Voorbeeldberekening subsidie

Gepubliceerd op:
23 februari 2021

Bent u veehouder? En heeft u een nieuwe techniek of maatregel bedacht om broeikasgas- of stalemissies te verminderen? Dan kunt u subsidie hiervoor krijgen. Met een voorbeeld kunt u zien hoe wij deze berekenen.

Meer over de subsidie leest u op Onderzoeken en ontwikkelen van innovaties voor stalsystemen.

Wilt u subsidie aanvragen? Dan bestaat uw innovatieproject uit 3 fasen. Voor iedere fase krijgt u een ander percentage van de kosten aan subsidie. Hieronder leest u wat de verschillende percentages zijn en hoe we de subsidie berekenen.

Onderzoeks- en ontwikkelingsfase (fase 1)

Afschrijvingskosten

De totale investering in dit voorbeeldproject is € 1.000.000. Deze kosten zijn voor investeringen in producten met een lange afschrijvingstermijn, zoals:

  • technieken
  • installaties
  • apparaten
  • machines
  • uitrusting

In fase 1 kunt u ook voor andere kosten subsidie krijgen. Zoals voor de inhuur van personeel of aankoop van materialen. Maar deze kosten worden niet afgeschreven. Daarom hebben we ze niet meegenomen in dit voorbeeld. Meer over de kosten die onder deze subsidie vallen leest u op de pagina Subsidie berekenen, onder het kopje Subsidiabele kosten.

Afschrijving per jaar

De totale investering ligt aan het begin van het project. Deze heeft een gelijkmatige (lineaire) afschrijving van 20 jaar. Dus de afschrijving komt op € 1.000.000/20 = € 50.000 per jaar. De projectduur (fase 1 en 2 samen) is maximaal 5 jaren. De subsidiabele kosten voor de investering in fase 1 zijn dan 5 x € 50.000 = € 250.000.

Subsidiepercentage

Het type onderzoek in dit voorbeeld is experimenteel. In fase 1 krijgt u als basis 25% van de onderzoeks- en ontwikkelkosten aan subsidie. In dit voorbeeld vraagt een kleine onderneming de subsidie aan (+ 20%). Deze onderneming verspreidt de onderzoeksresultaten ruim via conferenties en publicaties (+ 15%). Zo komt het percentage voor de berekening van de subsidie in fase 1 op 60%.

Subsidie fase 1

De kosten die vallen onder deze subsidie zijn € 250.000. Dit zijn alleen de afschrijvingskosten tijdens het project. De subsidie in dit voorbeeld is 60% van de afschrijvingskosten. Dit is € 150.000.

Voorbeeldberekening subsidie fase 1 – Onderzoeks- en ontwikkelingsfase

Subsidiepercentage bij:

  • experimentele ontwikkeling (25%),
  • kleine onderneming (+20%)
  • kennisverspreiding (+15%)
60%
Afschrijvingsmethode Lineair
Aanschafkosten/ investeringsbedrag

€ 1.000.000

Restwaarde € 0
Afschrijfbaar bedrag (aanschaf/rest) € 1.000.000
Economische levensduur (aantal jaren) 20
Afschrijvingskosten per jaar € 50.000
Projectduur (aantal jaren) 5

Subsidiabele kosten fase 1 (kosten die voor subsidie in aanmerking komen)

€ 250.000
   
Subsidie fase 1 € 150.000

*Het subsidiepercentage is voor industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling gelijk, namelijk 25%. Dit percentage kunnen we om verschillende redenen ophogen. Meer hierover leest u op Subsidie berekenen, onder het kopje Subsidie berekenen voor iedere fase.

Emissiemetingenfase (fase 2)

Het subsidiepercentage voor de emissiemetingenfase is 100%. U krijgt maximaal € 200.000 voor iedere veehouderijlocatie. Dit subsidiebedrag gaat naar de organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding binnen het samenwerkingsverband.

In dit voorbeeld meet de onderzoeksorganisatie één veehouderijlocatie door. De kosten hiervoor zijn € 150.000. De onderzoeksorganisatie krijgt dus in totaal € 150.000 subsidie.

Resterende productieve levensduurfase (fase 3)

De innovatie zorgt voor voldoende vermindering van de broeikasgas- en stalemissies. Daarnaast draagt de innovatie bij aan verbeteringen van het natuurlijke milieu en het dierenwelzijn. De onderneming heeft geen verhoging van de productiecapaciteit. Dan zou het subsidiepercentage namelijk 60% moeten zijn in fase 3. Maar in deze fase krijgt de aanvrager maximaal hetzelfde subsidiepercentage als in fase 1. Daarom verlagen we het percentage in dit voorbeeld van 80% naar 60%.

De resterende productieve levensduur is in dit voorbeeld 15 jaar, waarbij de subsidiabele kosten € 750.000 zijn. De subsidie zou dan 60% van € 750.000 worden. Dat is € 450.000. Dit is meer dan de maximale subsidie per veehouderijlocatie in fase 3. Dat is € 350.000. Daarom is de subsidie in dit voorbeeld € 350.000 voor fase 3.

Voorbeeldberekening subsidie fase 3 – Resterende productieve levensduurfase
Afschrijvingsmethode Lineair
Aanschafkosten / investeringsbedrag 1.000.000
Restwaarde 0
Afschrijfbare bedrag (aanschaf/rest) €1.000.000
Economische levensduur (aantal jaren) 20
Afschrijvingskosten per jaar 50.000
Resterende productieve levensduur (aantal jaren) 15
Subsidiabele kosten fase 3 750.000
Subsidiepercentage fase 1: 60%  

Subsidiepercentage fase 3 jonge landbouwer,
als productiecapaciteit niet is toegenomen door de investering:
40% + 20% + 20% = 80% 

 
Subsidiepercentage fase 3 is maximaal het percentage voor fase 1 = 60% 60%
Subsidiebedrag fase 3, geen rekening gehouden met maximum subsidiabele kosten fase 3 450.000
Maximale subsidiabele kosten fase 3 per veehouderijlocatie 350.000
   
Subsidie fase 3 350.000

 

Totale subsidiepercentage

De veehouder in dit voorbeeld krijgt in totaal € 500.000 subsidie. Dit is 50% van alle investeringen.

Voorbeeldberekening industrieel onderzoek - totale subsidie
Subsidie fase 1 € 150.000
Subsidie fase 3 € 350.000
Totale subsidie fase 1 en 3 € 500.000
   
Subsidiepercentage fase 1 en 3 ten opzichte van totale investering 50%

 

Vragen over deze subsidie?

Neem contact met ons op

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?