Veelgestelde vragen Uitkoopregeling Woningen onder een Hoogspanningsverbinding (UWH)
Op deze pagina leest u de antwoorden op veelgestelde vragen over de Uitkoopregeling Woningen onder een Hoogspanningsverbinding (UWH). Klik op de vraag om het antwoord te lezen.
De kosten van een woning slopen, inclusief waar nodig de fundering verwijderen en het terrein egaliseren, worden vergoed. Ook noodzakelijke kosten van asbest- of bodemsanering, en vooronderzoek om te bepalen of sanering nodig is, komen voor vergoeding in aanmerking.
En noodzakelijke (onderzoeks-)kosten die direct verband houden met de sloop worden vergoed. Voorbeelden hiervan zijn:
- bedrijfsruimte aanhelen als de te slopen woning daaraan bouwkundig verbonden is
- woning aanhelen als de te slopen woning daaraan bouwkundig verbonden is
- bomen en struiken verwijderen, voor zover die de sloop belemmeren
- nutsvoorzieningen en eventueel gemaal afsluiten en verwijderen
- ecologisch onderzoek uitvoeren, inclusief noodzakelijke mitigerende maatregelen
- onderzoek naar stikstofdepositie uitvoeren, bijvoorbeeld noodzakelijk omdat de woning dicht bij een Natura 2000 gebied ligt
- archeologisch onderzoek uitvoeren
Waren deze kosten geen onderdeel van de uitkeringsaanvraag? Dan kan u deze vergoed krijgen door een wijzigingsverzoek te doen.
De UWH vergoedt een standaardbedrag van in totaal € 10.000 voor de uitvoeringskosten die de gemeente maakt bij de aankoop van woningen. Het gaat onder andere om arbeidsuren van de gemeente zelf én externe inhuur, bijvoorbeeld voor:
- algemene voorlichting naar betreffende huiseigenaren
- het taxatieproces begeleiden
- een koopovereenkomst aangaan
- aanpassen van het bestemmingsplan
- een herinrichtingsplan maken
- het sloopproces verzorgen
- een aangekochte woning tijdelijk laten beheren
Dit bedrag is ook bedoeld voor zakelijke kosten die de gemeente maakt vanaf het moment dat de aankoop heeft plaatsgevonden. Het gaat bijvoorbeeld om kosten van het in stand houden van nutsvoorzieningen, en belastingen en heffingen.
Ontvangt de gemeente na de aankoop inkomsten uit bijvoorbeeld tijdelijke verhuur of de verkoop van de voormalige woning of het perceel? Deze opbrengsten vallen buiten de reikwijdte van de regeling.
Wilde u bij aanvraag van de uitkering de woning slopen, maar blijkt daarna dat er betere bestemmingen zijn? U kunt aan de voormalige woning een andere functie toewijzen als dat achteraf mogelijk blijkt.
Omdat er geen sloopkosten zullen worden gemaakt, vallen de uiteindelijke totaal gemaakte kosten lager uit dan bij de uitkering waren betaald. Het verschil vorderen we terug naar aanleiding van de eindafrekening via SiSa-verantwoording.
De uitkeringsbeschikking geeft aan dat u een wijzigingsverzoek kan indienen als u extra kosten maakt die niet bij verlening waren aangevraagd. Ook kan u een verzoek doen voor een aanvullende uitkering als de kosten van werkzaamheden hoger zijn dan 25% van de verleende uitkering.
In de praktijk blijkt dat gemeenten graag zoveel mogelijk kosten als voorschot krijgen. Wij adviseren gemeenten om aanvullend gemaakte kosten te declareren via een wijzigingsverzoek, voorafgaand aan de SiSa-eindafrekening.
U kunt ook uitstel krijgen als u het bestemmingsplan van meerdere woningen tegelijk wil wijzigen.
Wilt u een wijzigingsverzoek indienen? Zie voor meer informatie op uitkoopregeling.
De gemeente geeft via de SiSa-verantwoording aan als het gaat om een eindafrekening. Dan stellen wij de uitkering vast op basis van werkelijk gemaakte kosten. Tegelijkertijd verantwoordt u dat de woonbestemming is gewijzigd.
Het uitgangspunt voor de financiële afrekening is de SiSa-indicator ‘Cumulatieve besteding’. Deze indicator moet u exclusief het vaste bedrag voor de gemeentelijke uitvoeringskosten verantwoorden. Daarbij gaat het om het bedrag voor gemeentelijke uitvoeringskosten dat bij verlening van de uitkering is vergoed. Als u een voorschot van € 3.500 heeft ontvangen, gaat het om een bedrag van € 6.500. Heeft u dit voorschot niet ontvangen, dan gaat het om een bedrag van € 10.000.
Zie voor een nadere uitleg het document ‘SiSa bijlage verantwoordingsinformatie’ van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Eén van de voorwaarden van de uitkoopregeling is het definitief verwijderen van de woonbestemming van een perceel waarop de aangekochte woning is of was geplaatst. Gemeenten zorgen er daarmee voor dat er recht onder de hoogspanningsverbinding niet meer kan worden gewoond. Daarmee voldoen zij aan de doelstelling van de regeling.
De bestemmingswijziging kan plaatsvinden als gemeenten een bestemmingsplanprocedure doorlopen. De bestemming wijzigt definitief wanneer deze onherroepelijk is.
Sinds het ingaan van de Omgevingswet op 1 januari 2024 kunnen gemeenten de bestemming definitief wijzigen door het omgevingsplan te wijzigen. Daarmee voldoen zij aan de voorwaarde en doelstelling van de regeling.
Een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) is een tijdelijke voorziening waarmee de bestemmingswijziging nog niet onherroepelijk is. Met een BOPA kunnen gemeenten ook voldoen aan de voorwaarde van een bestemmingswijziging. Hiervoor geldt wel de eis dat gemeenten in de BOPA de verplichting zetten dat zij binnen 5 jaar na het doorlopen van de procedure de wijziging opnemen in het omgevingsplan.
Stond de verwerking van de BOPA nog niet in het omgevingsplan? Dan is er een risico dat de BOPA tussentijds niet in het omgevingsplan komt te staan. Dit is bijvoorbeeld het geval na een instructie van de provincie. Gemeenten voldoen dan niet aan de voorwaarde van bestemmingswijziging volgens de regeling. Een BOPA is dus niet zonder risico. Dit risico is voor rekening van de gemeenten die ervoor kiezen om gebruik te maken van een BOPA.
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat