Geheimhouden tijdens ontwikkeling
Tot het moment dat u octrooi aanvraagt, moet uw uitvinding geheim blijven. Als uw uitvinding al bekend is – ook door uw eigen acties – zal uw octrooi weinig waard zijn. Iemand die er inbreuk op maakt kan dan namelijk terecht aanvoeren dat het octrooi niet geldig is.
Om uw uitvinding geheim te houden mag u bijvoorbeeld:
- niet publiceren in (wetenschappelijke) tijdschriften;
- geen presentaties geven op beurzen en tijdens congressen. Ook posterpresentaties op wetenschappelijke congressen mogen niet. Voor bepaalde erkende beurzen en tentoonstellingen geldt een uitzondering. Daar kunt u uw uitvinding laten zien zonder dat dit schadelijk is voor de nieuwheid;
- geen brochures maken en verspreiden;
- geen publicaties plaatsen op internet.
Tijdens het innovatieproces moet u ervoor zorgen dat uw uitvinding geheim blijft. Dat geldt ook als u er met anderen over spreekt. Geheimhouden kan bijvoorbeeld met maatregelen in de ICT, fysieke beveiliging, concurrentiebedingen en geheimhoudingsclausules.
Meer informatie vindt u op onze informatiepagina bedrijfsgeheimen.
Een voorbeeld van een geheimhoudingsovereenkomst (in combinatie met een registratie van uw document) vindt u op de site van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BOIP).
Daarnaast zijn er online verschillende voorbeelden te vinden met de termen ‘geheimhoudingsverklaring’, ‘geheimhoudingsovereenkomst’ en ‘NDA’ (Non-Disclosure Agreement).
Alle medewerkers van het Octrooicentrum, onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), hebben geheimhoudingsplicht. Dat betekent dat u vrij met hen kunt spreken over uw idee of uitvinding.
Vragen over octrooien?
Bel 088 042 40 02
- Ministerie van Economische Zaken