Toepassingen verbranding
Verbrandingsinstallaties zetten biomassa om in warmte en soms ook elektriciteit. Dit kan op verschillende manieren.
Er zijn verbrandingsinstallaties die alleen warmte produceren en installaties die zowel warmte als elektriciteit opleveren.
Warmte
Verbrandingsinstallaties voor de levering van warmte kunnen kachels of ketels zijn. Kachels zijn installaties die direct hun (stralings)warmte afgeven. Ze zijn alleen geschikt voor ruimteverwarming, bijvoorbeeld in huishoudens. Ketels zijn installaties die hun warmte afgeven aan water. Deze zijn er in verschillende vermogens, variërend van een paar kW tot meer dan 50 MW. Hieronder worden de toepassingen toegelicht.
De brandstoffen
Ketels worden vooral gestookt met vaste houtige biomassa. En in mindere mate met vloeibare biomassa, bijvoorbeeld dierlijke vetten en pyrolyseolie.
Vaste houtige biomassa is te verdelen in drie categorieën:
- Houtpellets. Dit zijn kleine brokjes geperst hout, meestal zaagsel. Deze zijn relatief duur, maar naar verhouding schoon. Ook hebben ze een hoge energiedichtheid en zijn ze zeer uniform van kwaliteit. Daarnaast zijn ze makkelijk in gebruik. Ze worden vooral gebruikt in ketels tot 300 kW voor warmte voor onder andere woningen, kleine gebouwen en boerderijen en stallen. Maar er zijn ook toepassingen bij hoge vermogens in industriële processen en stadsverwarming.
- Houtsnippers afkomstig uit onderhoud van bossen en landschappelijke beplantingen. Deze zijn relatief schoon qua samenstelling. Ook zijn ze goedkoper dan pellets. Ze worden veel gebruikt in ketelinstallaties vanaf circa 300 kW.
-
Shreds afkomstig uit composteeroverloop (de grovere stukken hout die overblijven na de compostering van groenafval) en shreds afkomstig van de houtige delen uit groenafval. Shreds zijn langvezelige stukjes houtige biomassa. Deze zijn naar verhouding het goedkoopst. Maar ze vereisen een relatief dure verbrandingsinstallatie. Dit is vooral aantrekkelijk voor relatief grote ketels (>5 MW) die vrijwel continu in gebruik zijn.
Biomassaketels
Op plaatsen waar het hele jaar door behoefte is aan warmte worden biomassaketels ingezet. Denk bijvoorbeeld aan plekken als zwembaden, sauna's, hotels en wasserijen. De ketels zijn ook geschikt voor de verwarming van woonblokken. Ze leveren dan ook warm tapwater, bijvoorbeeld bij blokverwarming en warmtenetten voor stadsverwarming.
Ook de agrarische sector past biomassaketels toe. Denk aan varkenshouderijen (kraamstal), kalvermesterijen (brijvoerbereiding), vleeskuikenbedrijven en glastuinbouw. De met biomassa gestookte ketels kunnen ook in de warmtevraag van industriële processen voorzien. Dit zijn vaak doorlopende processen met een constante warmte- of stoomvraag op hoge temperatuur. Biomassaketels zijn interessant voor bijvoorbeeld de voedings- en genotmiddelenindustrie, de houtverwerkende industrie en de papierindustrie.
Elektriciteit en warmte
Verbrandingsinstallaties kunnen ook gecombineerd elektriciteit en warmte opwekken. Dat noemen we warmtekrachtkoppelingsinstallaties (wkk). Nederland heeft een aantal houtgestookte bio-wkk’s met vermogens tussen de 0,5 tot wel 50 MW elektrisch. En 2,5 tot wel 135 MW thermisch.
Onder andere de glastuinbouw en andere bedrijven die de biomassa uit hun eigen productie halen, zoals de houtverwerkende industrie en groenbedrijven, gebruiken houtgestookte bio-wkk's.
Afzet van de warmte is vaak nodig voor een winstgevende bedrijfsvoering. Voorbeelden daarvan zijn:
- de glastuinbouw
- woonwijken
- het drogen van hout in drooginstallaties
Downloads
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat