Hersteltraject dierentuinen
Er zijn verschillen tussen de diersoorten die dierentuinen tentoonstellen en de soorten op hun vergunningen. Met een hersteltraject zorgen we ervoor dat de vergunningen hiervoor weer kloppen. Het traject start in 2022 en duurt in elk geval tot en met 2027.
Wat doen we tijdens het traject?
Medewerkers van ons komen bij elke dierentuin meerdere keren op bezoek. Als we bij u langskomen, bekijken we welke diersoorten u tentoonstelt. En welke nog niet onder uw vergunning vallen. Daarna spreken we af hoe u die diersoorten bij ons meldt. U verstuurt in die meldingen ook informatie over de verblijven van de dieren. Om u zo goed mogelijk te helpen, krijgt u tijdens het traject een vast contactpersoon.
Meldingen over diersoorten die u tentoonstelt
Tijdens het hersteltraject maken we afspraken over diersoorten die u op of voor 8 december 2022 al tentoonstelde. En die nog niet onder uw vergunning vallen. U verstuurt voor die soorten nu nog geen meldingen waarin u ze meldt als nieuwe diersoort.
Heeft u nieuwe diersoorten die u na 8 december 2022 voor het eerst tentoonstelt? Of heeft u diersoorten waarvoor u eerder een afwijzing heeft ontvangen? Die vallen niet onder het traject. Daarom meldt u die diersoorten wel, ook als u vóór de datum al bezig was met voorbereidingen.
Dit geldt ook voor andere wijzigingen, zoals een verblijf bouwen of verbouwen voor dieren die u toont. U verstuurt de meldingen via mijn.rvo.nl/dierentuin. Onder Direct regelen kiest u voor Vergunning wijzigen. Twijfelt u of u een melding moet versturen? Neem dan contact met ons op via wnb@rvo.nl.
Hoe ziet het traject eruit?
We starten in 2022 met een pilot waar 6 dierentuinen aan meedoen. Als zij klaar zijn met het traject bekijken we of we iets kunnen verbeteren aan het proces. De stappen hieronder kunnen dus nog iets veranderen. Als we meer weten, leest u dat op deze pagina.
We gaan elk kwartaal bij maximaal 3 dierentuinen langs voor het eerste bezoek. Het traject kan voor elke dierentuin enkele maanden duren. En bestaat in elk geval uit deze stappen:
Tijdens het eerste bezoek leggen we uit wat we gaan doen. U kunt dan ook vragen stellen. Bij dit bezoek vragen we onder andere naar overzichten en plattegronden. Als uw dierentuin aan de beurt is, ontvangt u een brief met meer informatie over het bezoek.
Stelt u dieren tentoon die niet onder uw vergunning vallen? Dan komen we nog een keer langs. We maken dan afspraken over de meldingen die u voor die diersoorten moet doen. We leggen u tijdens het gesprek uit hoe en wanneer u de meldingen verstuurt.
Tijdens het traject komt de Visitatiecommissie in elk geval één keer langs. Zij geeft op ons verzoek advies aan ons over diersoorten waarvoor u meldingen heeft verstuurd.
Als u van alle meldingen een besluit heeft ontvangen, komen wij nog een keer langs. Dit is meestal het laatste bezoek. We bespreken dan hoe het traject ging en als u vragen heeft kunt u die stellen.
Tips voor een goede voorbereiding
U kunt voor het eerste bezoek al een aantal zaken voorbereiden. Denk bijvoorbeeld aan de overzichtsplattegrond en het beleidsprotocol.
Plattegrond maken
Als wij de eerste keer bij u langskomen, vragen we om een overzichtsplattegrond. Hierop staan alle verblijven en/of gebouwen. Het is belangrijk dat elk verblijf duidelijk staat aangegeven met een nummer. Dat nummer moeten kloppen met uw dieradministratie. Een bezoekersplattegrond is vaak niet voldoende. Een goede overzichtsplattegrond maken kost tijd. Daarom raden wij u aan daar op tijd mee te beginnen.
Beleidsprotocol aanpassen
Uw protocol moet aansluiten bij de werkelijke situatie. Dit kunnen wij controleren tijdens het traject. U kunt nu al controleren of uw beleidsprotocol klopt. Is dat niet zo? Verander het dan nu alvast. Dit bespaart u tijd en werk tijdens het traject. In Richtlijnen voor het beleidsprotocol leest u meer over wat er in het protocol moet staan.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur