OWE: Waterstof produceren met uw installatie
Uw productie-installatie voor waterstof is klaar en in gebruik. U zit nu in de productiefase. Uw subsidie loopt en u kunt vanaf nu voorschotten ontvangen als u met uw installatie volledig hernieuwbare waterstof produceert. Op deze pagina leest u hoe dit werkt en wat u moet doen.
Wanneer krijgt u subsidie?
U ontvangt subsidie voor de door u geproduceerde waterstof (het exploitatiedeel) als uw installatie volledig hernieuwbare waterstof produceert. En als u de installatie heeft gerealiseerd volgens de voorwaarden uit uw subsidie (beschikking). Dit deel van de subsidie keren we uit in maandelijkse voorschotten.
Na afloop van ieder kalenderjaar stellen we uw subsidiebedrag bij. We weten na de jaarlijkse toezichtaudit hoeveel waterstof u daadwerkelijk geproduceerd heeft, en hoeveel waterstof volledig hernieuwbaar is. Ook het definitieve correctiebedrag is dan vastgesteld door het Planbureau voor de Leefomgeving.
Aan het eind van de looptijd van uw subsidie stellen we uw definitieve subsidiebedrag vast. Als u in 2024 subsidie aanvraagt is dat na minimaal 5 en maximaal 10 jaar, plus een mogelijk bankingsjaar. Als u in de ronde van 2023 heeft aangevraagd is dat minimaal 7 en maximaal 15 jaar plus een mogelijk bankingsjaar. In de brief van uw subsidiebeschikking staat wat voor u geldt.
Wat verwachten wij van u?
In deze fase van het subsidietraject hebben we een aantal keer per jaar contact met u. Dit stuurt u ons:
Alleen over de volledig hernieuwbare waterstof krijgt u subsidie. U vraagt voor deze waterstof Garanties van Oorsprong (GVO) aan om dit aan te tonen. U vraagt deze GVO’s aan bij Verticer. Verticer geeft ons maandelijks meetgegevens over de geproduceerde hernieuwbare waterstof.
U bent zelf verantwoordelijk voor het op tijd aanmelden van uw installatie bij Verticer. U kunt dit regelen via de netbeheerder. Deze verantwoordelijkheid ligt niet bij ons.
Een conformiteitsbeoordelingsinstantie (CBI) kijkt daarnaast of u voldoet aan de additionaliteitsvoorwaarden en de 70%-eis van uw waterstofproductie uit de 'gedelegeerde verordeningen'.
Met additionaliteitsvoorwaarden bedoelen we bepaalde regels die gelden voor installaties. Deze regels gaan bijvoorbeeld over:
- het in gebruik nemen van de installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, waarvan de elektrolyser de stroom afneemt;
- het produceren van hernieuwbare elektriciteit zonder subsidies;
- het afstemmen van elektriciteitsproductie op het gebruik ervan in de elektrolyser;
- de geografische nabijheid van de installaties (biedingszone).
Deze regels zijn vastgelegd in de gedelegeerde verordening (EU) 2023/1184.
Met de 70%-eis bedoelen we de eis dat de uitstootvermindering van broeikasgassen (broeikasgasemissiereductie) van alle geproduceerde waterstof tenminste 70% is. Deze regel is vastgelegd in gedelegeerde verordening (EU) 2023/1185.
Wat moet u doen?
Om aan te tonen dat uw installatie aan deze eisen voldoet en volledig hernieuwbare waterstof produceert, moet u uw installatie bij een bevoegde CBI laten certificeren.
Uw installatie wordt gecertificeerd bij de eerste conformiteitsbeoordelingsaudit. Daarna zijn er jaarlijkse toezichtaudits.
Een certificaat is 5 jaar geldig. Daarna moet u uw bedrijf opnieuw laten certificeren.
Door het insturen van een verklaring meldt u ons dat u voldoet aan de eisen van hernieuwbaarheid en de 70%-eis die we hierboven noemden. U stuurt ons deze verklaring elk jaar voor 1 juni met informatie over het voorgaande kalenderjaar.
De auditor van uw CBI moet de verklaring verifiëren en ondertekenen.
De verklaring geeft een overzicht van de geproduceerde hoeveelheden volledig hernieuwbare en niet-volledig hernieuwbare waterstof over het afgelopen kalenderjaar. En van de ingezette hoeveelheid hernieuwbare en niet-hernieuwbare elektriciteit.
De modelverklaring die u hiervoor kunt gebruiken, volgt op een later moment op deze pagina.
U stuurt ons eens per 2 kalenderjaren een voortgangsverslag vanaf het moment dat u de installatie in gebruik heeft genomen. Hierin staat:
- een beschrijving van uw ervaringen met het produceren van waterstof;
- gegevens over de hernieuwbaarheid van de elektriciteit die u inzet voor het produceren van uw waterstof;
- monitorgegevens over uw productie van waterstof en over de uitval en het onderhoud van uw installatie.
Het model dat u hiervoor kunt gebruiken, volgt op een later moment op deze pagina. Daarin zal duidelijk zijn wat wij van u verwachten.
Om te beoordelen of u niet meer overheidssteun ontvangt dan is toegestaan, vragen wij u om een aantal gegevens. Dit doen wij een jaar nadat u uw installatie in gebruik heeft genomen. Het gaat dan om:
- de gemaakte kosten van de realisatie van uw installatie (de investeringskosten);
- een overzicht van de al ontvangen en nog te ontvangen inkomsten, waaronder ook eventuele andere ontvangen steun dan de subsidie uit deze OWE-regeling;
- een overzicht van de kosten en opbrengsten van de productie van waterstof met uw installatie (exploitatie).
Voor de aanlevering van deze gegevens, sturen wij u een formulier toe. Hierbij ontvangt u ook een modelverklaring die u laat ondertekenen door uw accountant.
Wij kunnen u tot en met 5 jaar na uw subsidievaststelling vragen mee te werken aan een evaluatie van de subsidie.
Hoe werken de voorschotten?
Heeft u uw installatie gerealiseerd en aangemeld bij Verticer? Dan krijgt u elk jaar een voorschot op uw subsidie voor de productie van de waterstof (exploitatiedeel). Het werkelijke subsidiebedrag berekenen wij achteraf. In het uitklapmenu leest u hoe dit werkt. Ook leest u wat uw mogelijkheden zijn als u meer of minder produceert. Dit noemen we banking.
U ontvangt elk jaar een voorschot op de subsidie voor de waterstof die u verwacht te produceren. Wij berekenen uw voorschot nadat u uw installatie in gebruik heeft genomen. En de installatie definitief is ingeschreven bij Verticer.
Het voorschot is een voorlopig bedrag, berekend op basis van de door u opgegeven verwachte productie van volledig hernieuwbare waterstof.
Dit werkt zo:
- Het voorschot berekenen we met de formule: (verwachte jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof) x (productieprijs van volledig hernieuwbare waterstof - voorlopig correctiebedrag voor dat kalenderjaar) x 80%. Over het correctiebedrag leest u verderop meer.
- U krijgt 1/12e deel van dit voorschot van 80% elke maand uitbetaald.
- Voor de voorschotten in het eerste jaar gaan wij uit van de door u opgegeven verwachte productie.
- Bij de voorschotten in de jaren daarna kijken we naar uw werkelijke productie van volledig hernieuwbare waterstof.
- Als uw productie veel minder is dan verwacht, kunnen wij het voorschot tussentijds verlagen.
- Heeft u een netgekoppelde of een dubbelgekoppelde waterstofproductie-installatie? Dan geven wij alleen een voorschot als u in het eindverslag ook de hernieuwbare stroomafnameovereenkomsten voor wind- of zonne-energie heeft opgegeven voor de elektriciteit die u gedurende de eerste 5 jaar gebruikt bij een OWE-subsidie uit 2023 en de eerste 3 jaar bij een OWE-subsidie uit 2024.
Na afloop van het kalenderjaar weten we hoeveel waterstof u echt heeft geproduceerd. Hiervoor gebruiken wij uw verklaring voor volledig hernieuwbare waterstof en het definitieve correctiebedrag. Verderop leest u meer over de correctiebedragen.
Wij verrekenen uw voorschot met uw werkelijke productie en het correctiebedrag. Dit heet bijstellen.
De berekening van het bijgestelde voorschot is als volgt:
- (hoeveelheid geproduceerde volledig hernieuwbare waterstof in dat kalenderjaar + gebankte overproductie) x (productieprijs van volledig hernieuwbare waterstof - definitief correctiebedrag voor dat kalenderjaar) x 100%
Heeft u recht op een aanvullend bedrag? Dan betalen wij dat bedrag direct aan u uit.
Heeft u voorschotten ontvangen en is het werkelijke subsidiebedrag lager dan het voorschot? Dan verrekenen wij het te veel ontvangen bedrag met de eerstvolgende maandelijkse voorschotten.
U hoort zo snel mogelijk van ons
Wij stellen uw subsidie zo snel mogelijk bij na de publicatie van de definitieve correctiebedragen. Als wij nog geen gegevens hebben over uw productie van een volledig kalenderjaar, zoals de verklaringen van volledig hernieuwbare waterstof door de CBI, dan duurt dit soms iets langer. Wij hebben tijd nodig om te kunnen bijstellen.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent jaarlijks de voorlopige correctiebedragen. PBL maakt deze elk jaar rond november bekend voor het volgende jaar.
Het voorlopige correctiebedrag is de verwachte marktprijs voor de productie van waterstof met een stoommethaanreforminstallatie in de periode van 1 september tot en met 31 augustus voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor het voorlopige correctiebedrag wordt vastgesteld. Daar komt nog de eventuele waarde van de Garanties van Oorsprong (GVO) voor hernieuwbare waterstof bij. Plus de voordelen uit het systeem van verhandelbare broeikasgasemissierechten (ETS-rechten, zie uitklapmenu hieronder).
Definitieve correctiebedragen in april
De definitieve correctiebedragen maakt PBL elk jaar in april na afloop van het jaar bekend. Zodra de voorlopige en definitieve correctiebedragen bekend zijn, publiceren wij deze. Met het voorlopige correctiebedrag berekenen wij dus de voorschotten op uw subsidie. En met het definitieve correctiebedrag stellen wij uw voorschot achteraf bij.
Neemt uw bedrijf deel aan het Emission Trading System (ETS)? Dan heeft u vermeden inkoop of opbrengsten uit de verkoop van CO₂-emissierechten binnen het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU-ETS). Wij nemen dit mee in het correctiebedrag: bij opbrengsten uit ETS wordt het correctiebedrag hoger. U ontvangt dan dus minder subsidie, omdat u al opbrengsten heeft door deze emissiehandel.
Het kan voorkomen dat u in een kalenderjaar minder waterstof produceert dan de maximale totale productie die onder uw subsidie valt. Dit noemen we de ‘subsidiabele jaarproductie’. De productie die u niet benut, kunt u in latere jaren inhalen. Zodat u uw subsidie maximaal benut. Dit heet forward banking. Aan het einde van de looptijd van uw subsidie kunnen wij op uw verzoek uw subsidieperiode met maximaal één jaar verlengen. In dat extra jaar kunt u dan voor de achterblijvende productie alsnog subsidie krijgen.
Het kan ook voorkomen dat u meer waterstof produceert dan de maximale subsidiabele jaarproductie. Dan is het mogelijk om een eventueel productietekort in een later jaar hiermee aan te vullen. Dit noemen we backward banking. Voor deze laatste vorm van banking geldt dat dit kan tot een maximum van 25% van de subsidiabele jaarproductie. U vindt de bankingvoorwaarden van uw project in de brief met uw subsidiebeschikking.
In beide gevallen wordt dit automatisch verwerkt.
In uw subsidiebeschikking is de looptijd van het exploitatiedeel van uw subsidie opgenomen. Als u in 2024 subsidie aanvraagt is dat minimaal 5 en maximaal 10 jaar, plus een mogelijk bankingsjaar. Als u in de ronde van 2023 heeft aangevraagd is dat minimaal 7 en maximaal 15 jaar plus een mogelijk bankingsjaar. Na afloop van deze periode stellen wij vast op hoeveel subsidie u recht heeft. Wij nemen de hele subsidieperiode van uw project hierin mee.
Een deel van uw subsidierecht heeft u al ontvangen door middel van voorschotten en bijstellingen. Als uit de vaststelling blijkt dat u recht heeft op meer subsidie dan is uitgekeerd, ontvangt u het bedrag dat u nog tegoed heeft. Als uit de vaststelling blijkt dat u meer subsidie heeft ontvangen dan waar u recht op heeft, dan moet u het bedrag dat u te veel heeft ontvangen terugbetalen. Met de subsidievaststelling sluiten wij de subsidieperiode van uw project af.
U ontvangt van ons een brief
Om uw subsidie vast te stellen sturen wij u een brief met een voornemen tot vaststellen. Hierin staan onder andere de gegevens over de productie van uw installatie en de subsidievoorschotten die u heeft ontvangen. U moet controleren of deze gegevens juist en volledig zijn. Als dit het geval is, dan stellen wij uw subsidie vast.
U krijgt de brief niet direct na afloop
Vaststellen kan pas als de definitieve correctiebedragen bekend zijn voor het kalenderjaar waarin u uw laatste subsidiabele productie heeft gedraaid. PBL publiceert deze rond 1 april van het volgende kalenderjaar. Ook moeten alle meetwaarden en verklaringen van volledig hernieuwbare waterstof bij ons binnen zijn, voordat wij uw project kunnen vaststellen. U krijgt dus niet direct na uw subsidieperiode een voornemen tot vaststellen.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei