Bloedmonsters nemen bij varkens
U moet als varkenshouder bloedmonsters van uw varkens laten nemen en onderzoeken. Zo zorgt u ervoor dat besmettelijke dierziekten worden voorkomen. Zoals de ziekte van Aujeszky en klassieke varkenspest.
Nederland heeft de EU-status 'vrij van de ziekte van Aujeszky'. Daardoor kunt u uw varkens niet laten vaccineren tegen deze ziekte en gelden er eisen aan de import en export van varkens. Ook gelden er regels voor het verplaatsen van varkens.
Moet u bloedmonsters nemen?
B-, D- of F-bedrijven met 31 of meer varkens
U laat elke periode van 4 maanden van ten minste 3 varkens bloedmonsters nemen. Deze laat u onderzoeken op de ziekte van Aujeszky. Varkens die u laat bemonsteren moeten zwaarder zijn dan 25 kilogram. Zijn er geen of onvoldoende varkens met dit gewicht? Bemonster dan de zwaarste biggen. De periodes lopen van:
- 1 januari tot en met 30 april
- 1 mei tot en met 31 augustus
- 1 september tot en met 31 december
U laat de bloedmonsters op uw bedrijf door een dierenarts nemen. Of aan de slachtlijn door een bevoegd slachtlijn medewerker. Maak voor bemonstering aan de slachtlijn goede afspraken met het slachthuis. En meldt u aan bij een erkend laboratorium.
Heeft u maximaal 30 varkens? Dan hoeft u geen bloedmonsters te laten nemen.
A-, C- en E-bedrijven met 31 of meer varkens
Heeft u een A-, C- of E-bedrijf? Dan laat u maandelijks 12 bloedmonsters nemen. Deze laat u onderzoeken op de ziekte van Aujeszky en klassieke varkenspest. In het Schema verplichte bloedonderzoeken (pdf) vindt u meer informatie over het aantal bloedmonsters.
U laat de bloedmonsters op uw bedrijf door een dierenarts nemen. Heeft u varkens in een toevoegstal liggen, dan laat u deze bemonsteren. Heeft u geen varkens in de toevoegstal liggen, dan laat u uw varkens verdeeld over uw bedrijf bemonsteren.
A-, C- en E-bedrijven met maximaal 30 varkens
Dan laat u wel bloedmonsters nemen. In de tabel hieronder ziet u hoeveel bloedmonsters u laat nemen. Deze monsters laat u onderzoeken op de ziekte van Aujeszky en klassieke varkenspest.
Aantal varkens | Aantal varkens dat u onderzoekt |
---|---|
11 tot en met 30 | 9 |
7 tot en met 10 | 7 |
1 tot en met 6 | alle |
Berekening aantal varkens
We kijken naar het totale aantal varkens dat u houdt in een periode. Zuigende biggen en biggen die u direct na het spenen afvoert, tellen niet mee. Hieronder staan een aantal rekenvoorbeelden zodat u het goede aantal kunt berekenen:
In dit voorbeeld houdt u meer dan 30 varkens. Het aantal varkens in de periode van 1 januari tot en met 30 april is 40.
Datum | Aantal | Diercategorie | Verplaatsing |
---|---|---|---|
2 februari | 2 | Vleesvarkens | Dood |
2 april | 18 | Vleesvarkens | Afvoer |
5 april | 20 | Biggen | Aanvoer |
In dit voorbeeld houdt u minder dan 30 varkens. Het aantal varkens in de periode van 1 januari tot en met 30 april is 20.
Datum | Aantal | Diercategorie | Verplaatsing |
---|---|---|---|
2 februari | 2 | Vleesvarkens | Dood |
2 april | 18 | Vleesvarkens | Afvoer |
10 mei | 20 | Biggen | Aanvoer |
In dit voorbeeld houdt u minder dan 30 varkens. Het aantal varkens in de periode van 1 januari tot en met 30 april is 23. De 12 afgevoerde biggen tellen namelijk niet mee.
Datum | Aantal | Diercategorie | Verplaatsing |
---|---|---|---|
5 januari | 12 | Biggen | Afvoer |
20 maart | 22 | Vleesvarkens | Afvoer |
3 april | 1 | Vleesvarkens | Dood |
Stoppen of tijdelijke leegstand
Gaat u stoppen met het houden van varkens of heeft u tijdelijke leegstand? Zorg dan dat u voldoende bloedmonsters laat nemen in de periode waarin de laatste varkens worden afgevoerd. Laat die monsters onderzoeken op de ziekte van Aujeszky.
Heeft u in een aaneengesloten periode geen varkens? Dan hoeft u geen bloedmonsters te laten nemen.
Eisen bloedmonster
- Zorg ervoor dat u op tijd bloedmonsters laat nemen. Hierbij telt de datum waarop u de monsters laat nemen.
- De bloedbuis moet vol genoeg zijn om de aangevraagde onderzoeken uit te voeren.
- De dierenarts of bevoegd slachterijmedewerker stuurt de bloedbuizen naar het laboratorium. Dit doet hij uiterlijk op de werkdag na de dag dat hij ze neemt. Tot die tijd bewaart hij de buizen op een koele plaats.
- U houdt in uw administratie bij uit welk hok of afdeling de getapte dieren afkomstig zijn.
- Op het inzendformulier staan uw naam en adres, het UBN, de monsternemer, de monsternamedatum en het soort en aantal onderzoeken.
- Wilt u een extra onderzoek laten uitvoeren, geef dit dan altijd duidelijk aan op het inzendformulier.
Erkende laboratoria
U laat het bloed onderzoeken bij een van deze erkende laboratoria:
In sommige gevallen is een overeenkomst met een laboratorium nodig. De erkende laboratoria kunnen u hier meer over vertellen.
Maatregelen bij positieve uitslag
Is er een positieve uitslag, dan vindt er bij Wageningen Bioveterinary Research een hertest plaatst. Daarmee bekijkt het laboratorium of een besmetting de positieve uitslag veroorzaakt. Of dat die het gevolg is van een vaccinatie. Is de positieve uitslag een gevolg van een besmetting, dan meld het laboratorium de verdenking aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Wetten en regels
Wilt u meer weten over de wet- en regelgeving? De regels voor het nemen van bloedmonsters staan in het Besluit houders van dieren en de Regeling houders van dieren.
Op de website van de NVWA leest u wat de eisen zijn voor de import en export van varkens.
Handhaving
Er gelden verschillende maatregelen als houders van varkens zich niet houden aan deze regels. Lees meer hierover in het Overzicht maatregelen en sancties dierziektepreventie.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur