Definitieve berekening TVL Q4 2020
Op deze pagina leest u hoe we het definitieve bedrag van de TVL Q4 2020 berekenden.
De TVL Q4 2020 is gesloten. De regeling was open voor aanvragen tot en met 29 januari 2021, 17:00 uur.
Verhoging subsidiepercentage
Het subsidiepercentage van de TVL was voor de TVL Q4 2020 afhankelijk van het omzetverlies. Voor de TVL Q4 2020 was het subsidiepercentage 50% bij 30% omzetverlies. Bij 100% omzetverlies liep dit op naar 70%. Voor de TVL Q1 2021 gold een vast percentage van 85%.
Hoe berekenden we de definitieve TVL Q4 2020?
We bepaalden de hoogte van de subsidie als volgt:
subsidie = normale omzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten in % x 50%
De TVL compenseerde maximaal 50% van de vaste lasten.
Als u voldeed aan de voorwaarden, ontving u een voorschot van 80% op basis van uw verwachte omzetverlies. Na afloop van de subsidieperiode vroegen wij u naar uw werkelijke omzet. Dit noemen we de vaststelling.
Eenmalige opslag voor de horeca: HVA
Verplicht gesloten horecagelegenheden kwamen voor de TVL Q4 2020 in aanmerking voor een eenmalige opslag Horeca Voorraad en Aanpassingen (HVA).
Opslag voor de detailhandel: VGD
Non-food detailhandelaars kwamen voor de TVL Q4 2020 en de TVL Q1 2021 in aanmerking voor de opslag Voorraad Gesloten Detailhandel (VGD).
Rekenvoorbeelden
Hieronder vindt u 2 rekenvoorbeelden van bedrijven die omzetverlies hadden door de coronamaatregelen. Het eerste bedrijf kwam in aanmerking voor een tegemoetkoming via de TVL, het tweede bedrijf vooralsnog niet. De cijfers zijn fictief en niet te herleiden naar echte ondernemingen. Aan de voorbeelden kunnen geen rechten worden ontleend.
Restaurant
Een restaurant had in 2019 een omzet van € 336.000 van oktober tot en met december. In 2020 verwachtte de eigenaar in dezelfde periode een omzet van € 50.400.
Hiermee kwam het verwachte omzetverlies op 85%. Het restaurant voldeed aan de voorwaarde van minimaal 30% omzetverlies.
Het aandeel van de vaste lasten in de omzet voor zijn branche (SBI-code 56.10.1) was 25%.
De vaste lasten waren € 84.000. Het restaurant voldeed aan de voorwaarde van minimaal € 3.000 vaste lasten.
De TVL Q4 2020 bedroeg: € 336.000 x 85% x 25% x 50% = € 35.700
Het percentage voor de opslag Horeca Voorraad en Aanpassingen (HVA) was 2,8%.
De HVA-opslag bedroeg: € 336.000 x 85% x 2,8% = € 7.997
Totale TVL Q4 2020 en HVA-opslag bij het verwachte omzetverlies = € 43.697
De restauranteigenaar ontving een voorschot van 80%, namelijk € 34.958.
Rekenonderdelen | Berekening |
Omzet 4e kwartaal 2019 (door u ingevuld) Verwachte omzet 4e kwartaal 2020 (door u ingevuld) Verwacht omzetverlies (85%) |
€ 336.000 € 50.400 € 285.600 |
U verwachtte meer dan 30% omzet te verliezen. Hierdoor had u recht op de TVL. | |
Percentage vaste lasten op basis van uw SBI-code (56.10.1) Vastgesteld vergoedingspercentage De TVL Q4 2020 bij uw verwachte omzetverlies |
25% 50% € 35.700 |
Met SBI-code 56.10.1 kwam u in aanmerking voor de HVA-opslag. | |
Percentage opslag HVA Bedrag dat u extra ontving door de HVA-opslag |
2,8% € 7.997 |
Totale TVL Q4 2020 en HVA-opslag bij uw verwachte omzetverlies Voorschot dat u mogelijk kon ontvangen (80% van de TVL Q4 2020 en HVA-opslag) |
€ 43.697 € 34.958 |
Schoenwinkel
Een schoenwinkel had in 2019 een omzet van € 47.400 van oktober tot en met december. In 2020 verwachtte de eigenaar in dezelfde periode een omzet van € 40.290.
Hiermee kwam het verwachte omzetverlies op 15%. Het omzetverlies was lager dan 30%.
De schoenwinkel kwam op basis van dit omzetverlies niet in aanmerking voor de TVL.
Als de eigenaar in de komende maanden merkte dat het omzetverlies toch hoger was dan 30%, kon deze tot en met 29 januari 2021 alsnog een aanvraag doen.
Rekenonderdelen | Berekening |
Omzet 4e kwartaal 2019 (door u ingevuld) | € 47.400 |
Verwachte omzet 4e kwartaal 2020 (door u ingevuld) | € 40.290 |
Verwacht omzetverlies (15%) Percentage vaste lasten op basis van uw SBI-code (47.72.1) |
€ 7.110 15% |
U verwachtte minder dan 30% omzet te verliezen. Hierdoor had u geen recht op de TVL. | |
Deel vaste lasten van uw referentieomzet Deel vaste lasten van uw omzetverlies Vastgesteld vergoedingspercentage |
€ 7.110 € 1.067 50% |
Maximaal bedrag bij 100% omzetverlies Tegemoetkoming bij uw verwachte omzetverlies Voorschot dat u mogelijk kon ontvangen (80% van de TVL) |
€ 3.555 € 0 € 0 |
Uitleg over de berekening
subsidie = normale omzet x omzetverlies in % x aandeel vaste lasten in % x 50%
Normale omzet
Normale omzet wordt ook wel referentieomzet genoemd. Onder omzet verstaan wij alle inkomsten zonder de ontvangen btw en vóór aftrek van kosten en vaste lasten. Met u een aangifte voor de omzetbelasting doen? Gebruik dan de posten Prestaties binnenland (1a, 1b, 1c en 1e) en Prestaties naar of in het buitenland (3a, 3b en 3c) van uw btw-aangifte als omzet.
Welke omzetgegevens u nodig had, hangt af van de datum waarop u uw bedrijf voor het eerst inschreef in het Handelsregister van KVK.
- Schreef u uw bedrijf voor 2 oktober 2019 voor het eerst in in het Handelsregister van KVK?
Dan gebruikten we de omzet van 1 oktober tot en met 31 december in 2019, voor het coronavirus uitbrak. Deze periode noemen we de referentieperiode. Als u de btw-aangifte per kwartaal deed, dan nam u de omzet van het 4e kwartaal 2019 (oktober-december). - Schreef u uw bedrijf na 1 oktober 2019 en uiterlijk op 15 december 2019 voor het eerst in?
Dan gebruikten we de omzet in de eerste 3 volle maanden volgend op de maand waarin u was gestart met uw bedrijf. Uw startdatum was de datum waarop u uw bedrijf voor het eerst in het Handelsregister van KVK heeft ingeschreven. Als u bijvoorbeeld 15 november 2019 was gestart, waren dat de maanden december 2019, en januari en februari 2020. - Schreef u uw bedrijf na 15 december 2019 en uiterlijk op 29 februari 2020 voor het eerst in?
Dan gebruikten we uw gemiddelde maandelijkse omzet vanaf de dag na de start van uw bedrijf tot en met 15 maart 2020. Uw startdatum was de datum waarop u uw bedrijf voor het eerst in het Handelsregister van KVK had ingeschreven. We berekenden de referentieomzet dan als volgt:
referentieomzet = (de omzet in de periode na de dag van de start van de activiteiten tot en met 15 maart 2020) / (het aantal maanden) x 3
- Schreef u uw bedrijf na 29 februari en uiterlijk op 15 maart 2020 voor het eerst in?
Dan konden we uw omzet onder normale omstandigheden niet bepalen. U ontving de minimale subsidie van € 750 als uw vaste lasten van oktober tot en met december 2020 minimaal € 3.000 waren.
Omzetverlies
Voor het omzetverlies vergeleken we uw normale omzet met de omzet die u in 2020 verwachtte in dezelfde periode. Het omzetverlies moest minimaal 30% zijn. We berekenden het omzetverlies als volgt:
omzetverlies in % = (normale omzet - verwachte omzet oktober-december 2020) / normale omzet x 100
Aandeel vaste lasten
Voor de bepaling van de vaste lasten, gebruikten we branchegegevens van het CBS. Omdat we zoveel mogelijk ondernemers zo snel mogelijk wilden helpen, maakten we geen gebruik van uw werkelijke vaste lasten.
Het CBS beschikte over het gemiddelde aandeel van de vaste lasten in de omzet van uw branche, uitgedrukt in een percentage. Het aandeel van de vaste lasten in de omzet voor uw branche stond dus vast en hing samen met de SBI-code van uw hoofdactiviteit. De vaste lasten moesten na berekening hoger zijn dan € 3.000. We berekenden de vaste lasten als volgt:
vaste lasten = normale omzet x aandeel vaste lasten in %
Vorige subsidieperiodes
Bent u op zoek naar informatie over eerdere subsidieperiodes die inmiddels zijn gesloten?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat