Regeling groenprojecten - Categorie 4.1 Opwekken van duurzame energie
U kunt in aanmerking komen voor een groenverklaring voor projecten in 9 subcategorieën: windturbines, fotovoltaïsche cellen, zonnecollectoren, warmteopwekkers, waterkracht, aardwarmte, geavanceerde duurzame brandstoffenproductie, biogas-opwaardeerinstallatie en innovatieve energieopwekking.

Groenverklaring aanvragen
Bent u een groenbank of een groenfonds? Vraag dan een groenverklaring aan voor uw klant via Mijn RVO. Wij toetsen de projecten namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Na een positieve beoordeling geven wij een groenverklaring af. We streven ernaar de groenverklaring binnen 8 weken af te geven.
Aanvraagproces groenverklaring
Wilt u een groene financiering aanvragen? Dan heeft u een groenverklaring nodig. Een bank met een groenfonds kan die verklaring voor u aanvragen. De aanvraagprocedure vindt u op de pagina Aanvraagproces groenverklaring.
Subcategorieën
Voor een uitgebreide toelichting op de eisen en de subcategorieën verwijzen we u naar de tekst van de regeling. Lees op deze pagina alvast de belangrijkste punten.
Projectomschrijving
Elektrische energie opwekken met een nieuwe windturbine waarbij het project aan de volgende voorwaarden voldoet:
- De windturbine voldoet aan de eisen opgenomen in de Europese veiligheidsnormen ‘IEC 61400-1, Ed. 3’ of ‘IEC 61400-22’, of er is een omgevingsvergunning voor het project afgegeven.
- Het project voldoet aan minimaal 2 van de voorschriften gesteld in Tabel 1, waarvan minimaal één technisch voorschrift.
- Vanaf 1-1-2024 voldoet het project aan voorschrift 6 gesteld in Tabel 1 en aan minimaal 2 andere voorschriften uit Tabel 1, waarvan minimaal één technisch voorschrift.
Voorschriften |
Toelichting |
Hoe te testen |
---|---|---|
Omgeving: vogel-/ |
Maatregelen toepassen die vogel- en vleermuissterfte beperken, zoals radardetectiesystemen. |
Aanwezigheid aantonen |
Omgeving: combinatie met opslagtechnieken |
In het projectontwerp worden opslagtechnieken gebruikt. |
In design aantonen; minimaal 1MW of 20% van totaal elektrisch vermogen van het windpark |
Technisch: gebruik SF6-gas uitsluiten |
Het gebruik van SF6-broeikasgas uitsluiten. Er zijn duurzame alternatieven. |
Aantonen/productblad |
Technisch: gebruik zeldzame aardmetalen verminderen |
Zeldzame aardmetalen, bijvoorbeeld in permanente mageneten zoals neodymium, terbium, dysprosium en praseodymium, worden: |
In design aantonen (circulair design) |
Technisch: circulaire rotorbladen toepassen |
De rotorbladen zijn zo geproduceerd dat, na de levensduur van de turbine, het composiet is te scheiden van het blad. |
In design aantonen (circulair design) |
Technisch: circulair ontwerp |
In het projectontwerp wordt een significant deel aan gerecyclede materialen gebruikt van één of meer van deze onderdelen:
|
In design aantonen (re-applicatie) |
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Certificaat waaruit blijkt dat u voldoet aan de Europese veiligheidsnormen ‘IEC 61400-1, Ed. 3’ of ‘IEC 61400-22’ of een afgegeven omgevingsvergunning.
- Een stapsgewijze behandeling van de criteria uit Tabel 1 op Maatregelen duurzame windturbineprojecten, met verwijzingen naar bijgeleverde documenten ter onderbouwing.
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
De projecten in deze categorie zijn gericht op het opwekken van elektrische energie met windturbines. Om innovatievere windturbines te stimuleren, is gekozen om behalve een IEC certificaat ook een omgevingsvergunning goed te keuren. Juist innovatieve windmolens hebben immers (nog) niet altijd een IEC certificaat.
In bovenstaande tabel staat een aantal maatregelen die sommige schadelijke neveneffecten van het plaatsen van windturbines kunnen minimaliseren. Om voor een groenverklaring in aanmerking te komen, moet een project aan maatregelen voldoen. Er zijn maatregelen voor overlastbeperking voor de omgeving (maatregel 1, 2 en 3) en voor duurzaam materiaalgebruik (maatregel 4, 5, 6 en 7). Om verdere innovatie te stimuleren, veranderen de maatregelen regelmatig. Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
Elektrische energie opwekken met fotovoltaïsche cellen, waarbij:
- de importeur van de zonnepanelen geregistreerd is in het Nationaal (W)EEE Register;
- zonnepanelen een vermogensgarantie hebben van minimaal 84% van het initiële vermogen na 25 jaar; en
- de zonnepanelen een productgarantie hebben van ten minste 12 jaar.
Vanaf 1-1-2024 gelden in plaats van de voorwaarden uit het 1e lid, onderdelen b en c, de volgende voorwaarden:
- de platen waartussen de cellen zijn verwerkt, zijn zodanig demontabel dat de cellen en de platen separaat zijn te recyclen;
- het PV-paneel wordt geleverd inclusief materialenpaspoort volgens Uitvoeringsprogramma Circulaire Maakindustrie (UPCM) leidraad materialenpaspoort v1.
Is het project een grondopstelling? Dan wordt aanvullend onderzoek gedaan naar het bevorderen van de biodiversiteit. Concrete maatregelen worden genomen om eventuele nadelige gevolgen voor de biodiversiteit te verminderen, of de biodiversiteit significant te bevorderen.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen om het projectvermogen te onderbouwen.
- Documentatie om de startdatum te onderbouwen.
- Beschrijving van het systeem/de installatie met de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Productblad waaruit blijkt dat het systeem of de installatie voldoet aan de regelingseisen.
- Bij een grondopstelling: onderzoeksrapport naar het bevorderen van biodiversiteit.
- Bij een grondopstelling: beschrijving verbetermaatregelen biodiversiteit (als dit onvoldoende blijkt uit offertes, opdrachten en/of facturen).
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
Deze categorie betreft projecten die gericht zijn op de directe omzetting van zonlicht in elektriciteit met fotovoltaïsche cellen (zonnepanelen). De gestelde voorwaarden hebben in 1e instantie voornamelijk betrekking op de kwaliteit van de panelen en op de keten. In de praktijk blijkt dat niet alle importeurs geregistreerd zijn. Met de opname in het Nationaal (W)EEE register wordt toegezien op de inzameling en recycling van oude panelen.
De verwachting is dat de komende jaren een ontwikkeling richting circulaire panelen goed op gang komt. Daarom worden vanaf 1 januari 2024 enkele van de voorwaarden vervangen door voorwaarden gericht op circulariteit. Bij een grondopstelling is een onderzoek nodig naar de gevolgen van de aanleg voor de biodiversiteit, dat is uitgevoerd door een daarvoor geschikte partij. De maatregelen moeten in voldoende mate de negatieve gevolgen van de aanleg mitigeren. Voorbeelden van biodiversiteitsinvesteringen bij grondopstellingen, als bedoeld in het 3e lid, zijn:
- paddenpoel
- bijenkasten
- zwaluwwanden
- aanplanten van bomen
- aanplanten van gewassen onder de panelen
- waterbuffer (voor vasthouden van regenwater)
- biohutten
Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
Gebruik van thermische zonne-energie door middel van zonnecollectoren, eventueel in combinatie met een warmtepomp als bedoeld in subcategorie 4.1.4.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Beschrijving van het systeem/de installatie aan de hand van de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Productblad waaruit blijkt dat het systeem of de installatie aan de regelingseisen voldoet.
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
Dit betreft projecten gericht op actieve benutting van zonne-energie door de directe omzetting van zonlicht in warmte met behulp van vloeistof- of gascollectoren. Het onderdeel is zowel van toepassing op systemen met afgedekte als met niet-afgedekte vloeistofcollectoren waarbij ook de bijbehorende energieopslagsystemen tot het project worden gerekend. Ook duurzame energiesystemen met zonnecollectoren waarbij warmtepompen ingezet worden voor de bereiding van warm tapwater en voor ruimteverwarming komen in aanmerking voor groenfinanciering. De pompen worden toegepast voor het opwaarderen van laagwaardige warmte naar hoogwaardige warmte op een zodanige wijze dat de hoogwaardige warmte nuttig wordt aangewend.
Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
Aanschaf en installatie van een elektrisch gedreven warmtepomp, bestemd voor het verwarmen van bedrijfsgebouwen of het (collectief) verwarmen van woningen, die voldoet aan de specificaties uit Tabel 2.
Type |
seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming SCOP bij stookseizoen ‘A’ = gemiddeld, gemeten conform NEN-EN 14825:2018 |
---|---|
Warmtepomp |
|
Brine/water |
≥ 4,5 (ηs,h ≥ 310%) |
Directe uitwisseling in de bodemwarmtewisselaar |
≥ 5,0 (ηs,h ≥ 344%) |
Water/water |
≥ 5,0 (ηs,h ≥ 344%) |
Brine/lucht |
≥ 3,0 (ηs,h ≥ 207%) |
Water/lucht |
≥4,5 (ηs,h ≥ 310%) |
type |
seizoensgebonden energie-efficiëntie van ruimteverwarming SCOP voor de buitenunit, bij nominaal thermisch vermogen en een stookseizoen ‘A’ = gemiddeld, gemeten conform NEN-EN 14825:2018 |
Warmtepomp luchtgerelateerd |
|
Lucht/water |
≥ 4,3 (ηs,h ≥ 297%) |
lucht/water en lucht (gecombineerd) |
≥ 4,3 (ηs,h ≥ 297%) |
Lucht/lucht met een nominaal thermisch verwarmingsvermogen van ≤12kW |
≥ 4,4 (ηs,h ≥ 303%) |
lucht/lucht met een nominaal thermisch vermogen >12 kW |
≥ 4,0 (ηs,h ≥ 276%) |
lucht/water met directe uitwisseling in de luchtwarmtewisselaar |
≥ 3,3 (ηs,h ≥ 228%) |
Projectvermogen
Binnen het project vallen, voor zover van toepassing, de kosten voor bodemwarmtewisselaar of grondwaterbron, (ijs)buffer, restwarmte-opslagvat en een aansluiting op het verwarmingsnet. Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven voor project binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Beschrijving van het systeem/de installatie aan de hand van de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Productblad waaruit blijkt dat het systeem of de installatie aan de regelingseisen voldoet.
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
De projecten in deze categorie zijn gericht op het opwaarderen van laagwaardige warmte met behulp van warmtepompen. Het onderliggende thermodynamische principe van een warmtepomp maakt het mogelijk in betreffende situaties onbruikbare laagwaardige warmte naar een bruikbaar niveau te brengen. Alleen kwalitatief goede warmtepompen kunnen in aanmerking komen. Een installatie die altijd geregeld wordt op de koelvraag of dient als luchtontvochtiger wordt niet als warmtepomp beoordeeld. In het warmtepompsysteem kunnen ruimteverwarming en warm tapwaterbereiding gecombineerd zijn. Het kan wel een koelinstallatie zijn. Luchtkanalen komen niet in aanmerking.
Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 38 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
Opwekken van elektrische energie uit water of waterkracht, mits de waterkrachtinstallatie voldoet aan Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (Pb EG 2000, L 327) en voor zover het project is voorzien van maatregelen ter bescherming van de biodiversiteit, en met uitzondering van het opwekken van energie met behulp van stoomturbines.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven voor projecten binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per project.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Beschrijving van het systeem/de installatie aan de hand van de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
Deze categorie betreft het tot stand brengen van installaties voor de winning van energie uit water of waterkracht. Het gaat daarbij om alle mogelijke opties, bijvoorbeeld golf- en getijde-energie en energie die wordt opgewekt door het verschil tussen zoet en zout water. Installaties voor het winnen van energie uit water, en dan met name waterkrachtcentrales in rivieren, kunnen zonder aanvullende beschermende maatregelen een negatief effect hebben op de biodiversiteit (vooral op de visstand).
Om in aanmerking te komen voor een groenverklaring moeten bij een dergelijke installatie maatregelen getroffen zijn voor bescherming van de biodiversiteit, zoals het plaatsen van vistrappen. De kosten voor deze maatregelen kunnen bij het projectvermogen worden geteld.
Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
Winnen van aardwarmte.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven voor projecten binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Beschrijving van het systeem/de installatie aan de hand van de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
Deze categorie betreft de winning van aardwarmte. In de aardlagen heersen hoge temperaturen. De daar aanwezige warmte kan nuttig worden aangewend, bijvoorbeeld voor verwarming van tuinbouwkassen of woningen. Onder het projectvermogen vallen de kosten voor de boring en de eventuele transportleidingen van het aardwarmtepunt naar het distributiepunt, centrale bijstookvoorzieningen en warmtebuffers. Voorzieningen voor warmteafgiftesystemen bij de afnemers van aardwarmte vallen buiten het project. Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Projectomschrijving
de productie van:
- a. biobrandstoffen uit reststoffen als bedoeld in Annex IX, deel A van de Richtlijn hernieuwbare energie vervoer;
- b. hernieuwbare brandstoffen van niet biogene oorsprong die voldoen aan de duurzaamheidseisen van die richtlijn en eventueel aanvullende eisen van het nationale Integrale Duurzaamheidskader Biogrondstoffen.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Wat heeft u nodig om de groenverklaring aan te vragen?
- Offertes, opdrachten en/of facturen ter onderbouwing van het projectvermogen.
- Documentatie ter onderbouwing van de startdatum.
- Beschrijving van het systeem/de installatie aan de hand van de regelingseisen (inclusief borging en verwijzing naar offertes, opdrachten en/of facturen).
- Aangevraagde of toegekende subsidies.
Extra toelichting
Deze categorie betreft projecten die bijdragen aan geavanceerde duurzame brandstoffen. Waar het biobrandstoffen betreft, zijn deze gedefinieerd in de Renewable Energy Directive (RED), zijnde alle biobrandstoffen geproduceerd uit grondstoffen die genoemd zijn in bijlage IX en voldoen aan de duurzaamheideisen van die richtlijn. Momenteel wordt de vervoersdoelstelling uit de RED22 nationaal geïmplementeerd in een herziening van de Jaarverplichting Energie Vervoer die per 2022 in werking treedt.
Bijlage IX bestaat uit een A en een B deel, in Nederland wordt deel A meestal aangeduid als geavanceerd, en is zo ook geïnterpreteerd in het Klimaatakkoord en de Kabinetsbrief Biogrondstoffen. Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing. Investeringssteun voor de productie van biobrandstoffen is van de aanmeldingsverplichting alleen vrijgesteld voor zover de gesteunde investeringen worden gebruikt voor de productie van duurzame biobrandstoffen niet zijnde biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen.
Wel is investeringssteun om bestaande installaties voor biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen om te bouwen tot installaties voor geavanceerde biobrandstoffen, vrijgesteld op grond van dit artikel mits die op voedingsgewassen gebaseerde productie wordt verminderd naar rato van de nieuwe capaciteit. De steun wordt uitsluitend voor nieuwe installaties toegekend. Er wordt geen steun toegekend of uitgekeerd nadat de installatie in bedrijf is gekomen en de steun is onafhankelijk van de productie.
Projectomschrijving
Realiseren van een biogas-opwaardeerinstallatie, bestemd voor het produceren van gas van aardgasnetkwaliteit, waarbij uitsluitend uit biomassa of uit mest verkregen gassen als energie-input dienen, met uitzondering van installaties die worden gebruikt voor de productie van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen of waarvoor een leverings- of bijmengverplichting geldt.
Projectvermogen
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Extra toelichting
Deze categorie betreft projecten die gericht zijn op de productie van energiedragers uit biomassa. Het betreft installaties voor het opwaarderen van biogas via monomestvergisting of allesvergisting tot aardgaskwaliteit voor levering aan het aardgasnet. Voor de projecten die gericht zijn op de productie van energiedragers uit biomassa is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing.
Op de projectcategorieën binnen deze subcategorie is artikel 41 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van toepassing. Investeringssteun voor de productie van biobrandstoffen is van de aanmeldingsverplichting alleen vrijgesteld voor zover de gesteunde investeringen worden gebruikt voor de productie van duurzame biobrandstoffen niet zijnde biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen. Wel is investeringssteun om bestaande installaties voor biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen om te bouwen tot installaties voor geavanceerde biobrandstoffen, vrijgesteld op grond van dit artikel mits die op voedingsgewassen gebaseerde productie wordt verminderd naar rato van de nieuwe capaciteit.
De steun wordt uitsluitend voor nieuwe installaties toegekend. Er wordt geen steun toegekend of uitgekeerd nadat de installatie in bedrijf is gekomen en de steun is onafhankelijk van de productie.
Projectomschrijving
- 1. Energieopwekkingstechnieken die niet of zeer gering gangbaar zijn, waarbij:
- a. het project duidelijke milieuwinst biedt;
- b. het project is gesitueerd op een plek waar geen andere energieopwekking mogelijk is;
- c. het project een aantoonbare grote meerwaarde heeft met betrekking tot milieuwinst of energieopwekking ten opzichte van andere projecten.
- 2. Een groenverklaring wordt niet afgegeven als het project niet voldoet aan de voorwaarden uit artikel 41 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
- 3. Een groenverklaring wordt niet afgegeven voor projecten als bedoeld in deze subcategorie waarvoor reeds voor de inwerkingtreding van deze regeling met de uitvoering van de werkzaamheden is aangevangen en waarvoor binnen 6 maanden na inwerkingtreding van deze regeling een groenverklaring wordt aangevraagd.
Projectvermogen:
Een groenverklaring wordt in ieder geval niet afgegeven op projectaanvragen binnen deze subcategorie als de steun meer bedraagt dan € 15 miljoen per onderneming per investeringsproject.
Extra toelichting
Deze subcategorie betreft alternatieve technieken voor het opwekken van duurzame energie die niet in de andere subcategorieën van dit onderdeel passen, zoals bijvoorbeeld reuze vliegers (ook onder water). Dergelijke projecten hebben een grote milieuwinst per project. Dit draagt bij aan besparing van CO2 en gebruik van land of water waar eerder geen energiewinning mogelijk was, of enkel energiewinning van mindere kwaliteit. Voor het project dient, indien van toepassing, een omgevingsvergunning te zijn afgegeven. De projecten zijn niet onder te brengen in gangbare duurzame energieopwekkingsprojectcategorieën en vallen niet binnen de SDE-regeling.
Met deze subcategorie wordt innovatie binnen energieopwekking gestimuleerd gericht op een brede categorie projecten. Artikel 41 Algemene groepsvrijstelling fungeert dan ook als een ondergrens, de projecten moeten in ieder geval aan de eisen uit dat artikel voldoen voor een groenverklaring.