Webinar Innovatiekrediet
Financiering nodig voor de technische ontwikkeling van uw nieuwe product, proces of dienst? Dan is het Innovatiekrediet mogelijk interessant voor u. Bekijk het webinar Innovatiekrediet van 28 juni 2022 terug en kom erachter of u in aanmerking komt. U krijgt daarnaast meer informatie en handige tips voor een succesvolle aanvraag.
Bekijk het webinar Innovatiekrediet
*muziek speelt* Beeldtekst: Webinar Innovatiekrediet. 28 juni 2022 Tom Jessen - Host Mijn naam is Tom Jessen. Samen met mijn gasten mag ik u in het komende uur alles vertellen over dat Innovatiekrediet. We zijn met velen vandaag, dus dat stemt ons vrolijk. Dank alvast voor uw aandacht en belangstelling. Voordat ik mijn gasten voorstel en ik u ga vertellen hoe u kunt deelnemen aan ons webinar vandaag, laten we eerst even kijken naar het programma. We hebben sheets bij ons. Die zullen we laten zien op de momenten dat er informatie is die interessant is om met u te delen. De agenda ziet u, als het goed is, voor u. We beginnen zo meteen met de verschillende regelingen die er zijn rondom het Innovatiekrediet. Hoe zit het bijvoorbeeld met de Quick Scan? Daarna gaan we in op een aanvraag indienen. Hoe gaat dat? Wat komt daar allemaal bij kijken? We zullen u ook wat inzicht geven in de adviescommissie. Dan is de beheerfase ook een belangrijk onderdeel. Dat hebben we als apart kopje opgenomen in dit webinar. Die aanvraag is goedgekeurd, wat gebeurt er dan? Daar heeft u misschien ook wel vragen over. En tot slot hebben we, zoals we dat noemen, de afsluitende fase. Dat wat nog ter tafel komt, de rondvraag zo u wilt. En daarin is ruimte om alles wat er nog niet besproken is, om dat daar te vragen. U weet waarschijnlijk dat er uiteraard ook hier een chatfunctie is. Er zit een team klaar achter de schermen om uw vragen binnen te halen. Wellicht ook al te beantwoorden. De vragen die dusdanig vaak gesteld worden of die misschien nog niet besproken zijn, worden ook doorgestuurd, zodat we ze hier in de studio kunnen bespreken. We hebben ook een pollvraag voor u. Dat is een vraag namens ons als organisatie voor u om eens te kijken: Wie is er nu onder de ruim honderd kijkers die er zijn? Die poll kunnen we nu in het scherm zetten. U kunt gewoon op de opties klikken en dan kunt u uw antwoord geven en dan zien wij wie u bent. De vraag is ook heel simpel: Wie bent u? Onder welk kopje schaart u zichzelf? Laten we eens even kijken. De stemmen komen binnen, het is natuurlijk leuk om te zien wat voor mensen daarbij zitten. Ik zie dat start-ups in de meerderheid zijn op dit moment. Daarna volgen redelijk gelijk op scale-ups en het intermediair. Dan zie ik ook dat financiers bij ons zijn. U ziet als het goed is zo meteen de uitslag ook. En we hebben ook het grootbedrijf, dat is wel de kleinste categorie op dit moment. En dan is er nog een categorie 'anders'. Daarvan weten we uiteraard niet wie in die categorie zitten, maar daar mag u misschien in de chat wat meer aandacht voor geven als u dat wilt. Dan stel ik voor dat we naar de gasten gaan die u misschien al heeft zien zitten. Bij mij hier in de studio in ieder geval René Kamphuis. Ik kom zo bij Elisabeth, maar ik begin bij jou, René. Zou jij willen vertellen wie je bent en wat jouw relatie is met het onderwerp van vandaag? René Kamphuis – Adviseur MKB Financiering: Ja, zeker. Dank je voor de introductie. René Kamphuis. Ik werk bij de RVO in het team MKB Financiering. En ons team heeft zich gespecialiseerd in het advies geven over alle financiële regelingen die bij de overheid beschikbaar zijn. En omdat we een vrij brede blik hebben op dat instrumentarium, is ons gevraagd om voor een aantal regelingen, waaronder het Innovatiekrediet, ook de Quick Scans uit te voeren. Tom Jessen: Precies. Belangrijk onderdeel, dat gaan we zeker zo nog terug zien komen. Fijn dat je er bent, René. We gaan zo meteen verder praten. Eerst naar Elisabeth Schless. Stel jezelf even voor als je wil. Elisabeth Schless – Adviseur Innovatiekrediet: Dank je. Mijn naam is Elisabeth Schless. Ik werk bij het Innovatiekrediet. Al wel elf jaar, een lange tijd. Ik ben daar met name betrokken bij de klinische projecten. Je hebt daar een klinisch luik en een technisch luik, daar komen we later nog op, en dat zijn toch vaak wat verschillende, op verschillende manieren wordt daar naar gekeken. En ik doe dus met name die klinische, maar ook wel technische. Tom Jessen: Fijn dat je er bent. We hebben ook gasten die bij ons zijn vandaag op afstand, dus niet in deze studio, maar elders. Een van die mensen is David Bego. David, welkom. Goed dat je er bent. Stel jezelf even voor. David Bego – Adviseur Innovatiekrediet: Goedemorgen, Tom. David Bego, bedrijfseconoom van origine, lang in het financieringslandschap werkzaam, waarvan inmiddels acht, negen jaar als adviseur voor het Innovatiekrediet ook. Tom Jessen: Laten we afspreken, je bent op afstand, maar mocht jij vanuit jouw functie de gelegenheid zien om te reageren of iets aan te vullen, doe dat. Dat geldt ook voor jullie en ook voor iedereen thuis: mocht je aanvullingen hebben of vragen, stel ze dan gerust. Misschien is het goed, René, dat we gewoon even bij het begin beginnen. Dan halen we ook de sheets erbij. We kunnen dat even bekijken. Er zijn natuurlijk verschillende regelingen van vergelijkbare aanvragen, maar we willen vooral ook duidelijk hebben, van: als het gaat om Innovatiekrediet, wat is er dan allemaal waar je uit kunt kiezen? Ga je gang. René Kamphuis: Ja. RVO heeft voor innovatieve ontwikkeling een aantal verschillende instrumenten. En op deze sheet, die nu in beeld is, zien we deze instrumenten eigenlijk in de periode van ontwikkeling op de horizontale balk neergezet. Dat betekent dat bijvoorbeeld, wat je helemaal onderaan ziet, de WBSO, dat is de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk, is een fiscale maatregel, die kun je eigenlijk tijdens alle ontwikkelingsfasen aanvragen. Deze regeling geeft korting op de loonbelasting voor de uren die je besteedt aan R&D in je bedrijf. En die mag je ook gewoon combineren met alle andere regelingen. Want dit is een fiscale maatregel, het is geen subsidie. Dus het heeft geen invloed op de hoogte van bedragen die je in andere instrumenten opvraagt. De eerste die bovenaan staat, is de Vroegefasefinanciering. Die begint echt bij een idee en die loopt eigenlijk door tot een Proof of Concept. Dat is een soort eerste prototype wat nog niet alles kan, die wel iets kan laten zien van wat er technisch mogelijk is in zo’n prototype, maar wat nog niet een marktrijp product is. En dan zie je eigenlijk meteen al een beetje een overlap met het Innovatiekrediet. Want dat begint bij een Proof of Principle en dat is dat je het werkingsprincipe aantoont. En dat mag je op een houtje-touwtje model, wat je op je zolderkamer hebt ontwikkeld, aantonen. Tom Jessen: Je ziet het voor de duidelijkheid daaronder staan. René Kamphuis: POP, Proof of Principle en Proof of Concept. Dus daar zit een klein beetje overlap in. Maar het Innovatiekrediet kun je in principe ook al vrij vroeg inzetten en loopt dan tot het eerste vermarktbare prototype. Dus dan ga je echt met je toepassing of uitvinding de markt op. Daarna heb je een aantal mogelijkheden op financiering vanuit bijvoorbeeld de SEED-regeling. Dat is een regeling waarbij of business angels of participatiemaatschappijen een fonds mogen oprichten van waaruit ze dan weer investeringen kunnen doen in bedrijven. En dat zijn dan altijd bedrijven die bezig zijn met techniek en die niet langer dan vijf jaar bestaan. Tom Jessen: Dat zijn belangrijke dingen. René Kamphuis: Zeker. En dat zie je ook, er zit ook een klein beetje overlap met het Innovatiekrediet, die kun je gebruiken eigenlijk voor het laatste stukje ontwikkeling en vervolgens de hele marktintroductie en groei daarin. En als je dan wat verder bent, dus echt omzet en winst maakt of begint te maken, dan kan je bijvoorbeeld van borgstellingsregeling, een garantieregeling, de BMKB of de groeifaciliteit en de GO gebruik maken om bijvoorbeeld bij een bank financiering aan te vragen. Tom Jessen: Dus dit is een belangrijk plaatje, want hier kun je dus eigenlijk in zien, dat is straks allemaal terug te kijken, maar waar in elk geval beroep op gedaan kan worden. Nou is de naam van dit webinar, maar ook van het krediet 'Innovatiekrediet'. Betekent dat dan ook dat alle innovaties in aanmerking komen voor dat krediet? René Kamphuis: Nee, dat is inderdaad niet het geval. Het gaat met name over technisch en klinisch risicovolle projecten. Het onderscheid zit een beetje in... Bij technisch gaat het duidelijk over techniek. Dan heeft je project een duidelijke technische moeilijke component, dus er worden technische risico's opgelost. En hoe doe je dat? Bijvoorbeeld met experimentele ontwikkeling. En dat is dus iets anders dan wanneer je iets kunt engineeren, dus iets kunt uittekenen en kunt berekenen en daarna gaat bouwen. Dat zijn activiteiten die we hier niet mee kunnen financieren. Tom Jessen: Je hebt al een klein voorschot gegeven op het antwoord, maar misschien kunnen we ook aan u thuis of op kantoor vragen om daar eens in mee te denken. We hebben namelijk weer een poll voor u, met de vraag: Wat kan er gefinancierd worden met het Innovatiekrediet? Die mag u eventjes invullen, die ziet u staan. U ziet daar de verschillende multiple choice-antwoorden staan. Kunnen wij ondertussen misschien nog even kijken naar de verschillen die er zijn, en dan kijken we straks ook even naar de uitslag van de poll. Want wat is belangrijk om daarbij in de gaten te houden bij die verschillen? René Kamphuis: Het gaat dus echt over technische risico's, het oplossen ervan in je project. Bij klinisch gaat het over projecten waar klinische trials aan vooraf gaan, dus waarbij het project ook in de mens moet worden getest. En dat noemen we dan ook klinische risico's. Dat zijn risico's die te maken hebben met het feit dat je bijvoorbeeld medicijnen moet uitproberen. Of iets wat de huid of de bloedbaan doorgaat, wat ook weer navenante risico's kan hebben. En bij technische risico's zie je met name dingen voorbij komen die nog nooit eerder zijn gedaan. Waardoor je ook niet weet of iets zou kunnen werken. En bij die poll hebben we dus een aantal van dat soort projecten in een plaatje gezet. Tom Jessen: Precies, die kunnen we er even bij pakken. Dat is dit plaatje. We zien A, B, C of D. René Kamphuis: Misschien nog een kleine toevoeging hierop, want het is misschien niet heel duidelijk wat het is. A is een mineraal, dat heet olivijn, daar kun je CO2 mee uit de lucht halen. Dat is een toepassing die je zou kunnen bedenken voor het Innovatiekrediet. Plaatje B is een reinigings- en desinfecteermachine voor tandartsapparatuur, die dat heel snel kan doen. Plaatje C is een platform voor de verkoop van tweedehands planten. Plaatje D is een toepassing waarbij een bio-afbreekbaar medium met hormonen gebruikt kan worden om botten die gebroken zijn weer heel snel aan elkaar te laten groeien. Tom Jessen: Dan is natuurlijk de vraag: wat kan gefinancierd worden? Jij mag het antwoord geven. René Kamphuis: Ja. Nou, in dit overzichtje zijn B en D de projecten die met het Innovatiekrediet zouden kunnen worden gefinancierd. Tom Jessen: B is inderdaad door de meerderheid gekozen. D is ook wel door een aantal van u gekozen, maar niet door de meerderheid. Ik zie dat na B, A volgt als de variant die dan aangegeven wordt. René Kamphuis: Oké, interessant. Je zou denken, zeker omdat het natuurlijk heel relevant is, CO2 uit de lucht halen is natuurlijk fantastisch. Dat is het ook, maar het is geen project wat technisch heel erg risicovol is. Want dit is eigenlijk een mineraal wat in de aardbodem beschikbaar is en kan gewoon gedolven worden. En als je dat dan vervolgens uitstrooit over een terrein, en daar kunnen wel wat omstandigheden zijn die van toepassing zijn die beter of slechter zijn voor de opname van CO2, maar dat werkt gewoon. Dus daar hoef je niet echt veel meer aan te ontwikkelen. Tom Jessen: Nu is dit natuurlijk een poll, leuk voor dit webinar om te toetsen, maar dit zou je voor je eigen innovatie al kunnen toetsen. Je zou kunnen kijken: wat heb ik, waar past dat binnen en kom ik in aanmerking? Dat scheelt je ook weer tijd en je hebt antwoord op je vraag. Het is mooi dat bij deze plaatjes ook allemaal bedrijven horen en het is natuurlijk leuk om te kijken: wat voor bedrijven gaan daar nou mee aan de slag? Laten we even kijken naar de volgende beelden. Filmpje start. *muziek speelt* Voice over filmpje: Heb je als ondernemer een briljant idee? En zoek je financiering voor deze uitdagende innovatie met uitstekend marktperspectief? Dan is het Innovatiekrediet misschien interessant voor jou. Het Innovatiekrediet staat open voor bedrijven uit alle sectoren en voor alle soorten bedrijven. Of je nu een startend of langer bestaand bedrijf hebt. En of je nu een klein, middelgroot of groot bedrijf hebt. Sinds 2008 zijn al bijna 300 projecten gefinancierd met het Innovatiekrediet. En ruim 630 miljoen euro is toegekend. Zo kon start-up Hiber dankzij het Innovatiekrediet in 2018 hun eerste innovatieve satelliet lanceren in India. Coen Janssen – Co-founder Hiber: RVO heeft ons geholpen bij het financieren van de eerste twee satellieten. Met name het instrument van het Innovatiekrediet waarmee wij steun hebben gekregen om dit allemaal mogelijk te maken. Daarnaast hebben ze ook zowel advies als op subsidievlak nog verder advies gegeven. Voice over filmpje: In de ontwikkelingsfase ben je als ondernemer druk bezig jouw innovatie werkend te krijgen en is er vaak nog geen omzet. Hierdoor zien veel financiers het als een risicovolle investering. En kan het lastig zijn om aan financiering te komen. Dankzij het Innovatiekrediet wist softwarebedrijf WizeNoze de financiering voor hun project rond te krijgen. Diane Janknegt – Oprichter WizeNoze: Voor ons was een innovatiekrediet heel erg prettig dat de overheid ons daarin wilde steunen. Omdat we bezig zijn met echt hele innovatieve technologie. Dat betekent dat we nog heel veel onderzoek en research moeten doen naar hoe dat gaat. Vaak is dat lastiger om dat gefinancierd te krijgen uit de markt. Het is superfijn dat daar de overheid ons bij geholpen heeft. Voice over: Ook voor insectenkwekerij Protix heeft het Innovatiekrediet een cruciale rol gespeeld bij de financiering. Protix: We zijn met niets begonnen en om uiteindelijk naar een investering als deze, wat meer dan 40 miljoen euro heeft gekost, te komen, moet je toch wel een financiële basis door kunnen komen. Het kan niet alleen van banken of investeerders komen. Dan zijn dit soort kredieten en financiële ondersteuningen heel belangrijk om een technologie en innovatie als deze van de grond te krijgen. Voice over: Met het Innovatiekrediet neemt de overheid een deel van het technisch risico voor haar rekening. Is je project succesvol? Dan moet je het geleende bedrag terugbetalen. Met het geld dat door ondersteunde bedrijven wordt afgelost, kunnen weer nieuwe innovatieprojecten worden gefinancierd. Op die manier draagt het Innovatiekrediet bij aan het innovatievermogen en de economische groei van Nederland. *muziek speelt* Tom Jessen: Mooi om die beelden te zien en de bedrijven die erbij horen. Er komen ook al veel vragen binnen. We gaan die natuurlijk beantwoorden in de chat en ook straks hier in de uitzending. Misschien nog even kijken naar die criteria, René. We zien daar ook best wat vragen over komen. Jij noemde al de aanwezigheid van die technische uitdaging, die technische oplossing. Dat is een belangrijk criterium waar naar gekeken wordt. Wat zijn andere belangrijke criteria die van toepassing zijn bij het Innovatiekrediet? René Kamphuis: Je ziet hier een plaatje met een aantal criteria die sowieso gelden. Vervolgens hebben we een aantal criteria die echt te maken hebben met het project. Bijvoorbeeld de looptijd. Je mag een project niet langer dan vijf jaar laten bestaan. Met overigens nog wel een mogelijkheid om twee jaar extra tijd te krijgen voor certificeringstrajecten. Dus als je nog een certificering nodig hebt voor je product, dan kan je dat daaraan plakken. En dat mag ook, als dat ook met kosten te maken heeft, binnen het Innovatiekrediet plaatsvinden. Tom Jessen: Moet je dat vooraf al aangeven? Aan de start? René Kamphuis: Ja, dat is wel gebruikelijk, maar het komt natuurlijk ook wel eens voor dat je halverwege de ontwikkeling, bijvoorbeeld door veranderde wet- en regelgeving, opeens te maken krijgt met dat jouw product ook gecertificeerd moet worden. En dan zijn we daar natuurlijk wel flexibel in. Je moet ook een meer dan gemiddeld marktperspectief hebben. Want dat is echt wel waar je het voor doet met je innovatie. Je bent geen me too-bedrijf. Je gaat niet dingen doen die anderen ook al doen. Want dan stijg je niet meer boven de gemiddelden uit. Er moet ook noodzaak zijn. Want het gaat er wel over dat de overheid een rol moet hebben in de financiering. Omdat de innovatie anders niet of vertraagd naar de markt zou komen. Dus die noodzaak moet er ook zijn. En uiteraard moet het hele project gefinancierd zijn. Dus het Innovatiekrediet doet voor grootbedrijf 25 procent in de bijdrage voor de kosten. Voor middenbedrijf 35 procent en voor kleinbedrijf 45 procent. Dus de meeste start-ups vallen wel onder die 45 procent. Maar dat betekent wel dat je nog 55 procent over hebt, die gefinancierd moet worden. En dat willen we graag voordat het project in het Innovatiekrediet terechtkomt, willen we dat die financiering rond is. Tom Jessen: Dat is dus een belangrijk punt. René Kamphuis: Ja. Tom Jessen: Dit zijn belangrijke criteria en nogmaals, u kunt het allemaal straks ook online terugvinden. Nou is het natuurlijk prettig, als je al die criteria hebt, dat zijn er best wel een paar, dat je kunt testen, kunt toetsen: hoe zit ik nou in de wedstrijd? Kan ik hiervoor in aanmerking komen of niet? En daarvoor is er een heel handig instrument, en dat is de Quick Scan. Kun je daar wat meer over vertellen? René Kamphuis: Ja, klopt. Die Quick Scan is te vinden op de website van RVO. Onder het Innovatiekrediet en dan Oriënteren. Daar kun je de Quick Scan vinden. Je kunt het online invullen, duurt ongeveer twintig minuten. We vragen ook beknopt de vragen te beantwoorden. We doen dat omdat het aanvraagtraject zelf behoorlijk intensief is. Er wordt veel informatie gevraagd, er wordt veel documentatie gevraagd. En om ervoor te zorgen dat je dat niet allemaal voor niets aan het doen bent... Overigens is een positieve Quick Scan natuurlijk geen garantie op een succesvolle aanvraag. Maar als op bijvoorbeeld een klein criterium, zoals de noodzaak uiteindelijk je aanvraag wordt afgewezen, is dat natuurlijk zonde als je dat niet vooraf te horen hebt gekregen. Dus vandaar dat we zeggen: gebruik die Quick Scan om je project te toetsen aan de belangrijkste criteria van de regeling. Tom Jessen: En begrijp ik het ook goed dat het niet de bedoeling is dat je hele uitgebreide plannen en documenten mee gaat sturen? René Kamphuis: Nee, inderdaad. Want die Quick Scan geeft het al aan, het is een snelle scan. Soms vullen ondernemers een Quick Scan in en dan zeggen ze: zie bijlage A, pagina 35. Nou ja, dat soort dingen willen we dus liever niet zien. Het is er echt voor bedoeld om op basis van korte antwoorden een goed beeld te krijgen van waar het project dan voor staat. Tom Jessen: Stel nou, ik ga die Quick Scan invullen en ik heb al die documenten netjes verzameld. Ik vul het in en er komt een negatief advies uit die scan. Wat dan? René Kamphuis: Dan is er nog niet altijd een man overboord, want zoals ik al aangaf: ons team wat de Quick Scans behandelt, is zeer bedreven in het vinden van alternatieven. En eigenlijk ook bij een negatieve Quick Scan kunnen we meestal wel kijken of er alternatieve financieringsbronnen zijn. Ofwel binnen ofwel buiten RVO om zo'n project alsnog uit te kunnen voeren. Tom Jessen: Je hebt in het begin al gezegd waar we het kunnen vinden, misschien goed ter herhaling, omdat ik denk dat u dit heel interessant vindt voor uw eigen situatie. Nogmaals: waar kunnen we het vinden? Misschien heb je ook nog andere tips die kunnen helpen? René Kamphuis: Je kunt het vinden bij rvo.nl onder het Innovatiekrediet bij het kopje Oriënteren. En mijn tip aan iedereen die een ontwikkeltraject ingaat en daarbij twijfelt of het Innovatiekrediet een rol zou kunnen spelen of niet, vul even die Quick Scan in, want het is niet veel werk en je weet daarna meteen of je project gefinancierd kan worden. Ofwel op een andere manier, door onze kennis te gebruiken voor alternatieve financieringsbronnen. Tom Jessen: Belangrijke informatie. Eventjes los van al deze stappen en instrumenten die er zijn, waarom zou een ondernemer Innovatiekrediet moeten aanvragen wat jou betreft? Waarom kan dat interessant zijn? René Kamphuis: Dat heeft ook een beetje te maken met de doelstelling van het Innovatiekrediet. Om innovaties versneld naar de markt te brengen. We horen ook heel vaak van bedrijven, van: als je het Innovatiekrediet niet had gekregen, wat had dat betekend? Had je het dan niet gedaan? Dat is meestal niet zo, want bedrijven willen toch graag innovaties naar de markt brengen, alleen zou het dan bijvoorbeeld twee jaar langer duren. En dat is iets waar de overheid graag die versnelling in wil brengen. Het deelt ook in de risico's voor investeerders. Dus investeerders hoeven niet 100 procent te financieren Waardoor ze ook wat makkelijker en eerder geneigd zijn om mee te doen. En het zorgt er uiteindelijk dus ook voor dat je niet meteen al aan het begin al je aandelen hoeft te verwateren. Tom Jessen: Belangrijke punten. Dank je wel dat je dit wilde toelichten. Blijf gezellig bij ons aan tafel zitten. Ik kan me voorstellen dat u vragen heeft. Daarvoor blijft René nog even bij ons om die straks te beantwoorden. Met uw goedkeuring gaan we eerst naar het proces rondom de aanvraag. Het is ook belangrijk om dat te koppelen aan dit eerste gedeelte wat René al heeft verteld. Dat gaan we met Elisabeth en David bespreken. Dan stel ik voor dat we daarna gaan kijken naar de vragen die zijn binnengekomen. Zodat we dat goed gebundeld kunnen combineren. David, misschien met jou beginnen. Kun jij vertellen wat er gebeurt als die aanvraag ook daadwerkelijk is ingediend? David Bego: Zeker, volgens mij hebben we daar een mooi plaatje voor wat getoond kan worden. En als dat niet zo is, leg ik het natuurlijk uit. Er zijn allerlei formulieren die ingediend moeten worden en aanvullende stukken die aangeleverd moeten worden. Op basis van die stukken doet de projectadviseur, die altijd samenwerkt met een collega een analyse op die aspecten die René al benoemde. En die analyse resulteert in het interne stuk, een nota. Waarin een advies staat omtrent wel of niet toekennen van een innovatiekrediet. En dat advies vanuit de adviseurs gaat naar een adviescommissie toe. Je zag daar net al een kort filmpje over, dat zijn externen. Die beoordelen op basis van papier ook de aanvraag. En dat advies van die adviescommissie en dat van die adviseurs gaat naar de fiatteur toe. Dat is degene die uiteindelijk beslist of het Innovatiekrediet wel of niet wordt toegekend. Dat is in het kort het proces. Tom Jessen: Ook dit is een belangrijk plaatje, waarin goed dat overzicht wordt getoond. We hebben zo meteen ook nog wat beelden van die adviescommissie, die externen zoals jij dat noemt, David. Dat is natuurlijk leuk om te kijken. Wie zijn die mensen, of hoe gaat dat precies? Maar Elisabeth, als je dit zo ziet, het is best een behoorlijke tijd die er dus overheen gaat. We zien enkele maanden als doel boven het plaatje staan. Elisabeth Schless: Dat is inderdaad wel het geval. Er gaan toch al snel drie, soms zelfs vier maanden overheen. Dat komt ook omdat er nog wel een gelegenheid is, nadat de aanvraag is ingediend, gaan wij als team, eerste en tweede projectadviseur, de stukken lezen. We hebben een gesprek met de ondernemer. In dat gesprek wordt gekeken: is de aanvraag volledig? Staat alles erin? Snappen we wat de innovatie is? En daarna is er dan ook op die punten waar we nog informatie missen voor onze analyse, is er gelegenheid om dat aan te vullen. Dus daar geven we dan twee of vier weken voor maximaal. Dus dat is er ook nog en dan inderdaad... Al met al is het tot alle stappen gezet zijn, zijn we weer een paar maanden verder. Dus het is belangrijk om op tijd te beginnen. Tom Jessen: Ja, en ook voor het verwachtingspatroon is dit een belangrijke boodschap. Begrijp ik het goed dat als die adviescommissie bezig is met die beoordeling, dat er dan geen contact is met de aanvrager? Elisabeth Schless: Dat is bij het Innovatiekrediet inderdaad niet zo. Zij doen een volkomen objectief oordeel op basis van de stukken die er liggen. Dus het is van belang om die stukken inderdaad zo helder en duidelijk mogelijk te maken. Tom Jessen: Praten we zo over verder. Laten we eerst even kijken naar wat beelden van die adviescommissie. Hoe gaat dat precies en wie zijn die mensen? Filmpje start. *muziek speelt* Beeldtekst: Wat is je achtergrond? Guus Lambregts – Adviescommissie Innovatiekrediet en manager R&D OMRON: Mijn achtergrond is de opleiding Werktuigbouw aan de TU Delft. Wat ik doe, ik ben manager van technische productontwikkeling. Dan moet je denken aan multidisciplinaire complexe technologie. *muziek speelt* Beeldtekst: Waarom zit je in de adviescommisie? Guus Lambregts: Vanuit mijn praktische ervaring in complexe technische projecten kijk ik vooral naar de technische plannen, de risico's, het projectteam. Probeer ik een oordeel te vormen over of dit project door dit team haalbaar is. *muziek speelt* Beeldtekst: Wat is de rol van de adviescommissie? Guus Lambregts De adviescommissie geeft advies aan het eind van het traject. En dat traject is: een ondernemer doet z'n aanvraag bij de RVO. In de RVO is een behandelteam wat het plan bestudeert en interviews heeft met de onderneming en op basis van al die informatie een advies opstelt. En dat advies wordt voorgelegd met alle onderbouwde stukken van de ondernemer zelf, aan de adviescommissie. Die stukken bestuderen wij en dan in gesprek met de mensen van RVO, het behandelteam, bespreken wij de aanvraag en dan kijken wij naar een aantal gedefinieerde criteria. *muziek speelt* Beeldtekst: Waar let de adviescommissie op? Guus Lambregts: Wij zijn kritische lezers van het plan. We beoordelen die plannen op verschillende aspecten. Bijvoorbeeld nieuwheid, het moet een vernieuwing zijn en niet een doorontwikkeling. De financiering moet goed op orde zijn, ook mocht het plan een vertraging oplopen. Het plan moet helder zijn en de risico's die er zijn, moeten aangepakt kunnen worden zonder dat het een roekeloos project blijkt te zijn. Wij hebben verschillende achtergronden, dus je kunt naar al die criteria op verschillende manieren kijken. Dus we hebben soms daar wel echt discussie over. *muziek speelt* Beeldtekst: Waar moeten ondernemers op letten bij hun aanvraag? Guus Lambregts: Innovatieprojecten kennen inherent risico's. Innovatieprojecten mislukken vaak. En dat is niet erg. Het is de bedoeling dat de onderneming de risico's goed in het vizier heeft en op een verstandige manier afbouwt en dat op een heldere manier in z'n plannen heeft verwerkt. Want dan kunnen wij oordelen of de kans groot is dat dit project dan toch gaat slagen. Tom Jessen: Guus Lambregts, goed om hem eens te zien. Het is natuurlijk maar een van die externen, zoals David dat noemde, die in die adviescommissie zit. Misschien goed, David, om even te kijken naar de beoordelingen van zo'n aanvraag. Waar wordt nou precies naar gekeken? David Bego: Er zijn een aantal onderdelen die wij beoordelen. Hier is er eentje van genoemd, dat is het businessplan. In dat businessplan willen we heel duidelijk zien: wat is nou precies het product of dienst wat je tracht te ontwikkelen? En hoe verhoudt zich dat tot eventuele concurrenten? En waarom kun jij die concurrenten verslaan? Wat is het unieke, het unique selling point van het product of dienst ten opzichte van de concurrentie zoals hier zo mooi staat. Uiteraard willen we dan graag zien wat je afzetmarkt is. Is die goed in beeld gebracht? Zijn de aannames die gemaakt zijn onderbouwd? Het liefst ook vanuit externe bronnen. Wat is je verdienmodel en wat is het prijskaartje wat eraan hangt? Hoe is dat gecalculeerd? Blijft er voldoende marge over? Kortom, voorzien wij een succes voor het product of dienst wat ontwikkeld wordt? Tom Jessen: Daarin is ook belangrijk de achtergrond van een team en dat soort informatie daar wordt ook naar gekeken, begreep ik. David Bego: Uiteraard. Zijn alle disciplines die nodig zijn om dat product of dienst te ontwikkelen reeds aanwezig? Of worden die extern ingehuurd? Zijn er nog vacatures die open staan? Wat is het trackrecord van de mensen die aan het product of de dienst werken? Dat is van groot belang. Tom Jessen: Precies. Dus dit is het businessplan. Dat is een van de elementen waar naar gekeken wordt als die aanvraag beoordeeld wordt. Maar een ander element, wat ook belangrijk is, is het projectplan. Laten we daar ook even naar kijken, Elisabeth. Waar moet zo'n goed projectplan aan voldoen? Elisabeth Schless: Een goed projectplan wordt vaak toch specifiek voor het Innovatiekrediet geschreven. En het is dan inderdaad belangrijk... Daar hoort ook een projectbegroting bij. Daar hebben we een format voor wat op onze website staat. En dat format moet in dat projectplan helder worden uitgelegd. Het is opgedeeld in periodes die afgesloten worden met een milestone. En dat duidelijk is in dat hele projectplan: wie doet wat in elke periode? Wat moet er bereikt zijn aan het einde van die periode? Welke risico's spelen er op dat moment? Wat zijn de belangrijkste risico's en hoe worden die gemitigeerd? En dat willen we dan graag in dat projectplan zien en natuurlijk het startpunt is die Proof of Principle. Dat kan dan in technisch, dat houtje-touwtje model wat René net noemde, of een dierenproef bijvoorbeeld bij klinische projecten. Tom Jessen: En ik begrijp ook dat, dat hoop je natuurlijk niet, maar mocht dat project nou niet slagen, dat je alvast omschrijft: wat gebeurt er dan in die fase? Elisabeth Schless: Je bedoelt in het projectplan? Tom Jessen: Ja, stel dat het nou niet lukt, is het natuurlijk goed om daar al een voorschot op te nemen in dat plan, van: als deze situatie zich voordoet, dan handelen we zo. Elisabeth Schless: Nou, dat heeft meer dan betrekking op hoe je de milestones formuleert. Dat heel erg duidelijk is wat er minimaal nodig is om dat succes te garanderen. Zodat als je aan het einde komt: als je deze definities, criteria behaalt van het product, dan heb je een soort minimaal recept voor succes. En als je dat niet behaalt, dan is dat project gefaald. Dan kan je dus ook een ontheffing van terugbetaling aanvragen. Tom Jessen: Wellicht voor u als ondernemer misschien hele logische zaken, maar businessplan dus belangrijk, projectplan belangrijk. En u zag het al even voorbij komen, het financieringsplan. Ook een belangrijk element. David, wat zijn nou belangrijke elementen van dat financieringsplan? David Bego: Belangrijk om te weten is dat wij het technische risico accepteren, maar niet het financiële risico. Het Innovatiekrediet financiert niet het hele project. Afhankelijk van de omvang van de onderneming 25 tot 45, bij samenwerking zelfs 50 procent. Dus het overige gedeelte dient beschikbaar te zijn of te komen gedurende het project. En dat moet aannemelijk gemaakt worden. Kijk, het is het meest aannemelijk als het gedeelte van eigen inbreng al op de rekening staat. Dat is natuurlijk niet altijd het geval. Dus het kan zijn dat je een toezegging van een investeerder hebt. Of een bankkrediet wat nog beschikbaar is om dat eigen aandeel te financieren. Dat moet op voorhand vastgesteld worden, de cijfertjes moeten kloppen. Dus wat je laat zien in het financieringsplan, is je verlies- en winstrekening. Je liquiditeitsbegroting en ook een projectie van je balans gedurende het project, en dan op kwartaalbasis. En daarna in de commercialisatiefase op jaarbasis. We hebben overigens daar een mooi format voor beschikbaar op de website, een Excel, dus zeker voor de financials goed te gebruiken. En naast het feit dat de cijfertjes moeten kloppen, de optelsom, moet ook de onderbouwing daarvan, hoe kom je daar nu bij, goed zijn. Het is leuk dat vijf plus vijf tien is, maar hoe kom je nou aan die tien producten die mogelijk verkocht worden? Is dat aannemelijk? Tom Jessen: Ja, dat is helder. Dat moet dus gewoon kloppen. Ik kan me ook voorstellen dat er mensen zijn die zeggen, we hadden het er net al over met René: die cofinanciering moet eigenlijk ook rond zijn voordat je in ieder geval een beroep doet op het Innovatiekrediet. Er zijn misschien mensen die zeggen: is dat niet tegenstrijdig, dat dat cofinancieringsgedeelte ook al bijna helemaal rond moet zijn? Wat zou je daarop zeggen, op die reactie? David Bego: Nou, je gebruikt terecht het woord 'bijna rond zijn'. Wij durven best als eerste de stap te nemen om een innovatiekrediet toe te kennen met mogelijk een opschortende of aanvullende voorwaarde dat er bijvoorbeeld nog een bankkrediet komt. Of dat de aandeelhouders comfort geven. Die zeggen toe dat ze na toekenning van het Innovatiekrediet ook nog bedrag X ter beschikking stellen. Tom Jessen: Exact. Misschien kunnen we ook nog even kijken naar het overzicht wat we hiervoor hebben gezet, want hier komen eigenlijk al die zaken die we net hebben genoemd, komen hier nog een keer terug. Die verschillende plannen. Elisabeth, heb jij hier misschien nog dingen op aan te vullen? Of wil je misschien nog dingen uitlichten die van belang zijn? Elisabeth Schless: Nou, wat misschien wel inderdaad goed is om te weten... David noemde net al toekenning onder opschortende voorwaarden. Dus dat helpt dan om inderdaad die financiers over de streep te trekken. En er is één zekerheid die wij vestigen voor, wat ook een voorwaarde is voor die verlening, en dat is pandrecht. Dus wij willen pandrecht vestigen op de onderliggende IP die nodig is voor het project. En alles wat er inderdaad gedurende het project verder wordt gerealiseerd aan materiele en immateriële activa. En dat is in ieder geval goed om te weten. Tom Jessen: En wat ook altijd, als het over krediet gaat, gevraagd wordt: is er een maximaal budget wat toegekend kan worden? Hoe zit dat? Zijn daar ook regels voor? Elisabeth Schless: Per project? Tom Jessen: Ja. Elisabeth Schless: Dat is, wat René ook al noemde, voor technische projecten tien miljoen, maximaal budget voor klinische projecten is vijf miljoen. We hebben per jaar, ik denk de afgelopen tien jaar, steeds een budget gehad van zestig miljoen om weg te zetten en het is vaak fiftyfifty verdeeld over die beide soorten projecten. Bij klinische projecten hebben we dat... Het was vaak hetzelfde bedrag zal ik zeggen. In het begin was het vijf miljoen voor alle projecten. Op een gegeven moment is het verhoogd, omdat we toch ook echt hele grote projecten mogelijk wilden maken. Op een gegeven moment hebben we het voor klinische dan weer wat verlaagd, omdat er zoveel aanvragen kwamen en dan met tien miljoen we te weinig projecten konden ondersteunen. En op deze manier kunnen we dan toch nog wat nuttigs doen en meer bedrijven inderdaad helpen. Tom Jessen: Het is ook een van de vragen die u heeft gesteld. Waarom is er verschil tussen die budgetten bij die twee zaken? Ook nog een vraag over of er nog budget beschikbaar is op dit moment. Hebben jullie daar zicht op? Elisabeth Schless: Er is zeker nog budget beschikbaar. Voor technische projecten is ruim budget beschikbaar. Voor klinische hebben we ondertussen wel al iets meer dan de helft van het budget weggezet. Maar ik zou desalniettemin iedereen willen aanmoedigen om nog projecten in te dienen. Of in elk geval Quick Scans. Want soms is het ook wel mogelijk dat het budget wordt verhoogd. Als er anders hele mooie projecten op de plank blijven liggen. Tom Jessen: Dat zou zonde zijn. David, heb jij nog een tip? We hebben nu veel zaken gezien, zou jij ter afsluiting van dit blokje nog iets willen meegeven? David Bego: Zeker. Ik denk dat in die verhalen die wij lezen het van belang is dat je heel concreet bent. Het moet geen verkoopbrochure zijn. Niet alleen marketing en sales-praat, maar benoem ook de risico's die je ziet in het project of in het bedrijf. Geef vervolgens ook aan wat die mitiganten van die risico's zijn. En daarnaast, als je je verhaal geschreven hebt, ik denk dat het altijd goed is dat iemand het nog eens naleest, voordat je het indient bij RVO. Tom Jessen: Oké, goeie tip. Dank daarvoor. Elisabeth, wil je nog iets aanvullen, waarvan je zegt: dat heb ik misschien al gezegd, maar dat wil ik nog een keer onderstrepen? Of heb ik nog niet gezegd en is wel belangrijk? Elisabeth Schless: Beknopt en concreet. Ik denk dat het belangrijk is dat de ondernemer op papier zet wat hij of zij graag wil doen, zonder naar ons toe te schrijven. Want het is gewoon het beste om het zo op te schrijven zoals het past voor de onderneming. En dan kijken we hoe we daar een mouw aan passen. Tom Jessen: We gaan praten over het beheerproces van het Innovatiekrediet. Elisabeth, het beheerproces, daar gaan we het over hebben. Wat gebeurt er nou als krediet is toegekend? Elisabeth Schless: Als het krediet is toegekend, dan is de verlening uitgestuurd, daar staan opschortende voorwaarden in. Zodra die opschortende voorwaarden zijn voldaan, kunnen we een eerste voorschot uitbetalen. Dan is de onderneming soms al begonnen volgens het plan en dan hebben we eigenlijk een heel beheerproces. De onderneming rapporteert, als ze de eerste periode hebben afgesloten, over wat ze hebben gedaan, of de milestone is behaald of niet. En als de milestone is behaald en de volgende periode is ook weer gefinancierd, dan gaat de bevoorschotting weer verder. Dat gaat steeds zo op milestone basis, zal ik maar zeggen. Tom Jessen: Dus er is rapportage. Wordt de ondernemer ook bezocht? Elisabeth Schless: Wij hebben een, in de coronatijd kon dat helaas wat minder, maar inderdaad, ik denk toch zeker één keer per jaar komen we bij de ondernemer op bezoek. En dat is ook... Dat maakt de hele... Dat geeft een zoveel beter beeld van wat er gaande is en hoe het vordert en wat er precies gedaan wordt. Tom Jessen: Ik hoorde je ook praten over de uitbetaling. Is dat in één keer alles of wordt dat in periodes gedaan? Elisabeth Schless: Wij bevoorschotten op kwartaalbasis. Dus het krediet wordt dan vrijgegeven voor die ontwikkelperiode. En dan ieder kwartaal in de eerste twee weken van januari, april, juli en oktober wordt dan het krediet uitbetaald. Tom Jessen: David, we hebben net al die prachtige plannen gezien en ook jullie tips gehoord hoe je die plannen zo goed en zo effectief mogelijk kunt opstellen. Verloopt nou, je kunt het denk ik aangeven, want je hebt al wat ervaring op dit gebied, verloopt een project altijd volgens dat plan? David Bego: Dat verloopt altijd niet volgens plan, Tom. Dus er wordt een inschatting gemaakt van tijd, van kosten, mensen die bezig zijn met het project, maar dat loopt altijd anders. Alleen, we willen partner zijn, dus we willen niet tussentijds de stekker eruit trekken. Het is ook ons doel om het product succesvol op de markt te brengen. Dus daarom is het van belang dat die ondernemer ons tijdig informeert op het moment dat er afwijkingen zijn en mogelijk kunnen wij helpen. Die projectduur kan verlengd worden. In sommige gevallen wordt het krediet ook nog verhoogd. Dus we willen tussentijds zeker niet afhaken. We willen meedenken met die ondernemer en er samen voor zorgen dat het Innovatiekrediet een succes wordt. Tom Jessen: Precies, het is goed dat je dat zegt. Dus heb je te maken met vertraging, met meer kosten, met misschien wel wijzigingen van plannen, communiceer het vooral. David Bego: Heel belangrijk, ja. En niet achteraf, maar zodra je constateert dat het niet meer volgens plan gaat: neem contact op. Die projectadviseur die bezig is geweest met je aanvraag, is vaak ook degene die het project beheert, dus er is al contact. Je kunt diegene bellen of mailen. Ik denk dat we over het algemeen goed bereikbaar zijn. En stem gezamenlijk af wat je kunt doen. Tom Jessen: En dan, Elisabeth, dan is het project op een gegeven moment ook afgerond. Wat gebeurt er dan? Elisabeth: Op het einde is natuurlijk de eindrapportage. Daarin rapporteert de ondernemer ook of de milestone is gehaald. Of dat het project gefaald is om enigerlei reden. Nou ja, dat weten we waarschijnlijk dan toch al wel wat eerder. Nou ja, in het geval dat het dus gefaald is, dan kan inderdaad die ontheffing van terugbetaling verleend worden. Want het is een krediet in de vorm van een subsidie. Als het succesvol is, dan wordt het krediet vastgesteld. Dan gaan we een aflosschema ook in overleg met de ondernemer vaststellen. Gebaseerd op waar hij op dit moment staat in de prognose, in de omzetten. En dan begint wat wij de commerciële fase noemen. Tom Jessen: Ja, daar heb ik zo meteen wel een vraag over aan David. Eerst misschien nog even kijken naar het laatste punt op deze slide. Over de vernieuwde rentepercentages. Wat zou je daar nog over willen of kunnen zeggen? Het staat er natuurlijk op, dus misschien spreekt het wel voor zich. Wil je er nog iets bij aanvullen? Elisabeth Schless: Het is natuurlijk wel een grote verandering sinds begin dit jaar. We zagen dat bij veel projecten die vertraging hebben en dat is toch wel, ik zou zeggen 90 procent van de projecten die hebben dat wel. En dan niet alleen maar in de projectfase, maar vaak ook in de aflosfase. En dan was de rente 7 procent voor technische projecten, 10 procent voor klinische projecten. Dat is rente op rente, dus dat kon enorm uit de klauwen lopen. Dat werd dan toch ook een beetje een blok aan het been. Wij hebben geprobeerd met dit nieuwe systeem om iets meer balans te brengen. Omdat juist de bedrijven die heel succesvol zijn en vroeg aflossen, dus eigenlijk heel weinig of nauwelijks rente betalen, terwijl zij heel succesvol zijn. Terwijl dan eigenlijk de bedrijven die een beetje tegenslag hadden dan een enorm bedrag moeten betalen. Met deze systematiek is dat wat meer in evenwicht gebracht. De rente is 3 procent en dan is er een opslag op de hoofdsom die moet worden betaald. Tom Jessen: David, die commercialisatiefase. Hoe wordt nou bepaald hoe het aflossingsschema er daar uitziet? David Bego: Bij het toekennen van het Innovatiekrediet wordt er al een aflossingsschema opgesteld. Alleen dat is natuurlijk ver voordat het project geëindigd is. Een project mag vijf jaar duren. Dus de wereld, maar waarschijnlijk ook de cijfers voor de betreffende onderneming, die zien er toch wat anders uit. Dus tijdens die vaststelling van het krediet waar Elisabeth het net over had, is het van belang dat cijfers geactualiseerd worden. Dus we willen nieuwe exploitatie- en liquiditeitscijfers en ik zeg altijd: maak die sensitief. Dus wij kunnen fantastische hockeysticks (financiële term) ontvangen, maar daar word je vervolgens qua aflossingsstructuur aan opgehangen. Dus dat moet je niet doen. Je moet zorgen dat die exploitatieprognose en die liquiditeitsprognose realistisch zijn. Zodat we daar die aflossing op kunnen structureren. Dat doe je in onderling overleg en op basis van de brutomarge, de cashflow die gegenereerd gaat worden, dient ook het Innovatiekrediet afgelost te worden. Tom Jessen: Helder. Veel vragen zijn er binnengekomen. Laten we daar in de komende minuten naar kijken. Want er zitten veel verschillende vragen tussen die alle fases die we hebben besproken beslaan. Eerst eventjes een punt, René. Het is een vraag waarvan ik me kan voorstellen dat hij vaak gesteld wordt: dit is niet de enige subsidie. Er zijn er nog meer. Er zijn provinciale subsidies, stedelijke subsidies, noem maar op. Hoe zit het met de combinatie van subsidies met het Innovatiekrediet? Kan dat? René Kamphuis: Ja, Elisabeth noemde het net al even. Het Innovatiekrediet is een subsidie in de vorm van een krediet. Wat we daarmee bedoelen is dat de regeling zelf valt onder het brede kaderbesluit van subsidies. Een gevolg daarvan is dat je het Innovatiekrediet niet mag stapelen met andere subsidies. Dus op het moment dat er andere subsidies in beeld komen, dat kan landelijk zijn, maar dat kan ook Europees zijn, provinciaal, noem maar op. Als het een subsidie is, dan heb je te maken met de spelregels van het stapelen. Dat betekent bijvoorbeeld: als je 45 procent Innovatiekrediet zou krijgen, maar je krijgt vanuit de provincie voor hetzelfde project, want daar gaat het dan om, bijvoorbeeld 25 procent subsidie, dan kun je in principe maximaal 20 procent van de projectkosten in het Innovatiekrediet stoppen. Want die 20 plus die 25 van de provincie is dan weer 45. En dat is dan het maximum wat het Innovatiekrediet aanhoudt, te allen tijde. Tom Jessen: Goed om dat in de gaten te houden, want daar gelden dus ook spelregels voor. Even kijken wat er allemaal binnenkomt. Veel vragen, dank daarvoor. We doen ons best om in de resterende minuten zoveel mogelijk vragen te beantwoorden. Kunnen jullie een voorbeeld geven van een geschikt samenwerkingsverband voor een innovatiekrediet? Moet dit bijvoorbeeld voor alle partijen leiden tot innovatie of is uitbesteding aan een derde partij ook geldig? Elisabeth? Elisabeth Schless: Uitbesteding geldt niet als samenwerking. In alle projecten zit eigenlijk veel uitbesteding. Dat is gewoon contractwerk en dat valt onder de projectkosten, maar dat geldt niet als samenwerking. Wij zien heel af en toe wel samenwerkingsprojecten met een universiteit. In dat geval kan inderdaad het krediet, wordt het krediet wat verhoogd, kan je 50 procent van de projectkosten krijgen. Omdat dan de redenering is dat de projectbegroting bij ons een beetje kleiner is, omdat een deel van het onderzoek bij de universiteit wordt uitgevoerd. Het probleem daarmee is dat die universiteit dan ook financiering moet zien te vinden voor dat deel. En dat is dan soms wat lastig, dus daarom zien we daar niet zo heel veel projecten in. Tom Jessen: Andere vraag: Voor een toekenning van Innovatiekrediet is private matching nodig. Maar aan de andere kant, zegt de vraagsteller, wordt ook gezegd dat het Innovatiekrediet niet nodig is wanneer privaat kapitaal aanwezig is. Dit lijkt me een lastig kip-eiverhaal. Hoe wordt de keuze van wel of niet toekenning hierop gebaseerd? Wil jij die beantwoorden? René Kamphuis: Ja hoor, is goed. David Bego: Wil ik ook doen, hoor. Tom Jessen: Laten we zeggen dat René een aftrap doet en dan kijken we wat er nog over is. Anders heb ik zo een andere vraag voor je. René Kamphuis: Ja. Dat noodzaakcriterium is altijd een lastige. Want er zijn ook vaak welvermogende investeerders in beeld en die zouden in principe alles kunnen financieren. Maar de vraag is of ze dat ook echt willen. Daarnaast kun je natuurlijk als bedrijf ook nog wel een reservering maken in bijvoorbeeld de eigen middelen die je hebt, die je achter de hand wil houden voor het commerciële traject. Want je kunt wel het project afgerond hebben, maar als je daarna geen geld meer hebt om het commerciële traject te financieren dan stokt het daar ook. Dus dat is ook iets wat we natuurlijk in de gaten houden. Dus het is een criterium wat we bekijken, het is ook nodig dat er noodzaak is, maar dat ligt niet zo zwart-wit dat als er iets meer middelen zijn, dat we daarop gaan korten. Tom Jessen: Andere vraag, voor jou dan, David. Ik heb een vraag over het financiële format, over de rente en de aflossing van het Innovatiekrediet gedurende de project- en commercialisatiefase. Deze worden toch pas bepaald na afloop van de projectfase? Hoe moeten we dit meenemen in het financiële format? Kun je daar iets over zeggen? David Bego: Zeker. Je betaalt dus geen rente gedurende het project, dat geldt ook voor de aflossing. Dus die rentebetaling en die opslag en dus de aflossing die moeten gestructureerd worden in de jaren dat het product gecommercialiseerd wordt. Dus je maakt een projectie op kwartaalbasis voor die projectfase. Na die projectfase, op het moment dat je commercialiseert, ga je op jaarbasis ook een inschatting maken van je omzet, brutowinstmarge, kosten en vervolgens: wat blijft er aan cashflow over om rente en aflossing te structureren? En heel grofweg: de maximale termijn waarin afgelost mag worden is tien jaar. Maar als de exploitatie daartoe ruimte geeft, dient er eerder afgelost te worden. Die aflossing die structureer je op maand- of op kwartaalbasis en dat geldt ook voor de rente. Tom Jessen: Andere vraag, voor jou, René. Is Innovatiekrediet voor klinische projecten beperkt tot 'in human trials'? En zitten er beperkingen aan de locatie waar de klinische studies plaatsvinden, qua land of misschien wel qua continent? René Kamphuis: Klinische projecten zijn inderdaad beperkt tot 'in human' klinische trials. Als het dierproeven zijn bijvoorbeeld, dan is het ofwel de fase voor de klinische trials, dan valt het buiten de scope van het Innovatiekrediet. En als het 'in human' is dan zijn er klinische trials die door het Innovatiekrediet worden gefinancierd. Waar die trials plaatsvinden, dat maakt het Innovatiekrediet niet veel uit. Dus dat mag ook in het buitenland zijn, als daar bijvoorbeeld specifieke patiëntgroepen zijn die daar meer vertegenwoordigd zijn dan in Nederland. Want Nederland is in dat opzicht natuurlijk ook maar een klein land. Als je meer volumes nodig hebt bijvoorbeeld die je in Amerika wel kan realiseren, dan kan je ook daar je trials organiseren. Tom Jessen: Oké. Er zijn nog veel meer vragen, maar helaas is de tijd voor dit moment bijna op. Dat wil niet zeggen dat we uw vraag niet gaan beantwoorden. We laten de chat nog even open, zodat u uw vraag nog eens onder de aandacht kunt brengen. We zorgen ervoor dat de vragen die binnen zijn gekomen beantwoord gaan worden. Dank tot dusver voor al uw goede vragen en we hopen dat de beantwoording duidelijk is. Mocht het niet zo zijn, uiteraard horen we dat dan graag. Misschien goed, we hebben zo ontzettend veel besproken, om toch nog even tot slot te kijken naar wat belangrijke punten. U kunt dit webinar straks ook terugkijken, dus u kunt het stap voor stap nog een keer op uw gemak op een gewenst tijdstip terughalen allemaal. Maar dit zijn wat ons betreft belangrijke zaken die wij u nog een keer zouden willen meegeven. De aanvraag. Dat is natuurlijk belangrijk, is een zorgvuldig proces. Het advies is: begin op tijd. Dat is een advies dat telkens gegeven wordt. Dan in de beheerfase is de uitvoering van het project belangrijk. Zorg voor flexibiliteit en zorg ook vooral voor de aandachtspunten die door de sprekers gegeven zijn. Bij de commercialisatiefase: de start van het aflossen is natuurlijk belangrijk dat dat conform de afspraken gebeurt. U heeft ook gehoord wat andere aandachtspunten daarin zijn. Die informatie gaan we ook nog een keer online zetten. Sterker nog, die staat er al en die kunt u daar ook vinden. En dan misschien wel, u ziet het onderaan staan, de belangrijkste: doe die Quick Scan. Ook als daar een negatief advies uitkomt, wil dat nog niet zeggen dat u er niet voor in aanmerking komt. De mensen van RVO zitten dan zeker voor u klaar om u verder te helpen. Misschien zijn er wel andere oplossingen denkbaar. En hetzelfde geldt natuurlijk ook als u een positieve uitslag heeft. Dat is niet meteen een garantie, maar geeft u in ieder geval wel een goede indicatie. Hebben jullie nog iets aan te vullen tot slot? Kijk even naar de rondvraag. René, Elisabeth? Elisabeth Schless: Nou, misschien... Ik had recent een mooi technisch bedrijf die hun krediet hebben afgelost. En bij de eindevaluatie vertelden ze hoe zeer het krediet had geholpen. Hun aandeelhouders hadden gezegd: als geld geen probleem was, wat zou je dan willen ontwikkelen? En op basis daarvan hadden ze dit projectplan ontwikkeld, maar de financiers vonden dat te groot en te risicovol om te ondersteunen. En daarin heeft het IK dan inderdaad kunnen helpen om dit project toch van de grond te krijgen. Dat vond ik wel een inspirerend verhaal, dus misschien nog voor anderen. Tom Jessen: Mooi voorbeeld. Bedankt dat jullie hier waren in de studio. David, fijn dat je ook op afstand bij ons was. Dank je wel voor jouw bijdrage aan dit webinar. Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u terecht in de chat of neem contact met onze collega's op. Ik dank u heel hartelijk voor uw bijdrage aan dit webinar. Zoals gezegd: de chat blijft nog even openstaan voor uw vragen en opmerkingen. Ik wens u een fijne dag, succes met ondernemen en heel graag tot de volgende keer. *muziek speelt en eindigt* Beeldtekst: Hartelijk dank voor uw deelname! Meer weten? Kijk op: www.rvo.nl/innovatiekrediet Mail naar: innovatiekrediet@rvo.nl *nieuwe muziek start*
Wegwijzer webinar
Hieronder leest u welk onderwerp op welk moment tijdens het webinar wordt besproken. Zo weet u over welke onderwerpen u uitleg krijgt.
- 00:00Introductie en agenda
- 04:34Welke financiële regelingen voert RVO uit?
- 08:06Wat is het Innovatiekrediet?
- 15:46Waaraan voldoet een kansrijke aanvraag?
- 18:16Wat is de Quick Scan en hoe vult u deze in?
- 21:38Waarom is het zinvol om het Innovatiekrediet aan te vragen?
- 22:48Uit welke stappen bestaat het aanvraagproces?
- 28:57Uit welke onderdelen bestaat uw aanvraag?
- 38:08Tips voor een kwalitatief goede aanvraag
- 39:20Hoe ziet de beheer- en aflossingsfase eruit?
- 46:25Vraag & antwoord
- 53:30Afsluiting
Vervolgstappen
Wilt u na het kijken van het webinar verder onderzoeken of het Innovatiekrediet iets voor u is? Er zijn verschillende stappen die u kunt nemen:
- Benieuwd of uw plan of projectidee geschikt is voor het Innovatiekrediet? Doe een Quick Scan.
- Heeft u de Quick Scan al afgerond en wilt u een aanvraag indienen? Lees meer over het aanvraagproces en de tips voor het indienen van een complete aanvraag.
- Ministerie van Economische Zaken