Regels nood- en alarmsysteem stallen met kunstmatige ventilatie
In stallen waarbij de gezondheid en het welzijn van het dier afhankelijk zijn van kunstmatige ventilatie is een alarmsysteem verplicht. Er zijn duidelijke eisen voor het alarmsysteem en een alarmplan. Ook heeft u vanaf 1 juli 2024 een noodstroomaggregaat nodig.
De maatregelen kunnen voorkomen dat er dieren lijden of doodgaan als de ventilatie uitvalt.
Nieuwe eisen noodsysteem vanaf 1 juli 2024
Heeft u een stal met kunstmatige ventilatie? Dan moet u vanaf 1 juli 2024 een noodstroomaggregaat hebben. Dit zorgt ervoor dat uw ventilatiesysteem blijft werken bij stroomuitval. Dit zijn de eisen voor het noodstroomaggregaat:
- Het aggregaat start direct nadat uw alarmsysteem afgaat. U zorgt ervoor dat dit automatisch gebeurt of handmatig. Er mag geen risico ontstaan voor de gezondheid of het welzijn van de dieren.
- U test elke maand (onbelast):
- of het aggregaat aanslaat;
- of de juiste spanning en frequentie worden bereikt;
- of de motor stabiel draait.
- U test het systeem minimaal één keer per jaar (belast) of het aggregaat genoeg vermogen kan leveren. Dit moet genoeg zijn om de maximale bedrijfslast over te kunnen nemen. Dit betekent dat uw ventilatiesysteem altijd goed werkt als de stroom uitvalt.
- U test het systeem elke maand en registreert de datum en het tijdstip, storingen en uitgevoerde herstelacties.
- U bewaart de registratie van de maandelijkse testen 13 maanden.
- U houdt het aggregaat in een ruimte samen met de handleiding. Ook is hier voldoende brandstof aanwezig om het aggregaat 6 uur te laten draaien.
Heeft u nog geen noodstroomaggregaat? U bent verplicht om deze aan te schaffen. Doe dit zo snel mogelijk. Er zijn lange levertijden.
Alarmsysteem
Een alarmsysteem waarschuwt u als de ventilatie uitgevallen is. Er zijn eisen voor dit systeem:
- Het alarmsysteem geeft op minimaal 2 verschillende manieren een signaal. Bijvoorbeeld via de satelliet, analoge lijn of met uw mobiele telefoon. Een akoestisch signaal, zoals een hoorn, is niet voldoende.
- Het alarmsysteem werkt ook zonder stroom. Het systeem heeft daarom een eigen accu en voldoende vermogen om te blijven werken.
- U gebruikt een bewaakte verbinding. Dit betekent dat u een bericht krijgt als de alarmering niet goed werkt. Ook als de telefoon- of internetverbinding is onderbroken of als er niet genoeg accuspanning is.
- Het systeem waarschuwt de alarmopvolgers. Dit zijn personen die direct in actie komen om storingen te herstellen of maatregelen te nemen.
- U test het systeem elke maand en registreert de datum en het tijdstip, storingen en uitgevoerde herstelacties.
- U bewaart de registratie van de maandelijkse testen 13 maanden.
Alarmplan
In een alarmplan staan voorzorgsmaatregelen die genomen worden en de stappen die u neemt als het alarmsysteem afgaat. U zet minimaal de onderstaande informatie in het plan.
De methode van testen van de verschillende onderdelen van het alarmsysteem (testprotocol), zoals bijvoorbeeld:
- de telefoonkiezer
- de alarmkast
- het temperatuuralarm
- het ventilatiealarm
- de alarmmelder
Vanaf 1 juli 2024 vermeldt u ook hoeveel brandstof het noodstroomaggregaat nodig heeft om 6 uur te draaien. Zo is het duidelijk hoeveel brandstof aanwezig moet zijn in de ruimte van het noodstroomaggregaat.
De manier waarop het alarmsysteem u waarschuwt, zoals via:
- de satelliet
- de analoge lijn
- internetbellen
- mobiele telefonie
- de semafoon
De namen en telefoonnummers van de alarmopvolgers en in welke volgorde deze personen of instanties worden gebeld. De gegevens zijn altijd actueel, ook als het plan verandert. Als iemand niet langer een alarmopvolger is, vernietigt u deze gegevens binnen 2 weken.
Een beschrijving van de maatregelen die u neemt om het systeem te herstellen. Bijvoorbeeld hoe uw systeem extra brandstof krijgt als de storing niet hersteld is binnen 6 uur. En is herstel niet mogelijk? Hoe zorgt u er dan voor dat u de gezondheid en het welzijn van de dieren veiligstelt?
De contactgegevens van de (elektro)technische storingsdienst. Zo zijn deze eenvoudig beschikbaar als het alarm afgaat.
De alarmopvolgers weten hoe en waar u het plan bewaart. U bewaart het fysieke plan ook op uw bedrijf. Alarmopvolgers moeten altijd toegang hebben tot het plan.
Controle
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of uw alarmsysteem, alarmplan en noodsysteem voldoen aan de eisen. De overgangstermijn voor de eisen aan het alarmsysteem en alarmplan eindigde op 1 januari 2024. De regels voor het noodsysteem gelden vanaf 1 juli 2024. Hiervoor geldt geen overgangstermijn. Houdt u zich niet aan de nieuwe regels? Dan kunt u direct een boete krijgen.
Meer weten?
Meer informatie over de regels voor de nood- en alarmsystemen leest u in de Staatscourant.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur