Veelgestelde vragen - SSEB Aanschaf
Dit zijn de antwoorden op veelgestelde vragen over SSEB Aanschaf.
U mag, op het moment dat u een subsidieaanvraag indient, nog geen investeringsverplichting zijn aangegaan. Neem daarom in de overeenkomst een bepaling op, waarin staat dat de overeenkomst op een latere datum pas definitief is. Dit moet een latere datum zijn dan de datum waarop u de subsidie aanvraagt. In de overeenkomst mag ook staan dat de koop of financial lease pas definitief wordt, zodra u een positief besluit op uw aanvraag ontvangt. Dit is een zogenaamde opschortende of ontbindende voorwaarde. Een voorbeeld van een ontbindende voorwaarde is: "Overeenkomst is definitief na indiening SSEB aanvraag" of "Overeenkomst wordt definitief nadat subsidie SSEB is verleend".
Als u de subsidie aanvraagt, mogen in de koop- of financial leaseovereenkomst geen onherroepelijke verplichtingen staan. Deze voorwaarde volgt uit artikel 6 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. Deze Europese wet vereist dat steun een stimulerend effect heeft op de aankoopbeslissing. Hieruit volgt dat u nog geen investeringsverplichting bent aangegaan als u de subsidie aanvraagt. Het moet dus mogelijk zijn het contract te ontbinden als u geen subsidie krijgt.
De overeenkomst moet in ieder geval als u de subsidieaanvraag doet, terug te draaien zijn. Na het aanvragen van de subsidie, mag u zelf bepalen of u de overeenkomst al definitief wilt maken.
Nee, dit geldt alleen voor de bouwmachines die genoemd zijn in de categorieën A, B en C van bijlage 1 van de regeling en met een continu elektrisch vermogen vanaf 8 kW. U vindt ze op de Lijst bouwmachines SSEB Aanschaf en Retrofit.
Dat kan. De SSEB subsidieert zowel koop als lease. Een combinatie van beide is ook mogelijk.
Veel bouwmachines vallen ook onder de MIA (Milieu-investeringsaftrek). Dit is een fiscale regeling die een belastingvoordeel op kan leveren. U mag de MIA én de SSEB aanvragen, maar samen mogen ze niet over de staatssteungrens heengaan. Standaard trekken we het vaste percentage milieu-investeringaftrek van 11,25%, berekend over de investeringskosten, af van het SSEB-subsidiebedrag. Ook als u de MIA niet aanvraagt of hier niet voor in aanmerking komt, brengen we dit percentage in mindering.
Voor het vaststellen van het MIA-percentage 2024, het SSEB-percentage en de vaste vermindering van 11,25% is gekeken naar het verband tussen beide regelingen. Er is onderzocht of de 11,25% korting bij SSEB kon worden verlaagd. Dit is niet het geval. Het voordeel op bouwmachines mag niet buiten de staatssteungrenzen vallen. Door een vaste vermindering van 11,25% toe te blijven passen, blijft het risico op overschrijding klein. Als dit percentage wel verlaagd zou zijn, zou het risico op overschrijding te hoog zijn.
De combinatie van subsidiepercentage en de korting van 11,25% zorgt voor een toelaatbaar risico op overschrijding van staatssteungrenzen. Ook houdt het zowel SSEB-subsidie als de MIA voor mobiele machines in stand. Door beide regelingen in stand te houden is de SSEB zo toegankelijk mogelijk.
De aanvrager is verantwoordelijk om MIA op tijd aan te vragen. Dat is uiterlijk 3 maanden nadat de investeringsverplichting (bijvoorbeeld een koopovereenkomst) definitief is geworden. De MIA-steun is afhankelijk van het soort en de grootte van de onderneming.
In 2024 geldt deze vermindering niet voor bouwwerktuigen of hulpfuncties aangedreven door waterstof of waterstofdragers.
Ja, dat mag. Als onderneming (of groep van ondernemingen) komt u in aanmerking voor subsidie tot een maximum van € 1 miljoen per jaar. Dit geldt voor SSEB Aanschaf- en SSEB Retrofit samen. Een eventuele verlening van subsidie binnen de SSEB Innovatie staat hier los van.
Er geldt een instandhoudingsverplichting van 4 jaar na vaststelling. U moet die periode dus eigenaar blijven van de machine. Verkoopt u de machine eerder, zet u deze niet in de bouw in of niet in Nederland? Dan moet u over de periode waarin u geen eigenaar meer bent van de machine het subsidiebedrag terugbetalen. In deze situatie heeft u recht op 12 maanden/48 maanden = ¼ van het subsidiebedrag. U moet dan ¾ van de subsidie terugbetalen.
Loodhoudende batterijen zijn uitgesloten, omdat die niet aan te merken zijn als innovatief. Ze gelden als gangbaar. Dit in tegenstelling tot lithium-ion-batterijen, waarin nog volop technische ontwikkeling plaatsvindt. De SSEB-regeling volgt daarbij de lijn die ook wordt gehanteerd voor de Milieu Investeringsaftrek (MIA), de Subsidieregeling Emissieloze bedrijfsauto's (SEBA) en de Aanschafsubsidieregeling Zero-Emissie Trucks (AanZET).
Dit zijn de aanschafkosten van een nieuwe machine met een motor op fossiele brandstof (benzine, LPG, CNG, LNG of diesel), met een vergelijkbaar vermogen en vergelijkbare prestaties als de emissieloze machine waarvoor u subsidie aanvraagt. Met deze referentiekosten bepalen we de meerkosten (referentiemethode) van emissieloze bouwmachines zonder of met batterijpakket en een continu elektrisch vermogen ≥ 100 kW.
U geeft de referentiekosten op in de subsidieaanvraag. Dat doet u via een bewijsstuk, zoals een offerte of een catalogusprijs van een machine die rijdt op fossiele brandstof. Dit bewijsstuk is maximaal 3 maanden oud.
Vraagt u subsidie aan voor een emissieloze bouwmachine met batterijpakket en continu elektrisch vermogen < 100 kW? Dan hoeft u geen referentiekosten op te geven. In dat geval bepalen we de meerkosten via een berekening. Zie hiervoor de rekenvoorbeelden SSEB op de subsidiepagina's.
De hoogte van de SSEB wordt bepaald op basis van de meerkosten ten opzichte van een vergelijkbare dieselmachine. De MIA wordt berekend over de investeringskosten. Dat bedrag trekken we af van het subsidiebedrag. Zo blijft de steun binnen de Europese staatsteungrenzen.
Bij andere regelingen wordt ook rekening gehouden met de MIA. Omdat het bij deze regelingen om objecten gaan die niet veel in prijs verschillen, verrekenen we een standaard percentage in het subsidiepercentage. Hierdoor is het niet zichtbaar dat de MIA in mindering wordt gebracht.
Bij de SSEB is dat niet mogelijk omdat de prijzen en meerkosten van de bouwmachines die onder de SSEB vallen te veel van elkaar verschillen.
Een ontbindende voorwaarde is op verschillende manieren te verwoorden:
- Deze order is definitief na aanvraag van de SSEB.
- Deze order is definitief nadat de SSEB-aanvraag is toegekend.
- Deze order is pas definitief op datum _-__-____.
Ja, de formats vindt u hier.
Wanneer de bouwmachine een kenteken heeft, wordt de bouwmachine als nieuw gezien als de volgende 3 data gelijk zijn:
- Datum eerste tenaamstelling in Nederland
- Datum eerste toelating
- Datum laatste tenaamstelling
Wanneer de bouwmachine géén kenteken heeft, geldt de datum ingebruikname na productie (met onderbouwing van factuur, verzekeringsbewijs en betaalbewijs).
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat