DGDO: Over het programma

De diepe ondergrond van Nederland is altijd al een belangrijke bron van energie en grondstoffen geweest. Vroeger wonnen we steenkool voor  de industrie en  verwarming van huizen, later kwam de winning van aardgas en aardolie erbij. Ook winnen we in Nederland al lang zout, als grondstof voor bijvoorbeeld medicijnen en industrie. Tegenwoordig gebruiken we de ondergrond steeds vaker ook voor duurzame doeleinden, zoals gasopslag en aardwarmtewinning. In de toekomst zal dit nog verder veranderen, met nieuwe toepassingen zoals waterstofopslag.

Omdat we de diepe ondergrond (alles dieper dan 100 meter onder de grond) op steeds meer manieren gebruiken, is het belangrijk om dit op een veilige en verantwoorde manier te doen. Ook is het belangrijk om rekening te houden met andere ruimtelijke plannen, zoals voor drinkwatervoorziening, landbouw, natuurbescherming, industrie en woningbouw. Het programma DGDO draagt hieraan bij. Het zorgt voor duidelijke kaders, zodat we de ondergrond verstandig kunnen blijven benutten en daarbij altijd rekening houden met mens en milieu.

Door de juiste keuzes te maken, over waarom, waar en wanneer we de diepe ondergrond willen gebruiken, kunnen we de ondergrond veilig en verstandig blijven benutten voor de winning en opslag van energie en grondstoffen. Zo bouwen we samen aan een duurzame, leefbare en welvarende toekomst.

Wat is het programma DGDO?

Het programma DGDO is een initiatief van het Rijk om te zorgen voor een veilige en verantwoorde inzet van de diepe ondergrond op land voor de energietransitie en grondstoffenvoorziening. Het Rijk wil de ruimte in de diepe ondergrond duurzaam benutten. Nu en op de langere termijn. Dat houdt in: veilig en verantwoord, toekomst- en systeembestendig, en in samenhang met de nationale en regionale opgaven.

Wat willen we bereiken met het programma DGDO?

Het programma DGDO werkt toe naar een visie en duidelijke kaders voor toekomstige activiteiten in de diepe ondergrond. Ook leggen we de basis onder een duurzame energievoorziening en een welvarender, leefbaarder Nederland voor toekomstige generaties. Zo bieden we duidelijkheid voor de langere termijn. Door een open dialoog en regelmatige afstemming met verschillende partijen, dragen we bij aan het versterken van vertrouwen tussen Rijk, decentrale overheden en de samenleving. Daarbij houden we oog voor de vragen en zorgen over het gebruik van de diepe ondergrond in de samenleving.

Inzicht in ruimtelijke uitdagingen
Het programma onderzoekt hoe we de diepe ondergrond kunnen gebruiken en wat dit betekent voor de toekomst. Zo krijgen we een beter beeld van de ruimtelijke uitdagingen die dit met zich brengt. Met deze kennis kunnen we goed afwegen waar en wanneer we de beschikbare ruimte in de ondergrond kunnen gebruiken en verdelen. Dat doen we in afstemming met andere ruimtelijke plannen, zowel onder als boven de grond.

Duidelijke rolverdeling
Dit programma maakt duidelijk hoe inwoners van Nederland betrokken worden bij nieuwe projecten en wat de rol van de uitvoerende bedrijven is. Ook dragen we bij aan een betere samenwerking tussen de landelijke overheid, regionale en lokale overheden, waaronder provincies en gemeenten, en andere betrokken adviseurs, zoals de Mijnraad, TNO en toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen (SodM).

Hoe komt het programma DGDO tot stand?

We betrekken veel verschillende partijen bij de ontwikkeling van de visie en kaders voor het toekomstig gebruik van de diepe ondergrond. Dat doen we bijvoorbeeld met een zogenoemde maatschappelijk dialoog. Dit zijn gesprekken met medeoverheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven én inwoners. Zie ook de pagina over de maatschappelijke dialoog.

Planning

De maatschappelijke dialoog is al van start gegaan met het online onderzoek onder inwoners en de voorbereidingen voor gesprekken met belanghebbenden. Ook de procedure van de plan-MER is van start gegaan; naar verwachting zal eind 2025 de terinzagelegging van het concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau (cNRD) zijn.

Deze notitie zal na de terinzagelegging definitief worden gemaakt en gepubliceerd. Na afronding van het plan-MER-onderzoek volgt de terinzagelegging van het ontwerpprogramma en het plan-MER, inclusief mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Dit zal naar verwachting in 2026 zijn. De minister stelt vervolgens het definitieve programma DGDO vast. Indien nodig wordt deze planning tussentijds bijgesteld.

Zie ook de pagina over de procedurele informatie.