Veelgestelde vragen Specifieke Uitkering (SPUK) Lokale Aanpak Isolatie
Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen met antwoorden over de Specifieke Uitkering (SPUK) Lokale Aanpak Isolatie.
Ja, u mag de SpUk Lokale Aanpak Isolatie inzetten om doe-het-zelfmaatregelen te ondersteunen. Dat kan op verschillende manieren:
Vanuit het standaard budget voor de SPUK LAI
Hierbij moeten de maatregelen voldoen aan het minimum te isoleren vierkante meters en te behalen isolatiewaardes. U leest meer over deze voorwaarden onder onder artikel 4.5.2. Subsidieverstrekking en artikel 7. Verduurzamingsmaatregelen. In de regeling is wel een uitzondering opgenomen: voor maximaal 10% van de slecht geïsoleerde woningen in een aanvraag hoeft u niet aan de eis van de minimaal te isoleren vierkante meters te voldoen. Voldoen de woningen met doe-het-zelfmaatregelen aan de voorwaarden van de regeling óf vallen ze binnen de bandbreedte van de 10%-uitzondering? Dan tellen ze mee in de verantwoording van het aantal te verbeteren woningen.
Vanuit het extra doe-het-zelfbudget
Doet u een aanvraag voor het specifieke doe-het-zelfbudget van de 5e kolom van bijlage III? Dan zijn er geen eisen van de minimaal te isoleren vierkante meters en te behalen isolatiewaardes. Wel moet het gaan om doe-het-zelfaanpak en slecht geïsoleerde woningen, waarbij 80% van alle woningen een lage WOZ-waarde heeft. Let op: woningen die geïsoleerd zijn met dit budget en die niet voldoen aan de eisen aan de minimaal te isoleren vierkante meters en te behalen isolatiewaardes, tellen niet mee in de verantwoording van het aantal te verbeteren woningen. Dit kan alleen als ze voldoen aan de voorwaarden voor het standaard budget van de SPUK LAI.
Praktijkvoorbeeld
Het voordeel van een doe-het-zelfaanpak is dat uw inwoners snel en tegen relatief lage kosten de woning kunnen isoleren. Een voorbeeld van een doe-het-zelfaanpak is die van de gemeente Den Haag. Deze aanpak bespraken we tijdens een webinar in februari 2023. Bekijk het webinar op YouTube vanaf minuut 30
Meer weten over doe-het-zelf aanpak?
- Toolkit doe-het-zelf-isolatie
- Kluswijzer van Milieu Centraal
- Kluswijzer van Doe het zelf, doe het duurzaam
Doe-het-zelf combineren met ISDE of SVVE
Houd er rekening mee dat u voor doe-het-zelf maatregelen geen subsidie krijgt vanuit de ISDE of de SVVE. Voor deze regelingen moet een bouwbedrijf of installateur met een KVK-nummer de maatregelen uitvoeren. Daarnaast moeten de maatregelen voldoen aan de minimum isolatiewaarden en de oppervlakte-eisen.
Ja, combinatie van de SPUK Lokale Aanpak Isolatie met ISDE en SVVE is mogelijk, zolang het niet een doe-het-zelfaanpak is. Daarnaast is er mogelijk budget via:
- het Volkshuisvestingsfonds
- het Nationaal Warmtefonds
- CDOKE
Houd hierbij rekening met de voorwaarden van deze andere regeling en fondsen. U kunt niet meer dan 100% van de gemaakte kosten vergoed krijgen.
Wie vraagt ISDE of SVVE aan?
Woningeigenaren of VvE’s vragen zelf de ISDE en SVVE aan bij ons. U als gemeente of een intermediair kan ook een aanvraag doen. Het budget van deze subsidies staat los van het budget van de SPUK LAI. De gemeente vraagt het budget van de SPUK LAI aan en kent vervolgens subsidie toe. Dit kan op basis van een eigen verordening, aan eigenaar-bewoners of VvE’s.
U kunt als gemeente met de SPUK aanvullende subsidies of vouchers geven aan woningeigenaren of VvE’s. Bijvoorbeeld voor maatregelen waarvoor zij ook ISDE of SVVE kunnen aanvragen. Zo ondersteunt u inwoners extra met verduurzaming van hun woning.
Slecht geïsoleerde woningen of gebouwen van VvE’s zonder energielabel kunt u op verschillende manieren in kaart brengen. Bijvoorbeeld door:
- een schatting te maken op basis van bekende data
- een uitvraag te doen via vragenlijsten
- een eenvoudige opname te laten uitvoeren door energiefixers, energieadviseurs of uitvoerders
Neem deze aanpak in uw isolatieprogramma op.
Nee, meestal niet. Deze specifieke uitkering is bedoeld voor isolatie van slecht geïsoleerde woningen onder een bepaalde WOZ-waarde. Woningen die geen onderdeel zijn van een VvE moeten voor de SPUK LAI altijd minimaal energielabel D of twee slechte bouwdelen hebben. Een woning met een energielabel C (of beter) kan ook onder de definitie van slecht geïsoleerde woning vallen als er tenminste 2 niet of slecht geïsoleerde bouwdelen zijn. Dan mag u deze woning wel verbeteren met de SPUK LAI. U heeft dus een keuze om een slecht geïsoleerde woning te identificeren als een woning met een energielabelklasse D, E, F of G of als een woning met ten minste twee niet of slecht geïsoleerde bouwdelen.
Hoe zit dit bij VvE's?
Voor VvE’s geldt dat op gebouwniveau kan worden bepaald of die slecht geïsoleerd is. Wanneer er op gebouwniveau minimaal 2 slechte bouwdelen zijn, kunnen alle woningen in het gebouw in aanmerking komen voor de middelen uit de SPUK LAI. Dit kunnen dus ook woningen zijn met een energielabel C of woningen die zelf geen 2 slechte bouwdelen hebben. Ook kunt u bij VvE’s op het niveau van individueel woningen slecht geïsoleerde woningen identificeren. Daarin heeft u een keuze.
Wat kan ik doen voor woningeigenaren met beter geïsoleerde woningen?
U kunt dit soort beter geïsoleerde woningen meenemen in uw isolatieprogramma door hiervoor andere middelen in te zetten dan de SPUK LAI. Bijvoorbeeld een ander budget in de gemeente. Ook kunt u deze betere woningen meenemen in uw aanpak als dit niet zorgt voor extra kosten. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van informatiebijeenkomsten of communicatie. Deze kosten mag u wel vanuit het SPUK LAI-budget betalen.
Bij VvE’s is het vaststellen van de energetische kwaliteit mogelijk op individueel woningniveau en op gebouwniveau. Zijn er op gebouwniveau minimaal twee slecht geïsoleerde bouwdelen? Dan mogen alle woningen binnen de VvE baat hebben bij de verduurzamingsmaatregelen vanuit de SPUK LAI.
Bij de verantwoording van het aantal verbeterde woningen tellen ze niet allemaal mee. Alleen de geïsoleerde woningen die grenzen aan het bouwdeel dat wordt aangepakt tellen mee. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om isolatiemaatregelen aan het bouwdeel of een energiezuinig ventilatiesysteem. Houd bij eventuele ondersteuning van de verhuurders in een gemengde VvE (met woningeigenaren en huurders) rekening met de regels rond staatssteun.
U heeft als gemeente hiervoor zelf veel vrijheid. In ieder geval moet minimaal 80% van de woningen die u isoleert een lagere WOZ-waarde hebben dan de gemiddelde WOZ-waarde van de koopwoningen in uw gemeente. Of een WOZ-waarde onder de NHG-grens.
Binnen deze regels kan u ervoor kiezen aanvullende eisen te stellen. Bijvoorbeeld: u stelt inkomenseisen aan huishoudens van eigenaar-bewoners die ondersteuning krijgen uit het budget. Er is in dat geval geen sprake van ongeoorloofd inkomensbeleid. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bevestigt dit.
Met de SPUK LAI mag u ook mensen ondersteunen die in aanmerking komen voor de bijstand. Subsidie voor woningisolatie geldt namelijk niet als ondersteuning voor de algemene noodzakelijke kosten van het bestaan. Bij de wijziging van de regeling in november 2023 is verduidelijkt dat het gebruik van inkomenseisen is toegestaan bij de uitvoering van de regeling. Zie hiervoor: Staatscourant 2023, 31936.
Nee, u mag het SPUK LAI-budget niet toevoegen aan een fonds. Besteding moet uiterlijk op 31 december 2026 (tranche I) of 31 december 2027 (tranche II). Budget dat in een fonds blijft of terugkeert, geldt als ‘niet besteed’. Budget dat u niet besteedt vorderen we terug.
Via het Nationaal Warmtefonds kunnen eigenaar-bewoners en VvE’s tegen aantrekkelijke voorwaarden isolatiemaatregelen voorfinancieren. Voor eigenaar-bewoners met een laag inkomen bestaat zelfs een lening met 0% rente.
Ja, dat mag. Een Soorten Management Plan (SMP) draagt bij aan sneller, meer of natuurinclusiever isoleren. Vanaf 2023 is er een subsidieregeling beschikbaar voor natuurinclusief isoleren en in 2024 is hiervoor een tweede subsidieregeling gepland. Voor VvE’s is er sinds 1 januari 2024 de SVVE voor ecologisch onderzoek. Lees over de SVVE voor meer informatie.
Het kan zijn dat u kosten maakt waar u btw over moet betalen. Deze btw kunt u in bepaalde gevallen terugvragen bij het BTW-compensatiefonds (BCF). U geeft bij uw aanvraag aan op welk bedrag u aanspraak wil maken op het BCF. Houd bij het inschatten van dit bedrag rekening met de regelgeving van het fonds. Deze regels vindt u op de website van het Ministerie van Financiën.
Het is belangrijk dat u het bedrag dat u wilt terugvragen bij het compensatiefonds zo goed mogelijk inschat. Het aangegeven bedrag in uw aanvraag krijgt u niet direct uitgekeerd, maar houden we in op de te verstrekken uitkering. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties draagt het bedrag bij aan het BCF.
De btw die u terugvraagt, moet betaald zijn over een niet-ondernemerstaak en er is geen sprake van verstrekking aan een individuele derde. Het gaat dus om taken die u als gemeente zelf zou kunnen uitvoeren, als niet-ondernemer, maar in plaats daarvan heeft u gekozen voor uitbesteding.
U kunt geen aanspraak maken op het fonds als u kosten vergoedt die burgers of bedrijven maken om de isolatiemaatregelen uit te voeren. De gemeente is dan namelijk niet de afnemer van de uitgevoerde maatregel. In btw-termen wordt dit de ‘prestatie’ genoemd. Ook bij het verstrekken van bijvoorbeeld isolatiemateriaal of het aanbieden van de diensten van een energiecoach die de burger advies geeft, kan de btw niet terug worden ontvangen uit het BCF. Deze goederen en diensten worden namelijk direct verstrekt aan een individuele derde.
In uw aanvraag vermeld u het bedrag aan verschuldigde btw dat in aanmerking komt voor verrekening op grond van de wet op de omzetbelasting én het bedrag aan verschuldigde btw dat in aanmerking komt voor vergoeding uit het BTW-compensatiefonds. Het totaal btw-bedrag dat u opgeeft in de aanvraag houden we in op het beschikte totaalbedrag. Daarom is het belangrijk dat u het btw-bedrag over de kosten van het isolatieprogramma goed inschat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken stort het bedrag dat in aanmerking komt voor vergoeding uit het BTW-compensatiefonds in het BTW-compensatiefonds. Terugvorderen van dit bedrag kan niet. Dit bedrag kan dus achteraf ook niet gewijzigd worden.
Als gemeente verantwoordt u zich één keer per jaar over de besteding en uitvoering via de SiSa-systematiek (single information, single audit). De SiSa-coördinator van uw gemeente of provincie kan u hierover meer vertellen.
Verantwoordt u zich niet of voor een deel van het budget? Dan vorderen we dit bedrag terug. Dit gebeurt ook als het budget niet volledig of niet volgens de voorwaarden van de regeling is besteed.
Bekijk de pagina Single information, Single audit (SiSa) voor meer informatie.
Voortgangsrapportage en monitoring
Naast de SiSa-verantwoording, dient u 2 keer per jaar (voor 15 maart en 15 september) een voortgangsrapportage in. Dit doet u zolang de activiteiten waarvoor u uitkering ontvangt in uitvoering zijn (uiterlijk tot 31 december 2026/2027). Met deze rapportages monitoren we de voortgang en het effect van de isolatiemaatregelen op de CO2-reductie.
Bij de voortgangsrapportage levert u het Monitoringsbestand aan. In dit bestand houdt u bij welke maatregelen in welke woningen zijn uitgevoerd. U leest hierover meer onder Monitoring SpUk Lokale Aanpak Isolatie. U vindt daar ook het bestand. Tip: werk dit document gedurende de uitvoering van uw isolatieprogramma regelmatig bij.
In de voortgangsrapportages (monitoring) geeft u aan welke bouwdelen van de woning vooraf slecht geïsoleerd zijn. U hoeft hierbij geen bewijzen aan te leveren. Het is aan u hoe u als gemeente de juistheid van de gegevens waarborgt. Onze aanbeveling is hierover vroegtijdig afspraken te maken met de accountant die de gegevens bij de verantwoording controleert.
U kiest als gemeente zelf de maximale WOZ-grens waar 80% van de te verbeteren woningen onder vallen. Dit doet u door te kiezen uit:
- de gemiddelde WOZ-waarde uit bijlage 1 van de regeling; of
- de NHG-grens van € 429.300.
Voorbeeld
U wilt kiezen voor de hoogste waarde, zodat er meer woningen onder uw isolatieprogramma vallen. U kijkt welk bedrag voor uw gemeente hoger is. Stel, de gemiddelde WOZ-waarde van de koopwoningen in uw gemeente is € 470.000. Dan kunt u € 470.000 als maximale WOZ-grens aanhouden. U zorgt in dat geval dat minimaal 80% van de woningen die u aanpakt met het isolatieprogramma een lagere WOZ-waarde heeft dan € 470.000. Ligt de gemiddelde WOZ-waarde in uw gemeente lager dan € 429.300? Dan heeft u de mogelijkheid om de NHG-grens te hanteren. U zorgt dat minimaal 80% van de woningen die u aanpakt een lagere WOZ-waarde heeft dan € 429.300.
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen, heeft betrekking op de gemiddelde WOZ-waarden van de woningen. Minimaal 80% van de woningen die u met de specifieke uitkering isoleert, moet een lagere WOZ-waarde hebben dan het gemiddelde in uw gemeente. Of ligt onder de € 429.300 (NHG grens). U vindt de gemiddelde WOZ-waarde van uw gemeente in bijlage 1 van de Staatscourant publicatie.
Om te toetsen of aan deze voorwaarde wordt voldaan, moet inzichtelijk zijn hoeveel verbeterde woningen in de isolatieaanpak onder een van de 2 grenzen vallen. Hiervoor hebben we op adresniveau de WOZ-waarde van de woningen nodig, met als WOZ-peildatum 1 januari 2022. De WOZ-waarde op buurt- of wijkniveau is niet voldoende.
U achterhaalt de WOZ-waarde van een woning bijvoorbeeld door:
- deze bij de eigenaar-bewoner van de woning op te vragen
- openbare bonnen raad te plegen
- de WOZ-gegevens van de woning in eigen administratie op te zoeken
Vanaf 2025 kunt u hiervoor de Landelijke Voorziening WOZ gebruiken.
Raadpleegt u een bron? Zorg dan dat u die gegevens alleen gebruikt voor het doel waar die voor verwerkt zijn. Dit is uw eigen verwerkingsverantwoordelijkheid.
Dit is vanaf 2025 mogelijk. Eerst is een wijziging nodig van de regelgeving rondom WOZ-gegevens.
Een voorwaarde in de regeling lokale aanpak is dat minstens 80% van de aan te pakken slecht geïsoleerde woningen een lage WOZ-waarde heeft. Voor een efficiënte uitvoering van de regeling is het wenselijk dat gemeenten WOZ-gegevens uit de Landelijke Voorziening WOZ kunnen gebruiken. Hiermee kunnen gemeenten de benodigde gegevens op adresniveau en in bulk benutten.
Hiervoor is een wijziging in voorbereiding van het Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken. Naar verwachting treedt de wijziging eind 2024 in werking. In 2025 kunt u dan bij de verantwoording van de lokale aanpak isolatie gebruik maken van de Landelijke Voorziening WOZ.
Tot die tijd kunt u woningen voor de lokale aanpak in kaart brengen door gebruik te maken van de WOZ-waarde op het zogeheten postcode 6 niveau op de website van het CBS. Op het niveau van volledige postcodes is al goed in beeld te brengen waar veel woningen staan met lagere WOZ-waarden.
- Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties