Criteria voor opname op de Milieulijst
Leveranciers en andere belangstellenden kunnen voorstellen om een vernieuwende milieuvriendelijke techniek op te nemen op de Milieulijst. Hierdoor krijgt een ondernemer die investeert in deze techniek, belastingvoordeel met de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Of het voorstel op de lijst komt, hangt af van verschillende criteria.
Komt uw voorstel op de Milieulijst?
Uw voorstel kan op de Milieulijst komen als onder andere:
- de techniek een duidelijk milieuvoordeel (anders dan energiebesparing) oplevert en verdergaat dan wat op dit moment wettelijk verplicht is;
- de techniek niet gangbaar is;
- de investeringskosten voor deze techniek hoger zijn, vergeleken met het gangbare alternatief;
- deze investering zich zonder het belastingvoordeel van de MIA\Vamil niet binnen 3 jaar terugverdient;
- de techniek aansluit bij de belangrijkste punten uit het milieubeleid. Denk aan technieken die bijdragen aan een circulaire economie of de klimaatadaptatie.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beslist uiteindelijk of het voorstel als bedrijfsmiddel op de Milieulijst komt.
Europese regelgeving en steunplafonds
De MIA en Vamil moeten voldoen aan Europese regels voor het geven van staatssteun. Voor steun voor investeringen in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen geldt de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV). Deze verordening stelt een maximum aan het voordeel dat een ondernemer per investeringsproject krijgt.
Dit is een maximaal percentage van de bijkomende kosten (de extra kosten die een ondernemer maakt voor het milieuvriendelijke bedrijfsmiddel vergeleken met het gangbare alternatief). Dit percentage is afhankelijk van het type investeringsproject en de omvang van de onderneming (zie ook paragraaf 2b punt 9 en 10 van de Milieulijst).
Volgens de AGVV mag de overheid geen investeringen steunen die als doel hebben om aan wettelijke verplichtingen te voldoen. Dit geldt ook voor initiatieven die leiden tot onevenredige marktverstoring. Ook investeringen die niet duurder zijn dan het gangbare alternatief, mogen niet gestimuleerd worden met MIA\Vamil. Deze komen daarom niet op de Milieulijst.
Bedrijfsmiddelen voor de landbouw, visserij en aquacultuur
Steun voor investeringen in landbouwbedrijfsmiddelen (zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van de Milieulijst) is geregeld in de Landbouw Groepsvrijstellingsverordening (LVV). Het komt erop neer dat 65% van de investeringskosten vergoed mag worden. Voor investeringen in bedrijfsmiddelen voor visserij en aquacultuur (zoals opgenomen in Hoofdstuk 2 van de Milieulijst) geldt de Visserij Groepsvrijstellingverordening (VVV). Hierin is bepaald dat de steun maximaal 50% van de investeringskosten mag zijn.
U kunt de vrijstellingsverordeningen downloaden onderaan onze pagina Officiële bekendmakingen.
Meer informatie over staatssteun en groepsvrijstellingsverordeningen vindt u op de website Europa Decentraal.
Een voorstel doen
Wilt u een voorstel doen voor de volgende Milieulijst? Volg dan ons stappenplan.
Ga naar het stappenplan
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat