stoffen absorbeert (Shafie, 1993). Individuen spenderen de meeste tijd van hun leven in moerassen, rivieren en moddergaten (Groves et al., 2011). Gedomesticeerde waterbuffels spenderen veel tijd in water. Onder extensieve omstandigheden gehouden waterbuffels spenderen bij hoge temperaturen een groot gedeelte van de rustperiode in het water/de modder wanneer die mogelijkheid er is (Napolitano et al., 2013). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

 

Thermoregulatie
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
T1 X X

Gedomesticeerde waterbuffels worden sinds het einde van de 19e eeuw in Griekenland gehouden. Het Mediterrane klimaat wordt er gekarakteriseerd door hete, droge zomers (30˚C) en koude, natte winters (4˚C) met een gemiddelde jaarlijkse neerslag van 570 mm (Tsiobani et al., 2016). In gematigde klimaten leveren kille winden, tocht en koude regen fysiologische stress op voor gedomesticeerde waterbuffels (Cockrill, 1977).  De gedomesticeerde waterbuffel is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing.

Wilde waterbuffels leven in een tropisch klimaat (Groves et al., 2011; Kaul et al., 2019; Schultz, 2005). De gemiddelde minimumtemperatuur in de tropische moerassen waar wilde waterbuffels voorkomen is 23 °C (met een uiterste minimumtemperatuur van 10 °C) en de gemiddelde maximumtemperatuur is 33 °C (met een uiterste maximumtemperatuur van 43 °C). De gemiddelde jaarlijkse neerslaghoeveelheid is 500-4000 mm en de gemiddelde luchtvochtigheid is 60%, fluctuerend tussen 40-90% (Kaul et al., 2019; Meteoblue, 2021; Schultz, 2005). Waterbuffels gedijen goed onder hete, vochtige omstandigheden (Shafie, 1993). Ze hebben een dunne vacht, wat warmteverlies vergemakkelijkt en hebben weinig zweetklieren om waterverlies tegen te gaan in een heet en droog klimaat (Napolitano et al., 2013). De sebum op de huid werkt bij hoge temperaturen als natuurlijke zonnebrandmiddel die de zonnestraling reflecteert (Shafie, 1993).  De wilde waterbuffel is aangepast aan een tropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. 

T2 X X Gedomesticeerde waterbuffels die onder extensieve omstandigheden in Italië worden gehouden, spenderen een groot gedeelte van de rustperiode in een zoelplaats wanneer die aanwezig is. Zoelen wordt naast een efficiëntere thermoregulatie ook geassocieerd met een betere huidverzorging door de waterbuffels zelf. Gedomesticeerde waterbuffelkoeien met een koel- en zoelplaats hebben een hogere reproductie (Napolitano et al., 2013). Wanneer gedomesticeerde waterbuffels zoel- en koelplaatsen worden ontnomen zijn ze kwetsbaar voor hittestress wat kan resulteren in een slechtere productie (Andrabi, 2014). Zoelen bij gedomesticeerde waterbuffels in Griekenland werd geobserveerd van mei t/m oktober, maar niet gedurende de koude, natte wintermaanden (Tsiobani et al., 2016). Wilde waterbuffels hebben weinig zweetklieren en kunnen slecht tegen hitte. Ze zijn daarom afhankelijk van water en modder voor een efficiënte thermoregulatie in het tropische gebied waar ze voorkomen. Individuen wentelen zich in de modder waardoor het hele lichaam met modder bedekt raakt, wat het lichaam beschermt tegen thermische stress en insectenbeten (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
T3     Waterbuffels zijn jaarrond actief (Groves et al., 2011; Tsiobani et al., 2016). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing.

 

Sociaal gedrag
Risicofactor Gedomesticeerd Wild Toelichting
S1     Waterbuffels hebben een polygame leefwijze (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 
S2 X X Gedomesticeerde waterbuffels die onder extensieve omstandigheden worden gehouden stellen een dominantiehiërarchie vast in de kudde. In kleine groepen ontstaan snel lineaire dominantierelaties. Stieren hebben de hoogste dominantieposities (Napolitano et al., 2013). Wilde waterbuffels vormen kuddes van gemiddeld 10 individuen groot. Een volwassen stier en een dominante koe leiden de andere koeien en diens nakomelingen in de kudde gedurende het jaar. Andere volwassen stieren leven solitair of in bachelorgroepen. Wanneer de bronst nabij is dagen de bachelors haremhoudende stieren uit voor het dek-recht. Dominantie tussen dekkende stieren wordt bepaald door middel van hoorngevechten (Groves et al., 2011). Deze risicofactor is daarom van toepassing. 
S3     Vrouwtjes zijn vanaf 1,5-2 jaar geslachtsrijp en kunnen één keer per twee jaar werpen. Vrouwtjes zijn 300-340 dagen drachtig en krijgen per worp 1-2 jongen. In gevangenschap komen tweelingen voor. Waterbuffels kunnen zich jaarrond voortplanten. In gebieden waar een sterk verschil is tussen het droge en regenseizoen, is de voortplanting meer seizoensgebonden (Groves et al., 2011). Waterbuffels hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. 

Verwijzingen

Acharya, K. P., Paudel, P. K., Neupane, P. R. & Köhl, M. (2016). Human-wildlife conflicts in Nepal: patterns of human fatalities and injuries caused by large mammals. PLoS ONE. 11(9). e0161717. 

Adesiyun, A. A., Hull-Jackson, C., Clarke, N., Whittington, C. & Seepersadsingh, N. (2009). Leptospirosis in water buffalo (Bubalus bubalis) in Trinidad. Veterinarski Arhov. 79(1). 77-86. 

Andrabi, S. M. (2014). 14 Applied andrology in water buffalo. In P. J. Chenoweth, & S. P. Lorton, Animal andrology: theories and applications (pp. 380-403). CAB International. 

Barbosa, J. D., Da Silva, J. B., Rangel, C. P., Da Fonseca, A. H., Silva, N. S., Bomjardim, H. A. & Freitas, N. F. (2014). Tuberculosis prevalence and risk factors for water buffalo in Pará, Brazil. Tropical Animal Health and Production. 46. 513-517. 

Byard, R. W. (2017). Causes and mechanisms of death in fatal water buffalo attacks. Journal of Forensic Sciences. 62(4). 934-936. 

Cockrill, W. R. (1977). The water buffalo. Journal of the American Association of Bovines Practitioners. 12. 92-98. 

Cousins, D. V. (2001). Mycobacterium bovis infection and control in domestic livestock. Revue Scientifique et Technique (International Office of Epizootics). 20(1). 71-85. 

Diptee, M. D., Asgarali, Z., Campbell, M., Fosgate, G. & Adesiyun, A. A. (2007). Post-exposure serological and bacteriological responses of water buffalo (Bubalus bubalis) to Brucella abortus biovar 1 following vaccination with Brucella abortus strain RB51. Revue Scientifique et Technique. 26(3). 669678. 

El-Tholoth, M., El-Beskawy, M. & Hamed, M. F. (2015). Identification and genetic characterization of rabies virus from Egyptian water buffaloes (Bubalus bubalis) bitten by a fox. VirusDisease. 26(3). 141146. 

Galay, R. L., Talactac, M. R., Ambita-Salem, B. V., Chu, D. M., dela Costa, L. M., Salangsang, C. M., Caracas, D. K. B., Generoso, F. H., Babelonia, J. A., Vergano, J. L., Berana, L. C., Sandalo, K. A. C., Divina, B. P., Alvarez, C. R., Mago, E. R., Andoh, M. & Tanaka, T. (2020). Molecular detection of Rickettsia spp. and Coxiella burnetii in cattle, water buffalo, and Rhipicephalus (Boophilus) microplus ticks in Luzon Island of the Philippines. Tropical Medicine and Infectious Disease. 5(54). 1-11.

Greco, G., Corrente, M., Buonavoglia, D., Campanile, G., Di Palo, R., Martella, V., Bellacicco, A. L., D’Abramo, M. & Buonavoglia, C. (2008). Epizootic abortion related to infections by Chlamydophila abortus and Chlamydophila pecorum in water buffalo (Bubalus bubalis). Theriogenology. 69. 1061-1069. 

Groves, C. P., Leslie Jr., D. M., Huffman, B. A., Valdez, R., Habibi, K., Weinberg, P. J., Burton, J. A., Jarman, P. J. & Robichaud, W. G. (2011). Family Bovidae (Hollow-horned Ruminants). In D. E. Wilson & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world (pp. 444-779). Barcelona: Lynx Edicions. 

Gür, S., Kale, M., Erol, N., Yapici, O., Mamak, N. & Yavru, S. (2017). The first serological evidence for Rift Valley fever infection in the camel, goitered gazelle and Anatolian water buffaloes in Turkey. Tropical Animal Health & Prouction. 49(7). 1531-1535. 

Heinen, J. T. & Kandel, R. (2006). Threats to a small population: a census and conservation recommendations for wild buffalo Bubalus arnee in Nepal. Oryx. 40(3). 324-330. 

Hofmann, R. R. (1989). Evolutionary steps of ecophysiological adaptation and diversification of ruminants: a comparative view of their digestive system. Oecologia. 78. 443-457.  

Hoogesteijn, R. & Hoogesteijn, A. (2008). Conflicts between cattle ranching and large predators in Venezuela: could use of water buffalo facilitate felid conservation?. Oryx. 42(1). 132-138. 

Ito, N., Sungiyama, M., Oraveerakul, K., Piyaviriyakul, P., Lumlertdacha, B., Arai, Y. T., Tamura, Y., Mori, Y. & Minamoto, N. (1999). Molecular epidemiology of rabies in Thailand. Microbiology and Immunology. 43(6). 551-559. 

Kaul, R., Williams, A. C., Rithe, K., Steinmetz, R. & Mishra, R. (2019). Bubalus arnee. The IUCN Red List of Threatened Species 2019: e.T3129A46364616. 

Khademi, P., Ownagh, A., Mardani, K. & Khalili, M. (2019). Prevalence of Coxiella burnetii in milk collected from buffalo (water buffalo) and cattle dairy farms in Northwest of Iran. Comparative Immunology, Microbiology and Infectious Diseases. 67. 101368. 

Khan, M. A., Iqbal, M., Ghaffar, A. & Akhtar, M. (2009). Proamphibos (Bovini, Bovidae, Mammalia) from the Tatrot Formation in the Upper Siwaliks of Pakistan. The Journal of Animal & Plant Sciences. 19(2). 104-107.

Konrad, J. L., Campero, L. M., Caspe, G. S., Brihuega, B., Draghi, G., Moore, D. P., Crudeli, G. A., Venturini, M. C. & Campero, C. M. (2013). Detection of antibodies against Brucella abortus, Leptospira spp., and Apicomplexa protozoa in water buffaloes in the Northeast of Argentina. Tropical Animal Health and Production. 45(8). 1751-1756. 

Marianelli, C., Tarantino, M., Astarita, S., Martucciello, A., Capuano, F. & Galiero, G. (2007). Molecular detection of Leptospira species in aborted fetuses of water buffalo. Veterinary Record. 161. 310-312. 

Megid, J., Albert, D., Fagliari, J. J., Paes, A. C., Listoni, F. P., Pinto, M. R., Ribeiro, M. G., Thiébaud, M., Ueno, T. & Garin-Bastuji, B. (2005). Isolation of Brucella abortus from cattle and water buffalo in Brazil. Veterinary Record. 156. 147-148. 

Mendoza, M. & Palmqvist, P. (2007). Hypsodonty in ungulates: an adaptation for grass consumption or for foraging in open habitat? Journal of Zoology. 274. 134-142. 

Meteoblue. (2021). Uthai Thani, Thailand. Opgehaald van Meteoblue: https://www.meteoblue.com/en/weather/historyclimate/climatemodelled/uth…;

Murphey, R. M. & Ruiz-Miranda, C. R. (1998). Domesticated ruminant behavior. In G. Greenberg, & M. M. Haraway, Comparative Psychology (pp. 393-404). New York & London: Garland Publishing, Inc. 

Nagarajan, T., Nagendrakumar, S. B., Mohanasubramanian, B., Rajalakshmi, S., Hanumantha, N. R., Ramya, R., Thiagarajan, D. & Srinivasan, V. A. (2009). Phylogenetic analysis of nucleoprotein gene of dog rabies virus isolates from Southern India. Infection, Genetics and Evolution. 9. 976-982. 

Napolitano, F., Pacelli, C., Grasso, F., Braghieri, A. & de Rosa, G. (2013). The behaviour and welfare of buffaloes (Bubalus bubalis) in modern dairy enterprises. Animal. 7(10). 1704-1713. 

de Noronha Xavier, A., Alves do Nascimento, S., Ortega Sierra, T. A., Fernandes de Oliveira, P. R., Aparecido Mota, R. & Pinheiro Junior, J. W. (2019). Anticorpos anti-Chlamydia abortus e antiMycobacterium avium subsp. paratuberculosis em bubalinos no estado de Pernambuco, Brasil. Acta Scientiae Veterinariae. 47. 1693. 

Olmo, L., Reichel, M. P., Nampanya, S., Khounsy, S., Wahl, L. C., Clark, B. A., Thomson, P. C., Windsor, P. A. & Bush, R. D. (2019). Risk factors for Neospora caninum, bovine viral diarrhoea virus, and Leptospira interrogans serovar Hardjo infection in smallholder cattle and buffalo in Lao PDR. PLoS ONE. 14(8). e0220335. 

Perugini, A. G., Capuano, F., Esposito, A., Marianelli, C., Martucciello, A., Iovane, G. & Galiero, G. (2009). Detection of Coxiella burnetii in buffaloes aborted fetuses by IS111 DNA amplification: A preliminary report. Research in Veterinary Science. 87. 189-191. 

Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer. 

Shafie, M. M. (1993). Environmental effects on water buffalo production. World Animal Review FAO, 77, 21-25. 

Shrestha, T. K., Hecker, L. J., Aryal, A. & Coogan, S. C. (2020). Feeding preferences and nutritional niche of wild water buffalo (Bubalus arnee) in Koshi Tappu Wildlife Reserve, Nepal. Ecology and Evolution. 10(14). 6897-6905. 

Swanepoel, R., Barnard, B. J., Meredith, C. D., Bishop, G., Bruckner, G. K., Foggin, C. M. & Hubschle, O. J. (1993). Rabies in southern Africa. Onderstepoort Journal of Veterinary Research. 60. 325-346. 

Tsiobani, E. T., Yiakoulaki, M. D., Hasanagas, N. D., Menexes, G. & Papanikolaou, K. (2016). Water buffaloes grazing behaviour at the Lake Kerkini National Park, northern Greece. Hacquetia. 15(2). 133142.

Villanueva, M. A., Mingala, C. N., Gloriani, N. G., Yanagihara, Y., Isoda, N., Nakajima, C., Suzuki, Y. & Koizumi, N. (2016). Serological investigation of Leptospira infection and its circulation in one intensivetype water buffalo farm in the Philippines. Japanese Journal of Veterinary Research. 64(1). 15-24. 

Yearsley, J. M. & Pérez-Barbería, F. (2005). Does the activity budget hypothesis explain sexual segregation in ungulates? Animal Behaviour. 69(2). 257-267. 

Zhang, Y., L. Colli & J.S.F. Barker 2020. Asian water buffalo: domestication, history and genetics. Animal Genetics 51(2). https://doi.org/10.1111/age.12911 

Bent u tevreden over deze pagina?