Innovatiekrediet: Veelgestelde vragen
Hier vindt u veelgestelde vragen en antwoorden over het Innovatiekrediet.
Innovatiekrediet is hoofdzakelijk voor de fase TRL 3 of TRL 4 naar marktintroductie. We vragen u om een concreet plan voor één specifieke innovatie. Slaagt de innovatie, dan moet u het krediet terugbetalen.
En wat verstaan jullie onder ‘grote verbetering’ als de technologie al bestaat?
Als u al op het punt staat uw product naar de markt te brengen, dan heeft u waarschijnlijk de te nemen technologische stappen al voor een groot gedeelte genomen. Dan is het product eigenlijk al voorbij TRL 3 of TRL 4.
Voor goedkeuring van uw aanvraag moet de kans dat het mis gaat echt nog aanwezig zijn. Dat betekent dat ontwikkeling, opschaling enzovoorts allemaal nog gedaan moeten worden.
Dat is soms lastig of niet te meten. We verwachten dat u als ondernemer onderzoek heeft gedaan naar de risico’s en variabelen die bepalen of een product door de markt zal worden afgenomen. We willen dit inzichtelijk terugzien in een helder plan en onderzoek. Overigens kan een andere regeling, Vroege fase financiering, mogelijk het onderzoeksdeel financieren. Bij RVO analyseren we een algemeen beeld: is er een basis waarop we dit kunnen financieren?
We zien vaak bij hardware dat er een 1e 'proof of principle' is. We kijken ook naar octrooien, omdat die ook kunnen laten zien dat u bepaalde stappen al heeft genomen. Daarbij kijken wij bijvoorbeeld naar de octrooistrategie gaandeweg: wat wilt u registreren en wat niet, en waarom? Er zijn voorwaarden, bijvoorbeeld dat we pandrecht kunnen vestigen op octrooien gerelateerd aan het IK-project. Pandrecht loopt totdat het Innovatiekrediet is afgelost.
Of u mag stapelen ligt aan de combinatie van regelingen. Het is mogelijk om binnen de onderneming gebruik te maken van verschillende subsidies, zowel nationaal en internationaal, maar niet alles mag gestapeld of gecombineerd worden. Daar kunnen we als adviseur met u naar kijken.
WBSO en Innovatiekrediet kunt u bijvoorbeeld combineren. Het kan dus zo zijn dat u bepaalde ontwikkel-uren zowel bij WBSO als Innovatiekrediet kunt declareren. De WBSO is een ander soort regeling, waarbij het over een fiscaal voordeel gaat.
Ook Seed Capital en Innovatiekrediet kunt u combineren.
Het is ook goed om te weten dat het geld van Innovatiekrediet per projectperiode in kwartaalbetalingen wordt vrijgegeven. U krijgt het dus niet in één keer aan het begin van uw project.
De meeste projecten worden gepland op 2 tot 3 jaar, maar in de praktijk merken we dat planningen vaak uitlopen. Dat is niet erg, maar we informeren wel altijd waardoor dat komt.
In principe is de maximale looptijd 5 jaar. Bij klinische projecten geldt dan dat het product nog niet op de markt hoeft te zijn. Meestal is er een afronding in fase 2 van de klinische studie. Er is dan bijvoorbeeld een licentieovereenkomst. In de praktijk is het ook vaak niet haalbaar om een medicijn in 5 jaar op de markt te krijgen.
En wat betekent het voor mijn IK-project als ik bijvoorbeeld meerdere BV's heb?
We zien veel verschillende organisatiestructuren, zoals start-ups en scale-ups. Wilt u voor uw project een nieuwe BV opzetten? Dat kan gewoon, er zitten geen leeftijds- of omvangrestricties op. We kijken altijd naar het geheel.
Als bedrijven verbonden zijn, dan nemen we dat wel mee voor het pandrecht. Bijvoorbeeld bij een werkmaatschappij onder een holding, met een zustermaatschappij. Dan kan het zijn dat we bij de andere bedrijven ook kijken naar de aanvullende financiële borgstelling.
Er moet een kans op falen zijn, het project moet niet gemakkelijk uit te besteden zijn. Vaak ligt het in het verlengde van het feit dat het een nieuw product of nieuwe dienst is. Bij een koppeling van bestaande technieken kijken we vooral naar waar het zwaartepunt ligt.
We vragen dus altijd om een een risico-analyse. Ook moet u aantonen dat wat u wilt gaan maken ook gaat werken, er is dus een 'proof of principle' of iets soortgelijks nodig.
Is uw product bijvoorbeeld al op de markt en wilt u daar iets aan aanpassen? Dan is dat te weinig risico om in aanmerking te komen voor het Innovatiekrediet.
Hier is geen specifiek percentage voor vastgesteld. Wij kijken naar zaken als: hoeveel geld heeft u per maand nodig, welke financiers zijn betrokken en hoe financieel daadkrachtig zijn zij? Met andere woorden: kunnen er partijen bijspringen als er uitloop van het project is?
Een verklaring van deze partij vooraf is handig, maar daar hoeven geen specifieke bedragen aan te hangen. Het gaat erom dat wij een bepaalde zekerheid hebben dat het project niet meteen stopt als zaken niet helemaal volgens planning gaan.
- Wat binnen het innovatiegebied valt, kan in aanmerking komen voor Innovatiekrediet. Wij toetsen of de uren en kosten die worden opgegeven wel direct te maken hebben met de ontwikkeling, en niet met andere zaken zoals marketing of algemene bedrijfsvoering. R&D-financiering en een accountant vallen hier dus ook niet onder. Het gaat erom dat u een product gaat leveren. Het aanvragen en in stand houden van octrooien kan bijvoorbeeld wel onder Innovatiekrediet vallen.
- Uitbesteed werk kan gelden als kosten die in aanmerking komen voor Innovatiekrediet. We letten wel op hoeveel van het project wordt uitbesteed. Als dat vrijwel alles is, waar zit dan de technische uitdaging? We gaan dan met u in gesprek.
- Er zitten ook wat andere voorwaarden aan uitbesteding vast, zoals uitvoering van het werk in Nederland en niet meer dan 50% uitvloeiing naar het buitenland.
- Kosten van een machine voor het project vallen ook onder Innovatiekrediet. Hoeveel hangt af van de restwaarde. Is de machine of het materiaal aan het einde niet meer bruikbaar? Dan is de restwaarde nul, en kunt u deze volledig afschrijven. Dat gaat wel in periodes, bijvoorbeeld 20% per jaar, 5 jaar lang.
Is de machine of het materiaal voor u niet meer bruikbaar, maar mogelijk wel voor een ander (het kan nog verkocht worden)? Dan is de restwaarde niet nul en valt het restbedrag buiten het Innovatiekrediet.
Over het algemeen is dat met software inderdaad wat lastiger omdat u vaak sneller de TRL-fases doorloopt. In geval van software richten we ons daarom minder op de TRL-fase en kijken we meer naar andere dingen. Zoals:
- Wat zijn de risico’s?
- Welke stappen worden er gemaakt?
- Waarom is dit technisch uitdagend en nieuw?
De nadruk ligt dus meer op technologische innovatie.
Het project hoeft niet altijd per TRL-niveau uitgeschreven te worden. Het eindigt wel vaak bij TRL 9, dan is het product operationeel en verkocht. Belangrijk voor ons is dat we weten wat het begin- en eindpunt is, en wat de mijlpalen tussendoor zijn. Dit wordt vaak omschreven met TRL-levels, maar dat hoeft niet altijd. Voornaamste is dat de businesscase duidelijk is en wij het goed kunnen volgen. Wij kijken periodiek (elke 6 tot 9 maanden) hoe het gaat en besluiten of we het volgende deel van het krediet kunnen verlenen.
- Ministerie van Economische Zaken