Veelgestelde vragen OWE
Heeft u een vraag over de Subsidieregeling grootschalige productie volledig hernieuwbare waterstof via elektrolyse (OWE)? Bekijk onze antwoorden op veelgestelde vragen.
Wij hebben ons uiterste best gedaan om de subsidieregeling te vertalen naar de praktijk. En om de antwoorden op uw vagen correct te formuleren.
Is er toch sprake van een fout? Of zijn verschillende interpretaties mogelijk? Dan is de officiële regelingtekst altijd leidend.
Vertraging waterstofnetwerk
U kunt de afzet van projecten op Chemelot via een lokaal waterstofnetwerk of met tubetrailers transporteren. Op deze manier kunt u wel gebruikmaken van OWE-subsidie.
Wilt u gebruikmaken van het Hynetwork? Dan heeft u geen mogelijkheid tot afzet in 2030 en misschien de komende jaren daarna.
Doet u een aanvraag voor een OWE-subsidie voor begin 2025 met een realisatietermijn van 5 jaar vanaf de subsidiebeschikking? Dan moet u in uw aanvraag aantonen dat u de waterstofproductie-installatie volledig kunt bouwen en in gebruik nemen binnen deze realisatietermijn. U moet hierbij de aangevraagde productie kunnen halen.
De vertraging komt doordat de vergunningprocedures langer duren.
Daarnaast geven de ervaringen bij de eerste deeltrajecten ons betere inzichten over de doorlooptijden bij het voorbereidende proces. Bijvoorbeeld dat onderzoeken in de voorbereidingsfase meer tijd in beslag nemen.
In het webinar van juli 2024 gaven we aan dat vooral de doorlooptijd van de projectprocedures langer is dan we hadden gehoopt. Hynetwork kan de constructie starten als het Projectbesluit onherroepelijk is. We zien dat dit voorbereidende proces 3 tot 4 jaar duurt in plaats van 1,5 jaar.
Aansluiting op het waterstofnetwerk is niet per se nodig. Een oplossing met tubetrailers kan ook. Let hierbij wel op dat de kosten van tubetrailers niet onder de OWE-subsidie vallen. En ook niet voor compressie van meer dan 70 bar.
Ja. U dient een project in voor de OWE-subsidie, waarbij u laat zien dat u het binnen 5 jaar kunt realiseren.
Voor uw OWE-aanvraag moet uw project na 5 jaar vanaf het ontvangen van de brief met uw subsidiebeschikking volledig klaar zijn voor gebruik. Eerder starten met een deel van de capaciteit is toegestaan.
Uw aanvraag voorbereiden
In de bijlage van de Omgevingswet staat in onderdeel B wat we bedoelen met de Richtlijn Industriële Emissie; dat is de richtlijn 2010/75/EU. Europese lidstaten hebben na de start van de herziene richtlijn 22 maanden de tijd om de richtlijn te vertalen naar nationale wetgeving. Zolang die niet is gewijzigd in de Omgevingswet, blijft de (oude) richtlijn 2010/75/EU gelden.
- Is de SPV opgericht en actief op het moment dat u een subsidieaanvraag indient? Dan moet de SPV de subsidie aanvragen. De investeringen activeert u namelijk op de balans van de SPV.
- Is het oprichtingsproces van de SPV nog niet afgerond op het moment van de subsidieaanvraag? Dan moet het moederbedrijf een aanvraag indienen.
- Zit u in het oprichtingsproces van een SPV? Dan moet u in het projectplan aangeven dat u van plan bent de installatie later alsnog onder te brengen in de SPV.
Voor het project moet u in ieder geval de aanvraag voor de Omgevingsvergunning hebben gedaan. Daarnaast moet het volgende duidelijk zijn:
- De beschikbaarheid van de locatie;
- Welk soort waterstof productie-installatie u bouwt;
- Van welke hernieuwbare energiebron u stroom afneemt;
- De mogelijkheid voor de stroomaansluiting;
- De afzet voor de waterstofproductie.
Tenslotte moet u het financiële plan en de inbreng van het investeringsvermogen aanleveren.
U kunt dus pas een aanvraag doen als u de keuze van de elektrolyser en leverancier heeft bepaald. De insteek van de OWE-subsidie is dat u na het ontvangen van de brief met de subsidiebeschikking meteen kunt starten met de uitvoering van uw project.
U deelt uw ervaringen over de voortgang van uw project als u de OWE-subsidie krijgt en de installatie onder de voorwaarden van deze subsidie realiseert. Dit geldt tijdens het bouwen van de installatie en tijdens het produceren van waterstof. We gebruiken deze informatie onder andere voor nieuwe projecten.
Om ervoor te zorgen dat de subsidies een zo groot mogelijk effect hebben, is het belangrijk dat zo veel mogelijk projectontwikkelaars profiteren van de lessen uit de eerste elektrolyseprojecten. Wij kunnen de niet-bedrijfsgevoelige informatie uit voortgangs- en eindverslagen breed verspreiden om dit te bereiken. Deze informatie kan bijvoorbeeld dienen als basis voor openbare rapportages of presentaties.
Vóór de publicatie leggen wij de specifieke informatie over uw project aan u voor. U kunt dan uw mening (zienswijze) indienen over de te publiceren tekst. Wij wegen uw zienswijze mee en leggen de aangepaste tekst opnieuw aan u voor.
De hernieuwbare PPA’s voor de eerste 5 jaar (OWE-aanvraagronde in 2023) of 3 jaar (OWE-aanvraagronde in 2024) van de productie moeten in grootte genoeg zijn voor de aangegeven waterstofproductie. Een aanvullende overeenkomst voor nog meer waterstofproductie is mogelijk. Bijvoorbeeld als u eerst een PPA voor windenergie heeft en later ook voor zonne-energie.
Een vervangende overeenkomst is mogelijk bij onvoorziene omstandigheden, zoals een faillissement van het energiebedrijf.
Nee, pas bij de start van de productie. Wel moet u voor de OWE-aanvraag in 2024 van een net- of dubbelgekoppelde installatie een schriftelijk aanbod meesturen. Hierin moet in ieder geval staan:
- met welke productie-installatie of -installaties u de hernieuwbare elektriciteit produceert;
- de periode waarin u de hernieuwbare elektriciteit levert;
- de hoeveelheid hernieuwbare elektriciteit die u per jaar levert;
- de prijs van de te leveren hernieuwbare elektriciteit of de wijze waarop u deze prijs bepaalt;
- de geldigheidsduur van het aanbod.
U moet hierin rekening houden met de eisen uit de Gedelegeerde Verordening EU 2023/1184.
Nee. De PPA moet voldoen aan de regels uit de Gedelegeerde Verordening EU 2023/1184. Bij uw subsidieaanvraag moeten één of meerdere PPA's worden gevoegd, waarbij er een directe relatie is met een wind- en/of zonnepark. In de Gedelegeerde Verordening EU 2023/1184 staat dat er, naast het vereiste van additionaliteit, een correlatie in tijd en in geografie moet zijn. Certificeringen van oorsprong passen niet in dit systeem.
Nee, want 'Renewable Fuels of Non-Biological Origin' (RFNBO's) geproduceerd door het hernieuwbare aandeel van elektriciteit via het net, voldoen niet aan de gedelegeerde regelgeving voor waterstof.
Lees meer over RFNBO's en certificering van groene waterstof.
Nee, de waterstofproductie-installatie moet voor de OWE-subsidie zelfstandig opereren.
Voor het ontvangen van voorschotten heeft u een milieuvergunning nodig. Er is nog geen deadline vastgesteld, alleen dat u de vergunning op tijd moet ontvangen om op tijd te beginnen met de realisatie. De planning en de mijlpalen die u heeft opgesteld, maken deel uit van de subsidiebeschikking en zijn daarom bepalend voor uw realisatie.
Voor uw aanvraag moet u de uitstootvermindering aannemelijk maken in combinatie met de opbrengstberekening. De opbrengstberekening moet in ieder geval per kalenderjaar zijn.
De mijlpalen moeten na elkaar volgen (opeenvolgend), omdat wij de voorschotten van de investeringssubsidie uitkeren op basis van de mijlpalenbegroting.
De eerste mijlpaal kan vóór de 'financial investment decision' (FID) liggen.
De minimumwaardes voor ROE en DSCR zijn in ieder geval de waardes waar de financiers het project voor willen financieren.
Een laag projectrendement geeft aan dat er grotere financiële risico’s zijn voor uw project, waardoor onder andere ook de financiering moeilijker wordt. Dit is een beoordelingscriterium voor uw project. Wij wijzen uw project af als we denken dat uw plan financieel en economisch niet haalbaar is. Geef een motivatie waarom u de productie-installatie toch wilt realiseren, als het projectrendement laag is.
Voor de financiële uitgangspunten vergelijken wij uw projectgegevens onder andere met de cijfers van Planbureau voor de Leefomgeving voor de SDE 2024 (het eindadvies en OT-model).
Dat hangt af van het moment van teruggeven van de subsidie. Wanneer een aanvrager de subsidie intrekt vóórdat wij de beoordeling van de aanvragen hebben afgerond, nemen wij de volgende in de rij in behandeling. Ná het afronden van de beoordeling, schuiven wij de subsidie niet meer door naar een project dat een afwijzing heeft ontvangen op budget.
Wijzen we een project dat binnen het subsidiebudget valt, af? Of trekt de aanvrager deze in? Dan schuift de budgetgrens op en maakt het volgende project (of projecten) kans op subsidie.
Uw aannames over het nettarief moet u onderbouwen met betrouwbare gegevens en publicaties van deskundige autoriteiten. Als er een groot verschil is tussen de prijs die het PBL noemt en de prijs die u wordt aangeboden, voeg dan de documenten toe waarmee u de meest recente prijs onderbouwt.
Dit wordt gezien als netgekoppeld.
Nee, de modellen zijn alleen beschikbaar in het Nederlands.
Ja, u mag informatie delen in het Engels.
Wat valt onder de subsidie?
Nee. Alleen de kosten die nodig zijn voor de realisatie van de waterstofproductie-installatie vallen onder de subsidie.
Apparatuur waarmee u de geproduceerde waterstof aan afnemers levert, zoals vulpunten voor tube trailers en de tube trailers zelf, vallen buiten de waterstofproductie-installatie. Tubetrailers vallen ook niet onder de subsidie als ze worden gebruikt als 24-uurs-opslag.
Nee, de compressor voor opslagcapaciteit op hogere druk dan 70 bar van maximaal 24-uursproductie valt niet onder subsidie.
Een compressor die van atmosferische druk comprimeert naar 70 bar (HNS invoeddruk transportnetwerk) mag u meenemen in de investeringen. Een compressor van 30 naar 50 bar valt dus onder de subsdie, omdat de einddruk van 50 bar lager is dan de maximale einddruk van 70 bar voor deze subsidie.
Voor deze subsidie gaan we ervan uit dat de productie-installatie voor waterstof moet kunnen leveren op een waterstofleiding (de backbone). Daarom valt een compressiestap tot maximaal 70 bar onder deze subsidie. Verdere verhoging van druk voor levering aan afnemers valt buiten de systeemgrens van de waterstofproductie-installatie. Voor de aanschaf, bouw en het bedrijf van apparatuur om de druk tot meer dan 70 bar te verhogen, kunt u geen subsidie aanvragen. In paragraaf 2.5.2 van de toelichting bij de regeling is beschreven welke kosten u kunt opgeven voor het investeringssubsidiedeel. In deze toelichting is ook beperkte waterstofopslag (van maximaal 24-uurs productie) opgenomen als kosten die onder deze subsidie vallen.
Financieringskosten voor de bouw van de productie-installatie zien we als immateriële activa als u deze financieringskosten op de balans activeert. De geactiveerde financieringskosten mag u dan als investeringskosten opvoeren.
Financieringskosten die u niet activeert, kunt u als exploitatiekosten opgeven.
In principe wel. U kunt voor OWE-gesubsidieerde projecten geen Energie-investeringsaftrek (EIA) aanvragen onder de EIA-code 270403 (waterstofproductie door middel van elektrolyse) van de Energielijst. Voor de andere bedrijfsmiddelcodes van de EIA kan dit wel.
Voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) sluit alleen code 4111 (Apparatuur voor elektrificatie van processen in de chemische industrie) van de Milieulijst aan op de OWE-subsidie. Voor deze code geldt: als u voor uw investering subsidie heeft gekregen vanuit de OWE, dan kunt u waarschijnlijk geen gebruik meer maken van de MIA/Vamil. Met de subsidie heeft u waarschijnlijk al de maximale staatssteun ontvangen die u vanuit de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV) mag ontvangen voor een investering.
We zien een kostenpost 'onvoorzien' van 10% als redelijk. Op het moment van indienen, moet uw project al zo ver ontwikkeld zijn dat een grotere post voor onvoorziene kosten niet voor de hand ligt.
Ja, detailontwerp van de productie-installatie voor waterstof valt onder immateriële activa. Ook uren van eigen personeel kunnen onder immateriële activa vallen, maar alleen als u deze uren activeert op de balans. En alleen als de uren rechtstreeks te maken hebben met de bouw van de waterstofproductie-installatie.
Kosten die u heeft gemaakt vóór het indienen van de aanvraag, vallen niet onder de subsidie.
Ja, de FEED mag voor uw aanvraag zijn gestart. Alle kosten die u heeft gemaakt voor het indienen van uw aanvraag voor OWE-2 subsidie, vallen niet onder de subsidie.
Dus als de FEED is gestart vóór de subsidieaanvraag, dan vraagt u:
- geen subsidie voor de FEED-fase;
- óf u moet de FEED-fase verdelen in een deel voor en een deel na de subsidieaanvraag. U vraagt dan alleen subsidie aan voor het deel dat nog niet gestart is.
Ja, u kunt subsidie aanvragen voor een aansluiting specifiek voor de aangevraagde productie-installatie naar een waterstofnetwerk.
In principe vraagt u alleen subsidie aan voor onderdelen specifiek voor de bouw van de productie-installatie. Voor zaken die niet in geheel horen bij de waterstofproductie-installatie, zoals grond of een gebouw voor meerdere doeleinden, geldt dat u subsidie mag aanvragen voor het gedeelte dat voor de productie-installatie bedoeld is.
Als de kosten in werkelijkheid lager zijn dan de kosten die u tijdens de aanvraag opgaf, dan verlagen we de CAPEX-subsidie als in de herberekening het subsidiepercentage boven de 80% van de investeringskosten uitkomt. Of als het rankschikkingsbedrag erdoor verandert.
U kunt de CAPEX-subsidie niet 'verschuiven' naar de exploitatiesubsidie.
We leggen u geen verplichting op voor de manier van kostenberekeningen. U moet wel realistische bedragen gebruiken en deze waar mogelijk onderbouwen. In de beoordeling toetsen wij of het aannemelijk is dat deze bedragen kloppen.
Ja, u mag de kosten voor de directe lijn vanaf de windmolen naar de elektrolyser meenemen in uw aanvraag.
Afzet van de waterstof
De subsidieregeling stelt hierin geen eisen. De hernieuwbare waterstof mag u ook in het buitenland afzetten.
Dan bent u zowel de afnemer als de producent. U moet een interne afrekeningsprijs gebruiken in uw haalbaarheidsstudie.
Ja, u moet de afname van de waterstof aannemelijk maken. Dat betekent dat u in contact staat met een potentiële koper(s), die bereid is een voornemen tot aankoop schriftelijk vast te leggen. We willen bewijs dat u met één of meer potentiële koper(s) heeft gesproken en dat die serieuze interesse heeft getoond om de waterstof af te nemen tegen een bepaalde prijs of prijsstelling.
U moet een onderbouwing geven van de hele verwachte afzet en de verwachte verkoopprijs van de volledig hernieuwbare waterstof die u gaat produceren tijdens de periode van het exploitatiedeel.
Het is niet bekend wanneer de Delta Rhine Corridor in gebruik wordt genomen. U kunt het transport van waterstof over deze corridor dus niet gebruiken als onderbouwing van uw waterstofafname in uw OWE-aanvraag.
Wij vragen geen garantie. Wij vragen om een schriftelijk voornemen voor de afname van de geproduceerde waterstof.
Combineren met andere subsdies
Er zijn een aantal aandachtspunten:
- U kunt eerder ontvangen subsidie combineren met subsidie uit de OWE tenzij we die expliciet uitsluiten, zoals subsidie uit de SDE++ of subsidie uit een eerdere OWE-ronde. De mogelijkheid voor combineren geldt voor zowel Europees ontvangen subsidies (bijvoorbeeld CEF en Innovation Fund) als voor nationaal ontvangen subsidies (bijvoorbeeld IPCEI wave 2). De regels van de eerste subsidiebeschikking blijven natuurlijk gelden. Dit kan invloed hebben op de gecombineerde steun.
- Voor het uitbetalen van de subsidie of van subsidievoorschotten zorgen wij waar mogelijk voor coördinatie. Om dit mogelijk te maken, vragen wij u om in de beide projectvoorstellen (de oude waarvoor u al subsidie heeft ontvangen en de nieuwe waarvoor u OWE-subsidie aanvraagt) dezelfde mijlpalen te gebruiken.
- Bij de rangschikking van de ingediende projecten houden wij rekening met de eerder ontvangen subsidie. Hierbij gaat het om het totaalbedrag in de subsidiebeschikking, niet alleen om wat daadwerkelijk is uitbetaald.
Heeft uw project IPCEI-subsidie gekregen? Ook dan kunt u OWE-subsidie aanvragen. Uw project moet wel voldoen aan de voorwaarden van de OWE. Dit betekent bijvoorbeeld dat u niet mag starten met de activiteiten van uw project die onder die subsidie vallen vóór de datum van uw aanvraag. En dat u voor die datum ook geen onomkeerbare investeringsverplichtingen mag aangaan voor de activiteiten die onder die subsidie vallen. U bent een onomkeerbare investeringsverplichting aangegaan als u voor die activiteit al een overeenkomst heeft afgesloten of hiervoor opdracht heeft gegeven. Of als u gestart bent met werkzaamheden op de locatie.
Dit betekent dat u voor dezelfde kosten die onder beide subsidies vallen, ook OWE-subsidie mag aanvragen, tot het maximum subsidiebedrag van de OWE en het Europese staatssteunkader CEEAG.
Door een aanpassing dit jaar van de Europese Commissie, is het maximale steunbedrag uit het Europese IPCEI goedkeuringsbesluit niet langer van toepassing bij combinaties met andere subsidies.
Eerder ontvangen subsidies nemen we mee in de rangschikking van de OWE-projecten. Ze tellen mee bij de toepassing van de 80%-regel voor CAPEX-subsidie.
De procedure is als volgt:
- Na het rangschikken van de OWE-projecten weten we welke projecten binnen het budget vallen.
- Wanneer u een positieve beslissing voor een OWE-aanvraag zou ontvangen, melden wij dat aan u. Wij vragen u dan naar uw voorkeur voor OWE- of SDE-subsidie.
- Met deze keuze houden wij rekening bij de goedkeuring van de OWE- of SDE-aanvraag, en bij de intrekking of afwijzing van de andere aanvraag.
Gedelegeerde handelingen en Garanties van Oorsprong
Als u de elektrolyser gebruikt voor balanshandhaving, geldt dat níet automatisch als bewijs dat de elektriciteit voldoet aan de gedelegeerde handelingen. U moet dan nog steeds aantonen dat u voldoet aan de voorwaarden uit gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184.
Per 1 januari 2030 geldt voor uren waarin u de elektrolyser gebruikt voor balanshandhaving en waarin u niet kunt aantonen dat u voldoet aan de gedelegeerde handelingen:
- dat de geproduceerde waterstof in die uren niet als RFNBO kwalificeert;
- dat de gebruikte elektriciteit in die uren niet met nul emissies mag worden meegerekend in de broeikasgasemissieberekening.
Vóór 1 januari 2030 geldt hetzelfde binnen een periode van een maand.
Er is daarnaast een bepaling in gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184 dat elektriciteitsverbruik die curtailment (afschakeling hernieuwbare productie) voorkomt, aan de additionaliteitsvoorwaarden voldoet. Zie artikel 4.3 van gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184. Voor zover nu bekend is, kan Tennet (nog) niet de informatie leveren die volgens dit artikel nodig is. Daarnaast treedt curtailment op tijdens uren waarin wind- en zonneparken veel elektriciteit produceren. We verwachten dat dit geen of nauwelijks additionele jaarlijkse vollasturen oplevert voor een elektrolyser die netgekoppeld is en waarvoor PPA’s zijn afgesloten met zowel een wind- als een zonnepark.
Compressie en transport vallen binnen de 70% GHG emissiereductie-eis.
Zie ook de formule in punt 1 onder Annex A bij gedelegeerde verordening (EU) 2023/1185). Hierin worden “emissions from transport and distribution” expliciet genoemd. En hierin staat dat elektriciteit een (in de woorden van deze gedelegeerde handeling) “elastische input” is.
In punten 5 en 6 van diezelfde Annex is duidelijk dat u elektriciteit die aan gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184 voldoet, met nul-emissie mag meerekenen en andere elektriciteit niet. Dat laatste geldt dus ook voor elektriciteit die niet aan gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184 voldoet en waarvoor wel GvO’s worden meegeleverd. Alle elektriciteit die direct of indirect nodig is voor de productie en transport en het gebruik van de waterstof, moet u meerekenen. Dus inclusief (op de locatie waar de elektrolyser staat) elektriciteit die verloren gaat in transformatoren en elektriciteit die wordt gebruikt voor compressie, gaszuivering, koeling, randapparatuur, enzovoort.
Nee, dit staat er los van.
Nee, balanshandhaving staat los van GvO’s.
Balanshandhaving is ook mogelijk als u gebruik maakt van elektriciteit uit fossiele bronnen en waarvoor dus geen GvO wordt meegeleverd.
Dan ook afboeken met GvO’s duurzame elektriciteit.
Dit is een onderdeel van het op te stellen certificeringsmeetschema.
Nee. Alleen elektriciteit die aantoonbaar aan gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184 voldoet, kunt u met nul emissie meetellen in de GHG-berekening. Elektriciteit die niet aan gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184 voldoet, moet worden meegeteld met GHG-intensiteit van het net. Het maakt niet uit of er voor deze elektriciteit een GvO is verkregen en afgeboekt.
Voor een directe lijn is geen inzet mogelijk van groene elektriciteit die geproduceerd is met behulp van subsidie (SDE++).
Voor netgekoppeld is inzet wel mogelijk van groene elektriciteit die geproduceerd is met behulp van subsidie (SDE++) als de elektrolysers vóór 1 januari 2028 in werking is gesteld (overgangsfase in gedelegeerde handelingen). Als u uw elektrolysers na 1 januari 2028 in werking stelt, is direct geen inzet mogelijk van groene elektriciteit (zon/wind) die geproduceerd is met behulp van subsidie (SDE++).
De OWE sluit aan op de gedelegeerde handelingen. De overgangsfase in de gedelegeerde handelingen geldt dus ook voor OWE-projecten.
Elektrolysers die u na 1 januari 2028 in gebruik neemt, kunnen geen gebruik maken van de overgangsbepalingen.
Voor elektrolysers met een rechtstreekse aansluiting op een wind- en/of zonnepark is er geen overgangsfase. Voor deze situaties mag het wind- en/of zonnepark niet langer dan 36 maanden geleden in gebruik zijn genomen op het moment van ingebruikname van de elektrolyser.
Waterstof produceren met uw installatie
Ja, zolang u de productie-installatie binnen de realisatietermijn van 5 jaar na het ontvangen van de subsidiebeschikking in gebruik neemt. Het zou dus kunnen dat de subsidieperiode voor het investeringsdeel en het exploitatiedeel elkaar overlappen. Het is niet zo dat er verschillende exploitatieperiodes gelden voor op verschillende momenten opgeleverde installatiedelen. Er is één exploitatieperiode voor uw installatie.
U moet een minimale hoeveelheid waterstof produceren om onder de € 9 subsidie per kg uit te komen. Als u dit niet haalt, dan zullen wij deels subsidie terugvragen.
Niets anders dan u in uw mijlpaalplanning heeft vastgelegd. En dat de realisatie met deze FID-datum op tijd kan plaatsvinden.
Wij beoordelen de situatie. Afhankelijk van de situatie en of de installatie al in aanbouw is, zullen we de aanvraag direct intrekken of aanhouden. Als u de installatie niet bouwt, vragen wij de al gegegeven voorschotten terug.
Ja. 70% vermindering van de broeikasgasuitstoot is een vereiste van de richtlijn hernieuwbare energie. De berekeningsmethode voor de broeikasgasuitstoot is te vinden in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1185. Als u niet voldoet aan deze eis van 70% broeikasgasemissiereductie, produceert u geen hernieuwbare waterstof. En valt uw project dus niet onder de subsidie. Ook de CAPEX-subsidie kunnen wij terugvragen.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei