Natuur en ecologie bij windenergie op land

Laatst gecontroleerd op:
29 juli 2024
Gepubliceerd op:
12 juni 2018

Bent u betrokken bij een (ontwikkel)plan voor een windpark? Voor de aanleg van windturbines moet u rekening houden met het natuurbeleid. De bouw en exploitatie van windturbines kunnen gevolgen hebben voor beschermde soorten planten en dieren (flora en fauna), natuurgebieden en Natuurnetwerk Nederland. De regels hiervoor staan in de Omgevingswet.

De Wet natuurbescherming (Wnb) ging op 1 januari 2024 op in de Omgevingswet. Deze wet beschermt planten- en diersoorten en natuurgebieden. Naast deze wet wordt de natuur in Nederland beschermd door:

  • Natuurnetwerk Nederland (NNN): het Nederlands netwerk van bestaande en nieuw aan te leggen natuurgebieden. Het netwerk verbindt natuurgebieden beter met elkaar en met het omringende agrarisch gebied.
  • Provinciale regelgeving: sommige gebieden vallen onder deze regels, zoals ganzenrustgebieden of weidevogelgebieden.

Provincies stellen het natuurbeleid vast. Zij zijn verantwoordelijk voor het afgeven van vergunningen en ontheffingen.

Hoe beschermen we diersoorten tegen windturbines?

In de Omgevingswet is de zogenaamde Europese Vogel- en Habitatrichtlijn verwerkt. Deze wet stelt hoge eisen. Elke verstoring of doding van enkele vogels (individuen) van beschermde soorten en het verstoren van rustplaats, nest of eieren is verboden. Dit geldt voor bijna 1.000 beschermde diersoorten.

Bij windprojecten is er een risico op verstoring of doding. In een milieueffectrapportage onderzoeken we dit uitgebreid, vooral voor vogel- en vleermuissoorten. Als uit dit onderzoek blijkt dat er mogelijk meer dan incidentele slachtoffers vallen, is een ontheffing nodig. Deze vraagt u aan bij de provincie.

Vogels

Windturbines veroorzaken een klein deel van de vogelslachtoffers die door menselijk handelen om het leven komen. Windturbines kunnen negatieve effecten hebben op vogels door:

  • aanvaring: vogels kunnen zich doodvliegen tegen de wieken of tegen de mast;
  • barrièrewerking: vogels moeten omvliegen tijdens de trek of op weg naar hun leefgebied;
  • verstoring: vogels gaan windturbines en hun omgeving uit de weg. Die gebieden zijn dan ongeschikt als voedsel-, rust- of broedgebied. 

Om de effecten van windturbines op vogels te onderzoeken, moeten we meer weten over natuurlijke vliegbewegingen en de invloed van windturbines op vlieggedrag. Dit kan met een veldonderzoek. Hieruit blijkt welke vogelsoorten op welke manier een gebied gebruiken. En welke aanvaringsaantallen we per soort verwachten. Veldonderzoeken doen we meestal in het voor- en najaar.

Vleermuizen

Windturbines kunnen ook een negatief effect hebben op (lokale) vleermuispopulaties. Als we landschappelijke kenmerken veranderen aan locaties, brengen die meer of minder risico's mee voor vleermuizen. Vleermuispopulaties zijn kwetsbaarder dan vogelpopulaties. Ze komen in kleinere aantallen voor en krijgen minder jongen.

De meeste vleermuisslachtoffers vallen in de nazomer en herfst. Dit gebeurt tijdens de verplaatsing (migratie) van trekkende soorten en in gebieden met kenmerken die vooral vleermuizen gebruiken.

Verwachten we bij een ingreep of verandering effecten op vleermuizen? Dan moeten we altijd het vleermuisprotocol inzetten. Met dit protocol bepalen we het belang van de functies van gebieden voor soorten vleermuizen. Als u het protocol volgt, toont u ook juridisch aan dat u er alles aan heeft gedaan om na te gaan of soorten en functies van gebieden bedreigd worden.

Hoe beschermen we gebieden tegen windturbines?

Voor het wel of niet mogen plaatsen van windturbines zijn de Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland belangrijk. Voor activiteiten of projecten die schadelijk zijn voor de beschermde natuur geldt een vergunningplicht. Dit geeft de zekerheid dat we goed nadenken over projecten die gevolgen (kunnen) hebben voor natuurgebieden.

Natura 2000

Voor een windpark in of dichtbij Natura 2000-gebieden moet u (verplicht) onderzoeken of er een belangrijk effect is op het gebied. Kunt u aantonen dat windturbines geen belangrijke effecten hebben op de planten- en diersoorten of de leefomgeving in het Natura 2000-gebied? Dan kunt u windturbines in of nabij dit gebied (laten) plaatsen.

Zijn er wel effecten voor het Natura 2000-gebied? Dan is er nog een uitzondering: bij groot openbaar belang en als er geen andere oplossingen zijn. In dat geval mogen er toch windturbines in het Natura 2000-gebied komen. 

Lees meer over deze uitzondering in de richtlijn van de Europese Commissie 

Natuurnetwerk Nederland (NNN)

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) ligt ook vast in de Omgevingswet. De regels voor deze bescherming lijken op die voor Natura 2000-gebieden. Als een windproject een nadelig effect heeft op een gebied mag u geen turbines (laten) plaatsen. Ook hier geldt een uitzondering volgens de zogenaamde ADC-toets (alternatieven, dwingende reden en compensatie):

  • Er zijn geen alternatieven voor het project (dat heeft u onderzocht).
  • Er is een dwingende reden van openbaar belang om de turbines te plaatsen.
  • U treft voldoende compenserende maatregelen.

Lees meer over de ADC-toets

Vragen over windenergie op land?

Neem contact met ons op

In opdracht van:
  • Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Bent u tevreden over deze pagina?