Definitieve berekening Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) Q2 2021
Hier leest u hoe we het definitieve bedrag van de TVL Q2 2021 berekenen.
Hoe berekenen we de definitieve TVL Q2 2021?
We bepalen de hoogte van de subsidie als volgt:
subsidie = normale omzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten in % x 100%
Voldoet u aan de voorwaarden? Dan ontvangt u een voorschot van 80% op basis van uw verwachte omzetverlies. Na afloop van de subsidieperiode vragen wij u naar uw werkelijke omzet. Dit noemen we de vaststelling. Daarna volgt de definitieve berekening van de TVL voor Q2 2021.
Opslag voor land- en tuinbouw
Ondernemers in de land- en tuinbouw komen voor TVL Q2 2021 in aanmerking voor een opslag voor speciale kosten.
Lees meer over de opslag voor speciale kosten land- en tuinbouw
Uitleg over de berekening
subsidie = normale omzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten in % x 100%
Normale omzet
Normale omzet wordt ook wel referentieomzet genoemd. Onder omzet verstaan wij alle inkomsten zonder de ontvangen btw en vóór aftrek van kosten en vaste lasten. Doet u een aangifte voor de omzetbelasting? Gebruik dan de posten Prestaties binnenland (1a, 1b, 1c en 1e) en Prestaties naar of in het buitenland (3a, 3b en 3c) van uw btw-aangifte als omzet.
Welke omzetgegevens u nodig heeft, hangt af van de datum waarop u uw bedrijf voor het eerst inschreef in het Handelsregister van KVK.
- Schreef u uw bedrijf voor 31 maart 2019 voor het eerst in het Handelsregister van KVK in? Kies dan voor de omzet van 1 april tot en met 30 juni (Q2 2019) of van 1 juli tot en met 30 september 2020 (Q3 2020). U kiest welke periode voor u het gunstigste is. Deze periode noemen we de referentieperiode. Doet u de btw-aangifte per kwartaal? Neem dan de omzet van het 2e kwartaal 2019 of het 3e kwartaal 2020.
Waarom zijn er 2 referentieperiodes in TVL Q2 2021?
We willen zoveel mogelijk ondernemers helpen. U kunt zelf kiezen in welke periode de omzet voor u het representatiefste was: Q2 2019 of Q3 2020.
- Schreef u uw bedrijf tussen 1 april 2019 en 30 juni 2019 voor het eerst in?
Dan kiest u voor de omzet van het 3e kwartaal van 2019 (Q3 2019, jul-sep 2019) of het 3e kwartaal van 2020 (Q3 2020, jul-sep 2020). - Schreef u uw bedrijf tussen 1 juli 2019 en 30 september 2019 voor het eerst in?
Dan kiest u voor de omzet van het 4e kwartaal van 2019 (Q4 2019, okt-dec 2019) of het 3e kwartaal van 2020 (Q3 2020, jul-sep 2020). - Schreef u uw bedrijf tussen 1 oktober 2019 en 31 december 2019 voor het eerst in?
Dan kiest u voor de omzet van het 1e kwartaal van 2020 (Q1 2020, jan-mrt 2020) of het 3e kwartaal van 2020 (Q3 2020, jul-sep 2020). - Schreef u uw bedrijf tussen 1 januari 2020 en 31 maart 2020 voor het eerst in?
Dan kiest u voor de omzet van het 2e kwartaal van 2020 (Q2 2020, apr-jun 2020) of het 3e kwartaal van 2020 (Q3 2020, jul-sep 2020). - Schreef u uw bedrijf tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020 voor het eerst in?
Dan is de omzet van het 3e kwartaal van 2020 (Q3 2020, jul-sep 2020) de enige referentieperiode.
Waarom kan een ondernemer die tussen 1 april 2020 en 30 juni 2020 startte niet kiezen voor een andere referentieperiode?
Deze groep ondernemers heeft als enige geen andere periode om hun omzetgegevens mee te toetsen.
Omzetverlies
Voor het omzetverlies vergelijken we uw normale omzet met de omzet die u in het 2e kwartaal van 2021 verwacht. Om voor TVL in aanmerking te komen, moet het omzetverlies minimaal 30% zijn. We berekenen het omzetverlies als volgt:
omzetverlies in % = (normale omzet - verwachte omzet april-juni 2021) / normale omzet x 100
Aandeel vaste lasten
Voor de bepaling van de vaste lasten, gebruiken we branchegegevens van het CBS. Omdat we zoveel mogelijk ondernemers zo snel mogelijk willen helpen, maken we geen gebruik van uw werkelijke vaste lasten.
Het CBS beschikt over het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de omzet van uw branche, uitgedrukt in een percentage. Het aandeel van de vaste lasten in de omzet voor uw branche staat dus vast en hangt samen met de SBI-code van uw hoofdactiviteit.
Bekijk het percentage vaste lasten dat bij uw SBI-code hoort
De vaste lasten moeten na berekening hoger zijn dan € 1.500. We berekenen de vaste lasten als volgt:
vaste lasten = normale omzet x aandeel vaste lasten in %
Vorige subsidieperiodes
Bent u op zoek naar informatie over eerdere subsidieperiodes die inmiddels zijn gesloten?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat