Veelgestelde vragen Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord (SPUK SLA)
Staat uw vraag over voorwaarden en de aanvraagprocedure hier niet? Neem dan contact met ons op. Dit kan ook bij vragen over concrete projectideeën.
U bereikt ons via spuksla@rvo.nl.
Om te sparren over een pilotproject is ook uw aanspreekpunt bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) beschikbaar.
De SPUK dekt 50% van de in aanmerking komende kosten. Er wordt – met een beroep op de gezamenlijke betrokkenheid – dus ook een 50% bijdrage van de aanvrager verwacht. Ook voor dit gedeelte mag u geen kosten opvoeren die niet in aanmerking komen.
Loonkosten van personeel in dienst van de aanvragers komen niet in aanmerking. U kunt ze dus ook niet als cofinanciering inzetten. Dit betreft alle dienstverbanden, zowel vast als tijdelijk. In aanmerking komen alleen externe kosten die in de SiSa-verantwoording kunnen worden opgenomen.
Bijdragen van private partijen kunt u wel als bron inzetten, net als andere financieringsbronnen van de aanvragers zelf. Ook bijdragen van buurgemeenten kunt u gebruiken, ook als ze geen aanvrager zijn als deze niet zijn verstrekt in de vorm van een subsidie of specifieke uitkering.
Projecten komen niet in aanmerking als zij al een andere specifieke uitkering of subsidie van Europa, het Rijk, een provinciebestuur of gemeentebestuur hebben ontvangen.
In de toelichting op de rekentool is een rekenvoorbeeld beschreven. Het voorbeeld behandelt de emissievermindering (uitstootvermindering) door aanleg van walstroom in een hypothetische haven. We hanteren geen kengetallen voor emissievermindering. Er zijn veel publieke bronnen beschikbaar, die u kunt gebruiken om de emissievermindering van een project te berekenen. Vaak moet u hiervoor een emissiefactor opzoeken. Belangrijke bronnen hiervoor zijn de invoergegevens luchtkwaliteit die het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) jaarlijks publiceert. Meer tips vindt u op de website van Infomil.
Nee. De SPUK SLA is alleen gericht op een aantal specifieke luchtverontreinigende stoffen: stikstofoxiden (NOx), fijn stof (PM10 en PM2,5), ammoniak (NH3) en zwaveldioxide (SO2). De rekentool is dan ook beperkt tot deze stoffen.
Bij emissieverlagende projecten moet u 70% van de kosten maken gericht op emissieverlaging van de hiervoor genoemde stoffen. De overige 30% kunnen kosten zijn voor bijvoorbeeld vooronderzoek, metingen of communicatie, maar ook voor maatregelen die geuroverlast of CO2-uitstoot verminderen.
Het kan natuurlijk voorkomen dat u in een project ook een vermindering van geuroverlast of CO2-emissies bereikt. Dit is geen beperking voor de SpUk SLA. Als in een project bijvoorbeeld kosten worden gemaakt die én fijnstof én CO2 verminderen, is dit geen probleem.
Kosten voor onderzoek kunnen op verschillende manieren in aanmerking komen.
Ten eerste kunnen de voorbereidingskosten van projecten worden opgevoerd. Hieronder kan ook een vooronderzoek vallen.
Ten tweede kan kennisontwikkeling, advies en training als overig project worden ingediend. Doorrekenen van verschillende maatregelen om de effecten te vergelijken zou hier bijvoorbeeld onder kunnen vallen.
Het is mogelijk om kosten op te voeren die zijn gemaakt voor de aanvraag van de SPUK, vanaf 1 januari 2023. U kunt uw project dus ook al starten voordat u een verleningsbrief voor de SPUK heeft ontvangen. De toekenning van de SPUK is dan uiteraard niet gegarandeerd.
Ja, vaste, bovenwettelijke maatregelen die zijn afgesproken in het SLA komen in aanmerking als ze aan alle voorwaarden van de SPUK SLA voldoen.
Alleen provincies en gemeenten die deelnemen aan het SLA komen in aanmerking voor de SPUK. De ontvanger mag wel activiteiten laten uitvoeren door derde partijen, bijvoorbeeld omgevingsdiensten. Of de uitvoerende diensten zoals omgevingsdiensten laten trainen of opleiden. Bijvoorbeeld om scherper te vergunnen of om te leren hoe ze vrijwillige vermindering stimuleren.
De aanvrager moet in de jaarrekening verantwoording afleggen over de volgende indicatoren:
Type 1: Indicatoren die worden gebruikt voor de financiële vaststelling.
- Beschikkingsnummer - aard van de controle n.v.t.
- Besteding (jaar T) - aard van de controle R
- Eindverantwoording (ja/nee) - aard van de controle n.v.t.
Type 2: Indicatoren die niet worden gebruikt voor de financiële vaststelling, maar noodzakelijk zijn voor het ministeriële jaarverslag.
- Cumulatieve bestedingen tot en met jaar T - aard van de controle n.v.t.
- Daadwerkelijke startdatum van het project - aard van de controle D1
- Daadwerkelijke einddatum van het project - aard van de controle n.v.t.
- Ervaringen binnen 3 maanden na afronding project gedeeld (ja/nee)? – aard van de controle n.v.t.
- Jaar waarin het project is opgenomen in een decentraal uitvoeringsplan - aard van de controle n.v.t.
Het indicatornummer in de SiSa-verantwoording waaronder u de kosten dient te verantwoorden is E53. Bij een succesvolle aanvraag kunt u deze informatie ook teruglezen in de verleningsbeschikking.
Als u bij de SiSa invult dat het om een eindverantwoording gaat, starten wij dit proces. U vult dan het 'verantwoordingsformulier projecten' in.
Een specifieke uitkering kan bestemd zijn voor activiteiten waarover u omzetbelasting moet betalen. In bepaalde gevallen kunt u deze btw in aftrek brengen, of recht hebben op een bijdrage uit het btw-compensatiefonds.
Heeft u recht op een bijdrage uit het btw-compensatiefonds? Dan komt de btw niet in aanmerking voor vergoeding via de Specifieke Uitkering Schone Lucht Akkoord. De specifieke uitkering is exclusief de btw over de gemaakte kosten die in aanmerking komen voor compensatie uit het btw-compensatiefonds. Daarom wordt een deel van het budget voor de SPUK SLA afgedragen aan het btw-compensatiefonds. Naar verwachting claimen gemeenten en provincies de in rekening gebrachte btw bij dit fonds.
Vraagt u de SPUK SLA aan? Dan levert u een begroting aan waarin naast de gemaakte kosten en cofinanciering ook de kosten staan voor btw-compensatie.
Meer weten? Ga naar de Wet op het btw-compensatiefonds.
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat