Zadeljakhals
Dit dier staat niet op de huis- en hobbydierenlijst.
Hieronder leest u de beoordeling over dit dier.
Algemene informatie
Familie | Canidae |
---|---|
Subfamilie | - |
Genus | Canis |
Soort | Canis mesomelas |
Gedomesticeerd | Nee |
Kruising | Nee |
Volwassen grootte |
|
Gewicht | 5,9-12 kg |
Dieet | Omnivoor |
Natuurlijke leefomgeving |
|
Levensverwachting | 14 jaar |
IUCN-status | "Least Concern" |
CITES | Niet vermeld |
Risicoklasse E
Bij zadeljakhalzen zijn in vier risicocategorieën voor “gezondheid en welzijn dier” één of meerdere risicofactor(en) vastgesteld. Hierdoor valt de zadeljakhals in risicoklasse E.
Samenvatting beoordeling van de zadeljakhals
Indien er sprake is van één of meerdere relevante ernstige zoönose(n) die slechts met gespecialiseerde maatregelen beheersbaar is/zijn wordt de risicofactor aangekruist (!), maar telt deze niet mee in de eindscore. Indien er sprake is van een relevante ernstige zoönose die niet of nauwelijks beheersbaar is of er sprake is van risico op ernstige letselschade komt de diersoort direct onder risicoklasse F te vallen (XF). Indien de risicofactor van toepassing is, wordt deze aangekruist (X).
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Zoönosen | ! (signalerend) | Bij de zadeljakhals is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus aangetoond en bij de sympatrische en aanverwante Canis aureus en C. adustus is het hoog-risicio zoönotische pathogeen Leptospira interrogans. Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Letselschade | De risicofactor in deze risicocategorie is niet van toepassing. |
Risicocategorie | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
Voedselopname | X | Zadeljakhalzen moeten dagelijks langdurig foerageren. |
Ruimtegebruik/veiligheid | X |
|
Thermoregulatie | X | De zadeljakhals is aangepast aan een tropisch, subtropisch, en droog tropisch en subtropisch klimaat. |
Sociaal gedrag | X |
|
Beoordeling per risicofactor
Risico's voor de mens
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG1 | ! (signalerend) | Bij de zadeljakhals is het hoog-risico zoönotische pathogeen rabiësvirus aangetoond (Bingham et al., 1995; Hikufe et al., 2019; Zulu et al., 2009) en bij de sympatrische en aanverwante Canis aureus en C. adustus is het hoog-risicio zoönotische pathogeen Leptospira interrogans (Sebek et al., 1989). Dit leidt tot een signalerende toepassing van deze risicofactor. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
LG2 | Op basis van de grootte, morfologie en het gedrag van zadeljakhalzen (Sanyal et al., 2010; Sillero-Zubiri, 2009) is het niet aannemelijk dat de dieren ernstig letsel zullen veroorzaken bij de mens. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risico's voor dierenwelzijn/diergezondheid
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
V1 | De zadeljakhals is een omnivoor (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V2 | De zadeljakhals heeft geen hypsodonte gebitselementen (Walton & Joly, 2003). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
V3 | X | Zadeljakhalzen hebben een grote home range tot 24,9 km2 en leggen per nacht gemiddeld 14,6 km af om te foerageren (Kaunda, 2001; Sillero-Zubiri, 2009). Zadeljakhalzen zijn 14 uur per dag actief (Kaunda, 2001). Zadeljakhalzen jagen veelal op kleine voedsel-items, zoals knaagdieren, vogels, en reptielen, maar kunnen soms een verzwakt of jong hoefdier of aas als voedsel gebruiken (Sillero-Zubiri, 2009). Het zoeken naar kleine en veelal verborgen prooien maakt dat ze langdurig foerageren. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
V4 | Het dieet van zadeljakhalzen bestaat uit kleine tot middelgrote zoogdieren, jonge hoefdieren, reptielen, vogels, eieren, aas, ongewervelden, zeezoogdieren, vis, mosselen, planten en menselijk afval (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
R1 | X | Zadeljakhalzen hebben een home range van 0,3-24,9 km2 (Sillero-Zubiri, 2009). Zadeljakhalzen verdedigen hun territorium tegen binnendringers en markeren deze actief met urine en feces (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R2 | X | Zadeljakhalzen gebruiken een afgezonderde nestplaats voor het werpen en grootbrengen van jongen en als dagrustplaats (Kaunda, 2000; Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R3 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over een sterke, blindelingse vluchtreactie, maar het bestaan hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht, gezien zij een hol gebruiken (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
R4 | X | Zadeljakhalzen gebruiken zelf gegraven holen (Kaunda, 2000; Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
R5 | Voor zadeljakhalzen zijn er geen specifieke omgevingselementen essentieel (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
T1 | X | Zadeljakhalzen leven in tropische, subtropische, en droog tropische en subtropische klimaten (Happold & Lock, 2013; Schultz, 2005; Sillero-Zubiri, 2009). De gemiddelde temperatuur in subtropische klimaten ligt in de koudste maanden normaal gesproken niet onder de 5 °C. De absolute minimumtemperatuur in de winter kan gedurende korte periodes sterk afnemen tot onder het vriespunt. De gemiddelde temperatuur in tropische klimaten ligt in de warmste maanden rond de 30 °C met maximum temperaturen van boven de 40 °C (Schultz, 2005). De zadeljakhals heeft een thermoneutrale zone tussen 22,5-27,5 °C (Downs et al., 1991). De zadeljakhals is aangepast aan een tropisch, subtropisch en droog tropisch en subtropisch klimaat. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
T2 | Er is geen wetenschappelijke literatuur gevonden over het gebruik van zoel-, koel-, of opwarmplaatsen. Het gebruik hiervan wordt ook niet aannemelijk geacht omdat zadeljakhalzen nachtdieren zijn en gebruik maken van een hol (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. | |
T3 | Zadeljakhalzen zijn jaarrond actief (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Risicofactor | Van toepassing | Toelichting |
---|---|---|
S1 | X | Zadeljakhalzen hebben een monogame en paarsgewijze leefwijze (Sillero-Zubiri, 2009). Deze risicofactor is daarom van toepassing |
S2 | X | De sociale basis unit van zadeljakhalzen is een paar, soms met jongen uit eerdere worpen, die helpen met het opvoeden bewaken van jongen uit een latere worp (Temu et al., 2016; Walton & Joly, 2003). Er is sprake van een dominantiehiërarchie met despotische kenmerken. Deze risicofactor is daarom van toepassing. |
S3 | Vrouwtjes zijn ongeveer 60 dagen drachtig en krijgen per worp 1-6 jongen. Zadeljakhalzen hebben één paarseizoen (Sillero-Zubiri, 2009). Zadeljakhalzen hebben geen grote kans op overbevolking. Deze risicofactor is daarom niet van toepassing. |
Verwijzingen
Bingham, J., Kappeler, A., Hill, F., King, A., Perry, B., & Foggin, C. (1995). Efficacy of SAD (Berne) Rabies Vaccine Given by the Oral Route in Two Species of Jackal (Canis mesomelas and Canis adustus). Journal of Wildlife Diseases, 31(3), 416-419. doi:10.7589/0090-3558-31.3.416
Downs, C., Bowland, J., Bowland, A., & Perrin, M. (1991). Thermal parameters of serval Felis serval (Felidae) and blackbacked jackal Canis mesomelas (Canidae). Journal of Thermal Biology, 16(5), 277-279. doi:10.1016/0306-4565(91)90017-V
Happold, D., & Lock, J. (2013). The Biotic Zones of Africa. In J. Kingdon, D. Happold, M. Hoffmann, T. Butynski, M. Happold, & J. Kalina, Mammals of Africa. Volume I: Introductory Chapters and Afrotheria (pp. 57-75). London: Bloomsbury publishing.
Hikufe, E. H., Freuling, C. M., Athingo, R., Shilongo, A., Ndevaetela, E., Helao, M., . . . Khaiseb, S. (2019). Ecology and epidemiology of rabies in humans, domestic animals and wildlife in Namibia, 2011-2017. PLOS Neglected Tropical Diseases, 13(4), e0007355.
Kaunda, S. (2000). Activity patterns of black-backed jackals at Mokolodi Nature Reserve, Botswana. South African Journal of Wildlife Research, 30(4), 157-162.
Kaunda, S. (2001). Spatial utilization by black-backed jackals in southeastern Botswana. African Zoology, 36(2), 143-152. doi:10.1080/15627020.2001.11657132
Sanyal, A., Dey, J., & Kankane, P. (2010). The Jackals of Tollygunge club, Kolkata. Records Zoological Survey of India, 111(1), 37-45.
Schultz, J. (2005). The ecozones of the world, the ecological divisions of the geosphere. Aachen, Germany: Springer.
Sebek, Z., Sixl, W., Reinthaler, F., Valová, M., Schneeweiss, W., Stünzner, D., & Mascher, F. (1989). Results of serological examination for leptospirosis of domestic and wild animals in the Upper Nile province (Sudan). Journal of Hygiene, Epidemiology, Microbiology, and Immunology, 33(3), 337-345.
Sillero-Zubiri, C. (2009). Family Canidae. In D. E. Wilson, & R. A. Mittermeier, Handbook of the mammals of the world. Vol. 1. Carnivores (pp. 352-446). Barcelona: Lynx.
Temu, S., Nahonyo, C., & Moehlman, P. (2016). Comparative foraging efficiency of two sympatric jackals, silver-backed jackals (Canis mesomelas) and golden jackals (Canis aureus), in the Ngorongoro Crater, Tanzania. International Journal of Ecology, 2016. doi:10.1155/2016/6178940
Walton, L., & Joly, D. (2003). Canis mesomelas. Mammalian Species, 715(30), 1-9. doi:10.1644/0.715.1
Wilson, D., & Reeder, D. (2005). Mammal species of the world. A taxonomic and geographic reference (3rd ed). Opgehaald van Mammal species of the world: https://www.departments.bucknell.edu/biology/resources/msw3/
Zulu, G., Sabeta, C., & Nel, L. (2009). Molecular epidemiology of rabies: Focus on domestic dogs (Canis familiaris) and black-backed jackals (Canis mesomelas) from northern South Africa. Virus
Research, 140(1-2), 71-78. doi:10.1016/j.virusres.2008.11.004