IPCEI - Proces
Een IPCEI-proces is een intensief traject, voor zowel nationale overheden als bedrijven en kennisinstellingen. Gedurende het traject is er nog geen verplichting tot investering vanuit zowel de overheid als de bedrijven en kennisinstellingen. Het IPCEI proces doorloopt op hoofdlijnen de volgende stappen.
1 - Intentieverklaring lidstaten
Het initiatief voor een IPCEI komt vanuit één of meerdere lidstaten. Deze werken, normaliter na consultatie met hun industrie, een voorstel uit waarin het doel beschreven staat en een analyse is gemaakt van het marktfalen dat de overheidsinterventie rechtvaardigt. Naar aanleiding van dit voorstel wordt er onderzocht of er meer geïnteresseerde lidstaten zijn. Hieruit volgen gesprekken over de scope van het initiatief, waaruit doorgaans een intentieverklaring wordt opgesteld en ondertekend wordt door de geïnteresseerde lidstaten. Hierin geven zij aan verdere uitwerking te willen onderzoeken. Aan de hand van de scope die is beschreven in de intentieverklaring kunnen er interessepeilingen gehouden worden in de lidstaten.
2 - Nationale interessepeiling
Wanneer er besloten wordt dat er een interessepeiling gehouden wordt onder het Nederlandse bedrijfsleven, dan wordt dit gepubliceerd in de Staatscourant en op de RVO-website. Geïnteresseerde bedrijven en kennisinstellingen moeten dan hun interesse kenbaar maken. Om uitleg te geven over het proces wordt er een algemene informatiebijeenkomst georganiseerd waarin een toelichting komt op (1) wat het IPCEI instrument inhoudt, (2) hoe het beoogde proces zal verlopen en wat (3) de reikwijdte is van de projecten binnen een IPCEI. Bij het kenbaar maken van de interesse worden de volgende gegevens gevraagd aan te leveren:
- Een samenvattend formulier met onder andere uw contactgegevens, een beknopt projectplan, inclusief een (voorlopige) begroting en een indicatieve exploitatieberekening;
- Een project portfolio;
- Een funding gap analyse (berekening onrendabele top van uw project).
Voor de gevraagde gegevens is het nog niet noodzakelijk dat deze definitief zijn, het is alleen om interesse kenbaar te maken en voor de overheid om een beeld te krijgen van de ideeën die er spelen in de sector. Hoe concreter deze formulieren worden ingevuld, hoe beter er bezien kan worden of het project in potentie past onder het IPCEI instrument en mogelijk deel kan nemen aan het vervolgproces. Het project portfolio en de funding gap analyse zijn belangrijke documenten die een rol spelen bij de afweging of Nederland gaat participeren in het overkoepelend Europees IPCEI project, Nederlandse budgetindicaties en uiteindelijk in de staatssteuntoets door de Europese Commissie. Het is voor verdere deelname aan het verdere proces wel noodzakelijk dat de interesse kenbaar gemaakt wordt, anders bent u uitgesloten. Voor de IPCEI waterstof, Cloud infrastructuur en Diensten en Micro-elektronica 2 is de interessepeiling gesloten.
3 - Overleg met andere landen en beoogde deelnemers
De informatie in de voorstellen wordt na de sluitingsdatum ingeschat op, onder andere, de aansluiting van het voorstel binnen de door de IPCEI mededeling geschetste kaders en aansluiting op de beoogde overkoepelende Europese waardeketen van de IPCEI.
Om tot een geïntegreerd Europees project te komen, wordt met de ingeleverde informatie het gesprek aangegaan met andere lidstaten over de scope van het IPCEI project en wordt er gewerkt aan een document (chapeau document) dat het geïntegreerde project beschrijft. Daarnaast kunnen bedrijven en kennisinstellingen met hun voorstel participeren in een of meerdere Europese matchmakingsbijeenkomsten die in het kader van de opzet van deze IPCEI zullen worden georganiseerd. Voor het aangaan van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden.
4 - Indienen van een nationale subsidieaanvraag
Nederland zal verder deelnemen aan het proces wanneer er (a) voldoende belangstelling is vanuit de industrie, (b) voldoende potentieel wordt gezien in de aangeleverde projectvoorstellen (c) en er (voldoende) budget beschikbaar kan worden gesteld door het kabinet. Hier volgt dan een publicatie in de Staatscourant waarmee wordt opgeroepen om definitieve projectvoorstellen in te dienen. Deze voorstellen worden beoordeeld op verschillende facetten, zoals hieronder beschreven onder het kopje ‘Voorwaarden’, als voorselectie op de beoordeling van de Europese Commissie.
Bij een nationale aanvraag voegt u de volgende documenten toe:
- Nationaal aanvraagformulier (contactgegevens, gevraagde steun, handtekening etc.)
- Deelnemer formulier (handtekening van overige deelnemers in nationale aanvraag)
- Nationaal projectplan (met nadruk op toelichten nationale wegingscriteria)
- Budget template
- Europese formulieren:
o Project portfolio (EU projectplan)
o Funding gap (berekening van de onrendabele top van project)
o Prodcom (codes waarin de bedrijven van plan zijn producten op de markt te brengen na de steunmaatregel onder IPCEI)
Nederland selecteert de nationale projectvoorstellen die kunnen deelnemen in het Europese IPCEI project. De nationale selectie van voorstellen gebeurt aan de hand van de volgende voorwaarden/criteria, die zijn afgeleid van het IPCEI steunkader:
1. Volledigheidstoets. Zijn alle vereiste documenten aangeleverd bij de projectaanvraag.
2. Toegangspoortcriteria. Voldoet de projectaanvraag aan de minimum en de specifieke criteria. De specifieke criteria verschillen per IPCEI. Enkele toegangspoortcriteria, ter illustratie:
a. innovatief gehalte;
b. Nederland als land voor uitvoering van de plannen;
c. aantoonbare Europese 'spillover effecten' hebben, ook buiten direct betrokken projectpartners en direct betrokken lidstaten;
d. bijdragen aan de versterking en toekomstbestendigheid van de waardeketen in Europa;
e. bijzonder groot in omvang of reikwijdte zijn;
f. aanzienlijke technologische of financiële risicograad vertonen;
g. een zo hoog ambitieniveau hebben dat uitvoering zonder publieke financiering niet mogelijk is.
h. een breed samenwerkingsverband van meerdere ondernemingen heeft de voorkeur. Als die uit andere Europese landen komen, is dat een voordeel, maar niet noodzakelijk. Samenwerken met kennisinstellingen en MKB is een pre in dit type waardeketen versterkende projecten .
i. Staatssteuntoets door de Europese Commissie. De Europese commissie toetst of het projectvoorstel aan de Europese voorwaarden voor staatssteun voldoet en bewaakt het integrale karakter van het IPCEI project. Er vindt regelmatig afstemming plaats tussen lidstaten, consortia en de Europese commissie om deze staatsteuntoets, ook wel (pre)notificatie genoemd, optimaal te laten verlopen.
Nederland selecteert de ‘beste’ nationale projectvoorstellen, omdat het nationale IPCEI budget veelal ontoereikend is om alle projectvoorstellen te kunnen ondersteunen.
3. De nationale ranking, weging vindt plaats aan de hand van vier criteria:
a. Kwaliteit van projectvoorstel
b. Samenwerking en governance
c. Technologische excellentie en verwachte impact op de economie & samenleving
d. Proportionaliteit gevraagde financiële bijdrage.
Voor elk van deze vier criteria wordt een cijfer gegeven tussen 1-10. Het criterium ‘Technologische excellentie’ en het criterium ‘Proportionaliteit gevraagde financiële bijdrage’ tellen dubbel in de weging. Nederland maakt mogelijk, maar niet als exclusieve optie, gebruik van onafhankelijke expertcommissie/experts voor de nationale ranking.
Binnen de context van het geïntegreerde Europese IPCEI project is het mogelijk deel te nemen als directe of indirecte partner in een project. Directe partners worden onder het IPCEI-kader genotificeerd en beoordeeld, indirecte partners worden dit niet en kunnen steun ontvangen via een ander staatssteunkader zoals de AGVV. De industrie is doorgaans directe partner in een IPCEI project. Kennisinstellingen zijn altijd indirecte partners in een project omdat zij geen winst maken. De indirecte partners moeten wel samenwerken met een directe (buitenlandse) partner in een IPCEI project, om deel uit te maken van het geïntegreerde Europese IPCEI project. Voor MKB verschilt per project of zij als direct of indirect worden gemeld bij de Europese Commissie, mede afhankelijk van de soort steun die zij vragen. Er wordt hierbij gekeken naar de minst belastende route voor bedrijven en de overheid. Voor directe en indirecte partners gelden verschillende aanvraagvereisten en financieringsregimes, zoals gepubliceerd in de subsidieregeling.
Openstelling
De nationale openstelling van Micro-elektronica 2 en Cloudinfrastructuur en Diensten wordt verwacht op 22 december 2021. De nationale regeling Cloudinfrastructuur en Diensten sluit op 17 januari 2022 om 17.00 uur. De nationale regeling Micro-elektronica 2 sluit op 20 januari om 17.00 uur. De publicatie in de Staatscourant is leidend. De openstelling van IPCEI Waterstof wordt verwacht in 2022. U dient uw nationale aanvraag schriftelijk in bij RVO.
5 - (Pre)notificatie proces
Wanneer Nederland de beoordeling van de ingediende definitieve projectvoorstellen heeft afgerond, zal er besloten worden welke doorgeleid worden naar het (pre)notificatie proces. In het prenotificatie proces gaat de Europese Commissie in gesprek met de indieners en de lidstaten over de voorstellen en probeert door middel van vragen erachter te komen of de projecten binnen het IPCEI steunkader kunnen vallen. Gedurende deze tijd kunnen er op verzoek van de Europese Commissie nog verduidelijkingen gemaakt worden aan de projectvoorstellen en daarmee aan het chapeau document. Dit proces is zeer intensief en duurt doorgaans tussen de 6 en 12 maanden.
Wanneer het prenotificatie proces is afgerond, begint het notificatie proces. Hierin is het chapeau document geheel definitief, en daarmee de projectvoorstellen ook. De Europese Commissie vormt dan haar oordeel over de verschillende projecten en geeft door aan de lidstaten welke projecten goedgekeurd worden om staatssteun onder IPCEI te mogen ontvangen. Het is dan nog altijd aan de lidstaten om te bepalen of en in welke mate zij dit doen.
Na uw aanvraag
De nationale aanvragers voor Cloudinfrastructuur & Micro-elektronica 2 ontvangen in maart 2022 bericht of hun project geselecteerd is voor (pre)notificatie.
Wordt uw project goedgekeurd? Dan moet u regelmatig verslag doen van de voortgang van uw project. Daarnaast moet u een eindverslag opleveren met daarbij de aanvraag tot subsidievaststelling waarin in ieder geval staat:
a. een omschrijving van de projectresultaten van het IPCEI-deelproject;
b. op welke wijze het IPCEI-deelproject heeft bijgedragen aan de doelen en thema’s,
c. de omvang van de vast te stellen subsidie.
Algemene vragen over IPCEI?
Neem contact op met Team IRIS.
- Europese Unie (gefinancierd door)
- Ministerie van Economische Zaken
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei