Ontheffingsmogelijkheden jaarrekening
Besloten vennootschappen, naamloze vennootschappen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, verenigingen en stichtingen moeten over ieder boekjaar een jaarrekening deponeren bij KVK. Dit is wettelijk verplicht en zorgt ervoor dat de financiële informatie beschikbaar is voor iedereen die daarbij een belang kan hebben.
Afwijkende bepalingen
Voor sommige rechtspersonen gelden afwijkende bepalingen. In uitzonderlijke gevallen kan de minister van Economische Zaken en Klimaat een ontheffing verlenen voor het opmaken, overleggen en vaststellen van de jaarrekening:
- Voor verenigingen en stichtingen geldt de verplichting om een jaarrekening op te maken alleen wanneer hun omzet een bepaald drempelbedrag overstijgt.
- Financiële ondernemingen zoals banken, verzekeraars, pensioenfondsen en beleggingsondernemingen zijn voor hun jaarrekening ook onderworpen aan rapportageverplichtingen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en/of De Nederlandse Bank (DNB) op grond van de Wet op het financieel toezicht (Wft).
- Pensioen-bv's en stamrecht-bv's zijn gedeeltelijk vrijgesteld van de jaarrekeningplicht. Zij kunnen onder bepaalde voorwaarden volstaan met het deponeren van een accountantsverklaring.
Wilt u weten of u verplicht bent om uw jaarrekening te deponeren? Bekijk dan de pagina Wel of niet deponeren? van KVK.
Ontheffing opmaken jaarrekening
Om in aanmerking te komen voor een ontheffing moet sprake zijn van een 'gewichtige reden'. In de praktijk betekent dit dat het voor de bestuurder(s) in 'technische zin' onmogelijk is om de jaarrekening op te maken, te overleggen en vast te stellen. Hiermee bedoelen we dat de onderliggende stukken voor het opmaken van de jaarrekening niet beschikbaar zijn voor de bestuurders van de onderneming.
Bij gewichtige redenen kunt u denken aan bijvoorbeeld gevallen van overmacht. Er is sprake van overmacht als het niet mogelijk is om (tijdig) aan de verplichting tot het opmaken, overleggen en vaststellen van de jaarrekening te voldoen. Voorbeelden hiervan zijn:
- brand of diefstal, waardoor de stukken feitelijk zijn verdwenen;
- in beslagname van relevante stukken door de FIOD of justitie.
Bij onzekerheden over de waarderingsnormen moet in beginsel een jaarrekening worden opgesteld. Alleen als de waarderingsonzekerheden van een zodanige omvang zijn dat het opstellen van een zinvolle jaarrekening onmogelijk is, kan de minister een tijdelijke ontheffing verlenen.
Een ingetreden faillissement is geen afdoende reden voor het verlenen van de ontheffing voor de boekjaren voorafgaand aan het faillissement, omdat juist in faillissement behoefte is aan inzicht in de financiële handel en wandel van de rechtspersoon. Als de curator geen middelen ter beschikking stelt, kunnen bestuurders ontheffing vragen.
Ook is het ontbreken van een accountantsverklaring voor de jaarrekening geen gegronde reden voor het verlenen van een ontheffing door de minister.
Periode van ontheffing
De minister verleent een ontheffing voor een beperkte, strikt noodzakelijke periode van maximaal 12 maanden.
Ontheffing vermelding deelnemingen
Om in aanmerking te komen voor een ontheffing voor het vermelden van deelnemingen in de jaarrekening moet sprake zijn van gegronde vrees dat ernstig nadeel kan ontstaan door de vermelding van deze deelnemingen in de jaarrekening. Het begrip gegronde vrees is niet eenduidig aan te geven. Dit verschilt per geval.
Als een rechtspersoon het niet wenselijk vindt dat concurrenten kennis kunnen nemen van deelnemingen, is dat geen grond voor ontheffing.
Ontheffing aanvragen
Een verzoek om ontheffing kunt u op 2 manieren bij ons indienen: per post of per e-mail. De verantwoordelijk bestuurder moet het verzoek ondertekenen.
Per post
U stuurt de ondertekende brief naar:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
t.a.v. Team Financiering & Ondernemerschap (ontheffing jaarrekening)
Postbus 93144
2509 AC Den Haag
Per e-mail
U scant de ondertekende brief en stuurt deze naar: ontheffingjaarrekening@rvo.nl.
U moet uw verzoek gedetailleerd motiveren en onderliggende bewijsstukken meesturen. Bewijsstukken zijn bijvoorbeeld een proces-verbaal van aangifte van diefstal, een brief van de FIOD en correspondentie met accountants.
- Ministerie van Economische Zaken