Feiten en cijfers SDE(+)(+)
Wilt u meer weten over de projecten die subsidie kregen in de verschillende aanvraagrondes van de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE, SDE+) en Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++)? Op deze pagina vindt u feiten en cijfers over deze subsidie op een rij.
Bekijk projecten die subsidie kregen
Bent u op zoek naar projecten van ondernemers en non-profitorganisaties die SDE-subsidie kregen? De interactieve SDE-viewer geeft u in één oogopslag alle projecten die met SDE-subsidie zijn of worden gerealiseerd. Gebruik de SDE-viewer om specifiek te zoeken naar projecten op locatie, categorie, vermogen, realisatiestatus en/of (verwacht) realisatiejaar. Bij 'Downloads' onderaan deze pagina ziet u daarnaast het document 'SDE-projecten in beheer' met een overzicht van projecten uit de verschillende aanvraagrondes.
Wij geven geen gegevens van particulieren, vof's en maatschappen, die leiden tot personen. Deze gegevens hebben wij in de overzichten anoniem gemaakt.
Zoveel subsidie ging er naar SDE-projecten
Hoeveel subsidiebudget kenden wij per SDE-, SDE+-, en SDE++-aanvraagronde toe aan projecten van ondernemers en non-profitorganisaties? Het verplichtingenbudget is het maximale bedrag dat wij hen tijdens de looptijd van deze projecten in totaal aan subsidie uit kunnen betalen. De hoogte van het werkelijk uitbetaalde bedrag hangt af van de totale hoeveelheid door hen opgewekte energie of verminderde CO2 en de marktwaarde hiervan.
In onderstaande grafiek vindt u de budgetten per hoofdcategorie technieken waarvoor ondernemers subsidie konden aanvragen om energie op te wekken of CO2 te verminderen: ‘Hernieuwbare elektriciteit’, ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’, ‘Hernieuwbaar gas’, ‘CO2-arme warmte’ en ‘CO2-arme productie’. U vindt de budgetten vanaf de voorjaarsronde SDE+ 2017 tot en met de aanvraagronde SDE++ 2022.
Toelichting:
- Tot en met 2020 had de SDE+(+) 2 aanvraagrondes per jaar, in het voorjaar en in het najaar. In het voorjaar van 2020 was er een aanvraagronde voor de SDE+. In het najaar van 2020 konden ondernemers en non-profitorganisaties voor het eerst een SDE++-aanvraag indienen. Tijdens deze ronde konden zij voor het eerst ook subsidie aanvragen voor technieken in de hoofdcategorieën ‘CO2-arme warmte’ en ‘CO2-arme productie’. Vanaf 2021 is er één aanvraagronde per jaar.
- Het staafdiagram laat horizontaal de aanvraagrondes in de tijdsvolgorde (met de oudste aanvraagronde links) zien. De staven bestaan uit de verschillende technieken bij elkaar opgeteld, zodat elke staaf een totaal per aanvraagronde laat zien.
- Vanaf de aanvraagronde in het najaar van 2017 tot en met de aanvraagronde van 2021 is het aandeel van het door ons toegekende subsidiebudget op het totale budget het grootst voor aanvragen voor de opwek van hernieuwbare elektriciteit. In de aanvraagrondes daarna is het aandeel voor het gebruik van technieken voor CO2-arme productie het grootst.
- In de aanvraagronde SDE++ 2022 valt vooral het totale verplichtingenbudget op, dat flink hoger ligt dan in vorige rondes.
- Het aandeel van het door ons toegekend budget voor aanvragen in de categorie ‘CO2-arme productie’ is in 2022 erg groot (ruim 60%). Ook zijn de totalen voor de categorieën ‘CO2-arme warmte’ en ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’ flink gestegen vergeleken met de vorige 2 rondes. Het totaal toegekend budget voor ‘Hernieuwbare elektriciteit’ is juist gedaald.
U vindt de cijfers ook in het Excel-bestand ‘Verplichtingenbudget per hoofdcategorie‘ onder ‘Downloads’ onderaan deze pagina. In dit bestand zijn de budgetten per hoofdcategorie uitgewerkt, verdeeld over de aanvraagronde SDE+ 2011 tot en met de aanvraagronde SDE++ 2023.
Verplichtingenbudget per openstellingsronde (bedragen in miljoen €):
SDE+ 2017 najaar € 6.213
SDE+ 2018 voorjaar € 3.852
SDE+ 2018 najaar € 6.023
SDE+ 2019 voorjaar € 3.917
SDE+ 2019 najaar € 5.015
SDE+ 2020 voorjaar € 3.312
SDE+ 2020 najaar € 5.087
SDE++ 2021 € 4.088
Hoe ver zijn de projecten?
Wat is de voortgang van de SDE-, SDE+- en SDE++-projecten op 1 april 2023? In onderstaande grafiek ziet u per openstellingsronde van de SDE en SDE+ voor hoeveel energie (PJ per jaar) de projecten in ontwikkeling, ingetrokken of gerealiseerd zijn. Hierin zijn de Wind op Zee-tenders meegenomen.
In de 2e grafiek is de voortgang van de SDE++-projecten (vanaf aanvraagronde SDE++ najaar 2020) weergegeven in maximale subsidiabele CO2-vermindering (Mton CO2 per jaar).
De onderbouwing van de cijfers staat in het Excel-bestand ‘Voortgang van projecten’ onder aan deze pagina, onder ‘Downloads’.
De infograpic toont de verschillende SDE-openstellingsrondes van de SDE 2008 tot en met de voorjaarsronde SDE+ 2020, inclusief de Wind op Zee tenders en de tender Monomestvergisting in 2017. Een deel van de projecten wordt uiteindelijk niet gerealiseerd. Daarvan is de beschikking ingetrokken.
Omdat vanaf de SDE++ de aandacht ligt op CO2-reductie in plaats van op energieproductie, is hiervoor een aparte infographic opgenomen.
We onderscheiden de ingetrokken productie- of reductiecapaciteit (rood), capaciteit van projecten in ontwikkeling (geel) en de capaciteit van gerealiseerde projecten (groen). De maximale subsidiabele productie per jaar is weergegeven in PJ/jr per ronde of als maximale CO2-reductie per jaar in Mton CO2/jr per ronde vanaf de najaarsronde SDE++ 2020.
In de periode 2011 tot 2014 werd per aanvraagronde een aanzienlijk deel van de beschikte productiecapaciteit niet gerealiseerd en zijn veel beschikkingen daarom ingetrokken. Vanaf 2014 wordt het grootste deel van de beschikte productiecapaciteit wel gerealiseerd of is deze nog in ontwikkeling, met uitzondering van de voorjaarsronde van 2018. In dat jaar is de verhouding tussen capaciteit in ontwikkeling samen met de gerealiseerde productiecapaciteit ongeveer gelijk aan de productiecapaciteit die uiteindelijk niet is gerealiseerd en daarom is ingetrokken. Ook van de beide rondes van 2019 en de voorjaarsronde van 2020 is meer dan de helft van de projecten uiteindelijk ingetrokken en dus niet gerealiseerd.
Hoeveel subsidie kregen de projecten uiteindelijk?
Hoeveel geld is uiteindelijk uitgekeerd aan SDE(+)(+)-subsidie? In onderstaande infographic vindt u deze voor de hoofdcategorieën: ‘Hernieuwbare elektriciteit’, ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’ en ‘Hernieuwbaar gas’, vanaf 2014 tot en met 2023.
Toelichting:
- Vanaf de SDE++-aanvraagronde van 2020 konden ondernemers en non-profitinstellingen ook aanvragen doen voor technieken in de categorieën 'CO2-arme warmte’ en ‘CO2-arme productie’. Deze SDE++-projecten zijn nog niet terug te vinden in de grafiek. Zodra de projecten binnen deze technieken starten met productie en er daadwerkelijk kasuitgaven zijn, komen deze terug in het staafdiagram.
- Kasuitgaven uit aanvragen voor de categorieën ‘Hernieuwbare elektriciteit’ en ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’ zijn samen de 2 grootste posten.
- Het deel ‘Hernieuwbare elektriciteit’ groeit vanaf 2014 elk jaar iets meer ten opzichte van het aandeel ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’. In 2022 is deze verhouding omgedraaid. De kasuitgaven voor ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’ zijn in dat jaar iets hoger dan voor ‘Hernieuwbare elektriciteit’.
- Het aandeel ‘Hernieuwbaar gas’ is tot op heden elk jaar klein.
- De kasuitgaven vertonen vanaf 2014 tot en met 2021 een stijgende lijn.
- In 2022 is het totaal aan kasuitgaven aanzienlijk lager. Dit is met name het gevolg van de sterk gestegen energieprijzen, waardoor er veel minder subsidie is uitgekeerd (€ 541 miljoen in 2022) dan in voorgaande jaren (o.a. € 2.341 miljoen in 2021). In 2023 zijn de kasuitgaven negatief, omdat in dit jaar veel subsidie is terugontvangen die met name in 2022 te veel was uitgekeerd.
- Een producent krijgt een Garantie van Oorsprong (GvO) als hij zijn meetwaarden voor hernieuwbare energie heeft doorgegeven aan VertiCer. Producenten van groen gas krijgen een certificaat voor elke 102 m3 die ze op het gasnet invoeden. Sommige producenten kiezen ervoor hun GvO’s om te zetten naar een Hernieuwbare Brandstofeenheid (HBE) en die te verkopen aan de transportsector. Over deze productie krijgen wij dan geen meetwaarden. Die productie is daardoor niet meegenomen in deze cijfers.
Onder ‘Downloads’ vindt u het Excel-bestand ‘Gerealiseerde kasuitgaven’. Hierin is per technologie per jaar weergegeven hoeveel de daadwerkelijk gerealiseerde kasuitgaven zijn.
Gerealiseerde kasuitgaven (totaal):
2014 € 170 miljoen
2015 € 313 miljoen
2016 € 615 miljoen
2017 € 846 miljoen
2018 € 1.051 miljoen
2019 € 1.176 miljoen
2020 € 1.633 miljoen
2021 € 2.341 miljoen
2022 € 541 miljoen
2023 - € 188 miljoen
Hoeveel energie is er met SDE-subsidie opgewekt?
Wat is het aandeel van de verschillende technieken (per hoofdcategorie) op de totale hoeveelheid energie die ondernemens en non-profitorganisaties met SDE(+)(+)-subsidie opwekten? In onderstaande grafieken zijn voor de gebruikte technieken in de hoofdcategorieën ‘Hernieuwbare elektriciteit’, ‘Hernieuwbare warmte (WKK)’ en ‘Hernieuwbaar gas’ de totale opwekcijfers weergegeven in petajoule (PJ) over de periode 2014 tot en met 2023. Eén petajoule is een biljard joule. Dat is ongeveer evenveel als het energieverbruik per jaar van 15.000 huishoudens.
Toelichting:
- In de grafiek staat per hoofdcategorie de energieopwek (productie) over de jaren 2014 tot en met 2023, uitgedrukt in PJ. Voor het jaar 2023 zijn deze gegevens bijgewerkt tot en met 1 juni 2024, omdat de gegevens nog niet voor alle projecten over 2023 volledig zijn.
- De totale opwek laat een stijgende lijn zien. Van 2016 tot en met 2021 zijn de aandelen van gebruikte technieken in de hoofdcategoriën 'Hernieuwbare elektriciteit' en 'Hernieuwbare warmte (WKK)' vergelijkbaar. Vanaf 2022 wordt het aandeel van technieken in de hoofdcategorie 'Hernieuwbare elektriciteit' groter vergeleken met 'Hernieuwbare warmte (WKK)'. Het aandeel voor technieken in de hoofdcategorie 'Hernieuwbaar gas' blijft klein.
- Vanaf de SDE++-aanvraagronde van 2020 konden ondernemers en non-profitorganisaties ook aanvragen indienen voor technieken in de hoofdcategorieën 'CO2-arme warmte’ en ‘CO2-arme productie’. Deze SDE++-projecten zijn nog niet terug te vinden in de grafiek. Zodra deze projecten starten met de opwek van energie (of vermindering van CO2) en de gegevens bij ons bekend zijn, zullen we deze ook weergeven in de grafiek.
Onder ‘Downloads’ vindt u het Excel-bestand ‘Gerealiseerde producties’. Hierin is per technologie per jaar weergegeven hoeveel energie er daadwerkelijk opgewekt is (of hoeveel CO2 verminderd is).
Gerealiseerde productie per technologie van de projecten in de SDE, SDE+ en SDE++
2014: 17,3 PJ
2015: 26,2 PJ
2016: 36,3 PJ
2017: 48,8 PJ
2018: 60,4 PJ
2019: 79,4 PJ
2020: 113,1 PJ
2021: 142,4 PJ
2022: 158,2 PJ
2023: 159,4 PJ
Waar halen bedrijven hun biomassa vandaan?
Ondernemers vragen SDE++-subsidie aan voor verschillende opwekinstallaties die biomassa gebruiken. Voor deze biomassa moeten zij zich houden aan eisen voor duurzaamheid. Zo is Nederland verplicht te voldoen aan de herziene Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED). Dit is een Europese doelstelling om meer duurzame energie te produceren.
Ondernemers moeten daarom informatie geven over waar de gebruikte biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen vandaan komen (Artikel 30.3 van de RED). Iedereen moet deze informatie kunnen bekijken. In 2023 waren er in Nederland 7 energieproducenten die onder de RED-eisen vielen.
In deze grafiek ziet u van deze 7 bedrijven uit welke landen hun vloeibare biomassa komt. Alle vloeibare biomassa die deze bedrijven in 2023 hebben gebruikt, komt uit afval en reststoffen die niet komen uit landbouw, aquacultuur, visserij of bosbouw. De gegevens in deze grafiek komen uit de jaarlijkse duurzaamheidsrapportages van de bedrijven.
Uit welk land halen Nederlandse bedrijven hun biomassa?
Argent Energy Netherlands Holding B.V.
Nederland 49%
Duitsland 27%
Spanje 6%
Colombia 1%
Indonesië 17%
Ennatuurlijk Breda
Nederland 55%
Engeland 7%
Italië 38%
Ennatuurlijk Tilburg
Nederland 60%
Engeland 26%
Spanje 14%
Frieslandcampina Domo B.V.
Nederland 100%
Rendac Son B.V.
Nederland 100%
Sonac Burgum B.V.
Nederland 100%
Uniper Benelux N.V.
Nederland 100%
Downloads
Eindstand SDE++ 2023
SDE-projecten in beheer januari 2025
Voortgang van projecten tot en met 1 juni 2024
Verplichtingenbudget per hoofdcategorie tot en met 2023
Gerealiseerde kasuitgaven tot en met 2023
Gerealiseerde producties tot en met 2023
Verwachte productie MEP, OVMEP, SDE, SDE+ en SDE++ tot en met 2032
Eindstand SDE++ 2022
Eindstand SDE++ 2021
Eindstand SDE++ 2020
Tabellen stand van zaken SDE++ 2021
Tabellen stand van zaken SDE++ 2020 eindstand
Vragen over de SDE?
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei