Voorwaarden Startersregeling Q1 2022
Om in aanmerking te komen voor de Startersregeling Q1 2022 moest u voldoen aan de voorwaarden.
Voorwaarden
De voorwaarden zijn:
- U komt alleen in aanmerking voor de Startersregeling Q1 2022 als u een mkb-onderneming heeft. Om te toetsen of uw organisatie een mkb-onderneming is, gebruikt u de online mkb-toets.
- U schreef uw mkb-onderneming voor het eerst in bij de KVK na 30 juni 2020 en uiterlijk 30 september 2021.
- Uw omzetverlies in Q1 2022 was 30% of hoger, in vergelijking met de referentieperiode Q3 2021.
- Heeft u uw onderneming na 30 juni 2021 en uiterlijk 30 september 2021 (Q3 2021) ingeschreven bij de KVK? Dan gebruikt u de eerste 3 volledige maanden ná de maand van inschrijving, als referentiekwartaal. Voorbeeld: u heeft uw onderneming halverwege juli 2021 ingeschreven bij de KVK. Dan bestaat de referentieomzet uit de omzet van augustus, september en oktober 2021.
- De subsidie wordt gebaseerd op het omzetverlies, het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code van de hoofdactiviteit hoort. Bij de berekening van het subsidiebedrag is het subsidiepercentage 100%.
- Het minimum subsidiebedrag per kwartaal is € 1.500.
- Het maximum subsidiebedrag per kwartaal is € 100.000.
- Goederenvervoerders over de weg ontvangen maximaal € 100.000 voor beide kwartalen.
- Landbouwbedrijven ontvangen maximaal € 20.000 voor 2 kwartalen.
- Visserij- en aquacultuurbedrijven ontvangen maximaal € 30.000 voor 2 kwartalen.
- Als deze maximum bedragen zijn bereikt, dan ontvangt de onderneming geen subsidie meer. Zie ook hieronder bij de-minimisverordening.
- Bedrijven die een subsidiebedrag van meer dan € 25.000 hebben aangevraagd, zijn verplicht een verklaring van een deskundige derde, zoals een accountant of een boekhouder, aan te leveren. De zogenoemde derdenverklaring.
- De onderneming heeft minimaal een vestiging in Nederland, met een aparte voordeur of opgang van het huisadres. Op deze vestigingseis zijn een paar uitzonderingen, zoals:
- Horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30.
- Markthandel met SBI-code 47.81.1, 47.81.9, 47.82, 47.89.1, 47.89.2 en 47.89.9.
- Taxivervoer met SBI-code 49.39.1 en 49.32.
- Auto-en motorrijscholen met SBI-code 85.53.
- Kermisattracties met SBI-code 93.21.2.
- Luchtballonvaart & recreatieve sportvliegtuigen met SBI-code 51.10
- Binnenvaart (SBI 50.40), zee- en kustvaart (SBI 50.20), goederenvervoer over de weg (SBI 49.41), verhuisvervoer (SBI 49.42), post- en koeriersdiensten (SBI 53.10 en 53.20).
- De onderneming moet minimaal € 1.500 vaste lasten hebben per kwartaal. De gemiddelde hoogte van de vaste lasten in een kwartaal wordt berekend met de omzet en het percentage vaste lasten dat bij de SBI-code hoort.
- Is uw onderneming verbonden aan óf onderdeel van een andere onderneming en daarmee onderdeel van een bestaande groep? Dan komt u niet in aanmerking voor de Startersregeling Q1 2022 als de inschrijfdatum van een verbonden onderneming in de groep vóór 1 juli 2020 ligt. Voorbeelden zijn:
- dochterondernemingen;
- werkmaatschappijen;
- startende nieuwe filialen onder een aparte bv;
- franchisenemers die niet los staan van de franchisegever.
Als alle ondernemingen in de groep na 30 juni 2020 zijn gestart, kunt u wel de Startersregeling Q1 2022 aanvragen.
- De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief zijn in primaire productie van landbouwproducten ontvingen samen niet meer dan € 20.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
- De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief zijn in de visserij- en aquacultuursector ontvingen samen niet meer dan € 30.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
- De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen die actief zijn in de wegenbouw ontvingen samen niet meer dan € 100.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
- De subsidieaanvrager en alle verbonden ondernemingen ontvingen samen niet meer dan € 200.000 aan de-minimissteun in het huidige belastingjaar en de 2 voorafgaande belastingjaren.
- U bent geen financiële instelling of overheidsbedrijf.
- U bent niet failliet en heeft geen uitstel van betaling (surseance) aangevraagd bij de rechtbank.
- De vestiging van uw bedrijf heeft een ander adres dan uw privé-adres of de vestiging staat los van de privéwoning en heeft een eigen opgang of toegang.
Let op: u betaalt inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting over de subsidie die u ontvangt uit TVL Q1 2022 startende ondernemingen (voor eerdere TVL-regelingen hoefde dat niet).
Startersregeling en NOW
Voor de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) telt de tegemoetkoming uit de Startersregeling Q1 2022 niet mee als omzet.
De-minimisregeling
De startersregeling is een zogeheten de-minimisregeling. Een startende onderneming mag onder de-minimis in 3 jaar tijd maximaal € 200.000 ontvangen. Krijgt uw onderneming, behalve voor de Startersregeling Q1 2022, ook voor de Startersregeling Q4 2021 de maximale subsidie van € 100.000? Dan mag u geen andere de-minimissubsidie hebben ontvangen.
Voert uw onderneming onder 1 KVK-nummer verschillende activiteiten uit? En vallen meerdere van deze activiteiten onder de de-minimisverordening? Houd dan rekening met het volgende:
- uw onderneming valt onder de de-minimisverordening met het laagste subsidieplafond;
- u dient een gescheiden boekhouding te hebben voor elke activiteit;
- u zorgt ervoor dat de steun uitsluitend gebruikt wordt voor de activiteit waarvoor deze bedoeld is.
Lager maximum bedrag
Voor sommige bedrijven geldt bij de de-minimisregeling een lager maximum subsidiebedrag. Voor goederenvervoerders over de weg geldt een maximum van € 100.000, voor landbouwbedrijven is dat € 20.000 en voor visserij- en aquacultuurbedrijven is de maximale subsidie € 30.000. Voor die bedrijven kan de startersregeling voor Q4 2021 al invloed hebben op de hoogte van het subsidiebedrag voor Q1 2022. We kijken daarom ook naar de hoogte van andere subsidies die een ondernemer volgens de-minimis heeft ontvangen. Subsidies van een gemeente of provincie vallen vaak onder de-minimis. Als er sprake is van de-minimissteun, moet dat ook als zodanig genoemd worden.
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat