Gesloten voor aanvragen

Voorwaarden Startersregeling Q1 2022

Laatst gecontroleerd op:
24 augustus 2023
Gepubliceerd op:
17 mei 2022

Om in aanmerking te komen voor de Startersregeling Q1 2022 moest u voldoen aan de voorwaarden. 

Voorwaarden

De voorwaarden waren: 

  • U kwam alleen in aanmerking voor de Startersregeling Q1 2022 als u een mkb-onderneming heeft. Om te toetsen of uw organisatie een mkb-onderneming is, gebruikt u de online mkb-toets.
  • U schreef uw mkb-onderneming voor het eerst in bij de KVK na 30 juni 2020 en uiterlijk 30 september 2021.
  • Uw omzetverlies in Q1 2022 was 30% of hoger, in vergelijking met de referentieperiode Q3 2021. 
  • Had u uw onderneming na 30 juni 2021 en uiterlijk 30 september 2021 (Q3 2021) ingeschreven bij de KVK? Dan gebruikte u de eerste 3 volledige maanden ná de maand van inschrijving, als referentiekwartaal.  Voorbeeld: u had uw onderneming halverwege juli 2021 ingeschreven bij de KVK. Dan bestond de referentieomzet uit de omzet van augustus, september en oktober 2021. 
  • De subsidie werd gebaseerd op het omzetverlies, het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit hoorde. Bij de berekening van het subsidiebedrag was het subsidiepercentage 100%.
  • Het minimum subsidiebedrag per kwartaal was € 1.500.
  • Het maximum subsidiebedrag per kwartaal wass € 100.000.
    • Goederenvervoerders over de weg ontvingen maximaal € 100.000 voor beide kwartalen. 
    • Landbouwbedrijven ontvingen maximaal € 20.000 voor 2 kwartalen.
    • Visserij- en aquacultuurbedrijven ontvingen maximaal € 30.000 voor 2 kwartalen. 
    • Als deze maximum bedragen waren bereikt, dan ontving de onderneming geen subsidie meer. Zie ook hieronder bij de-minimisverordening
  • Bedrijven die een subsidiebedrag van meer dan € 25.000 aanvroegen, waren verplicht een verklaring van een deskundige derde, zoals een accountant of een boekhouder, aan te leveren. De zogenoemde derdenverklaring.
  • De onderneming had minimaal een vestiging in Nederland, met een aparte voordeur of opgang van het huisadres. Op deze vestigingseis waren een paar uitzonderingen, zoals:
    • Horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30.
    • Markthandel met SBI-code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2 en 47.89.9.
    • Taxivervoer met SBI-code 49.39.1 en 49.32.
    • Auto-en motorrijscholen met SBI-code 85.53.
    • Kermisattracties met SBI-code 93.21.2.
    • Luchtballonvaart & recreatieve sportvliegtuigen met SBI-code 51.10
    • Binnenvaart (SBI 50.40), zee- en kustvaart (SBI 50.20), goederenvervoer over de weg (SBI 49.41), verhuisvervoer (SBI 49.42), post- en koeriersdiensten (SBI 53.10 en 53.20).
  • De onderneming moest minimaal € 1.500 vaste lasten hebben per kwartaal. De gemiddelde hoogte van de vaste lasten in een kwartaal werd berekend met de omzet en het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoorde.
  • Was uw onderneming verbonden aan óf onderdeel van een andere onderneming en daarmee onderdeel van een bestaande groep? Dan kwam u niet in aanmerking voor de Startersregeling Q1 2022 als de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep vóór 1 juli 2020 lag. Voorbeelden zijn: 
    • dochterondernemingen;
    • werkmaatschappijen;
    • startende nieuwe filialen onder een aparte bv;
    • franchisenemers die niet los staan van de franchisegever.

      Als alle ondernemingen in de groep na 30 juni 2020 waren gestart, kon u wel de Startersregeling Q1 2022 aanvragen.
  • De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief waren in primaire productie van landbouwproducten ontvingen samen niet meer dan € 20.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
  • De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief waren in de visserij- en aquacultuursector ontvingen samen niet meer dan € 30.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
  • De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief waren in de wegenbouw ontvingen samen niet meer dan € 100.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
  • De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen ontvingen samen niet meer dan € 200.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
  • U was geen financiële instelling of overheidsbedrijf.
  • U was niet failliet en had geen uitstel van betaling (surseance) aangevraagd bij de rechtbank.
  • De vestiging van uw bedrijf had een ander adres dan uw privé-adres of de vestiging stond los van de privéwoning en had een eigen opgang of toegang.

Let op: u betaalt inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over de subsidie die u ontving uit de TVL Q1 2022 startende ondernemingen (voor eerdere TVL-regelingen hoefde dat niet).

Startersregeling en NOW

Voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) telde de tegemoetkoming uit de Startersregeling Q1 2022 niet mee als omzet. 

De-minimisregeling

De startersregeling was een zogeheten de-minimisregeling. Een startende onderneming mocht onder de-minimis in 3 jaar tijd maximaal € 200.000 ontvangen. Kreeg uw onderneming, behalve voor de Startersregeling Q1 2022, ook voor de Startersregeling Q4 2021 de maximale subsidie van € 100.000? Dan mocht u geen andere de-minimissubsidie hebben ontvangen. 

Voerde uw onderneming onder 1 KVK-nummer verschillende activiteiten uit? En vielen meerdere van deze activiteiten onder de de-minimisverordening? Dan moest u rekening houden met het volgende:

  • uw onderneming viel onder de de-minimisverordening met het laagste subsidieplafond;
  • u diende een gescheiden boekhouding te hebben voor elke activiteit;
  • u zorgde ervoor dat de steun uitsluitend gebruikt werd voor de activiteit waarvoor deze bedoeld was.

Lager maximum bedrag

Voor sommige bedrijven gold bij de de-minimisregeling een lager maximum subsidiebedrag. Voor goederenvervoerders over de weg gold een maximum van € 100.000, voor landbouwbedrijven was dat € 20.000 en voor visserij- en aquacultuurbedrijven was de maximale subsidie € 30.000. Voor die bedrijven kon de startersregeling voor Q4 2021 al invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag voor Q1 2022. We keken daarom ook naar de hoogte van andere subsidies die een ondernemer volgens de-minimis had ontvangen. Subsidies van een gemeente of provincie vielen vaak onder de-minimis. Als er sprake was van de-minimissteun, moest dat ook als zodanig genoemd worden. 

Vragen over de startersregeling?

Neem contact met ons op

Info in English

In opdracht van:
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Bent u tevreden over deze pagina?