Alles over 4% niet-productief bouwland (GLMC 8)
De verplichting om 4% van uw bouwland niet-productief te laten geldt vanaf 2024. Doet u in 2023 mee aan de eco-regeling of ANLb? Dan speelt niet-productieve landbouwgrond wel een rol bij het bepalen van uw vergoeding.
Hoe u uw bouwland niet-productief kunt laten
Er zijn 3 mogelijkheden hoe u uw niet-productieve landbouwgrond invult:
- 4% invullen met landschapselementen (zie de tabel hieronder) zoals sloten, houtwallen, bomenrijen. Of met andere niet-productieve elementen zoals akkerranden of bufferstroken. Deze elementen grenzen aan uw eigen bouwland. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 4%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
- U kunt er ook voor kiezen om 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult de rest tot minimaal 7% aan met de eco-activiteiten niet-productieve landbouwgrond. U hoeft in de Gecombineerde opgave dan maar 3% aan te vinken als niet-productieve landbouwgrond. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 3%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
- U kunt er ook voor kiezen om minimaal 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult dit tot 7% aan met stikstofbindende gewassen. Voor het aanvullende percentage stikstofgewassen mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruiken. U mag de stikstofbindende gewassen wel begrazen of oogsten.
Zet u 3,5% niet-productief bouwland en 3,5% stikstofbindend gewas in? Dan mag u de 3,5% stikstofbindende gewassen begrazen of oogsten.
Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 7% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
Elementen voor 4% niet-productief
Voldoen de elementen niet aan de afmetingen? Dan is het element niet subsidiabel en telt het hele element niet mee voor de 4% niet-productief. De weegfactor laat zien hoeveel het landschapselement meetelt bij de berekening van het aantal hectare niet-productieve bouwland. U vermenigvuldigt het aantal hectare met de weegfactor. Dit zijn de elementen:
Niet-productieve elementen |
Weegfactor |
Afmetingen |
Groene braak (inzaai) |
1,5 |
- |
Groene braak (spontaan) |
1 |
- |
Stroken bouwland langs bos |
1 |
Maximaal 20 meter breed. Dit is de maximale |
Landschapselementen |
Weegfactor |
Afmetingen |
Sloten |
1 |
Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek). |
Sloten grenzend aan beheerde rand |
2 |
Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek).
|
Rietkraag, rietzoom, rietland |
1,5 |
Rietzoom wordt tot de sloot gerekend. Als het |
Vijvers, poelen |
1,5 |
Oppervlakte tussen 0,001 hectare en 0,5 hectare. |
Heggen, hagen, houtsingels, |
2 |
Geen maximale afmetingen. |
Geïsoleerde bomen, knotbomen |
1,5 |
De standaardoppervlakte is 20 m2 per boom. |
Boomgroepen |
1,5 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Natuurvriendelijke oevers |
1,5 |
Minimaal 3 meter en maximaal 10 meter breed. |
Tuunwallen |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Kleine wetlands |
1 |
Minimaal 0,1 hectare. Vanaf 15 februari staan |
Zandwallen |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Schouwpaden |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Ruigtes op landbouwpercelen |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Stroken wild gras |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Graften |
1 |
Maximaal 1,5 hectare. |
Niet-productief bouwland als eco-activiteit
Zet u groene braak en/of bufferstroken in als eco-activiteit? En heeft u de percelen met deze eco-activiteiten nodig om de 4% niet-productief te halen? Dan krijgt u voor de activiteit groene braak en/of bufferstroken geen waarde (wel punten). Behalve als u bent vrijgesteld voor deze verplichting.
Doet u niet mee met de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden? Dan heeft dit geen gevolgen voor de waarde van uw eco-activiteiten.
Niet-productief bouwland in het ANLb
Heeft u percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving? Dan speelt niet-productieve landbouwgrond een rol bij het bepalen van uw vergoeding. Heeft u deze percelen nodig om te voldoen aan niet-productieve landbouwgrond? Dan betaalt RVO geen inkomstenderving aan het collectief. Behalve als u bent vrijgesteld. Lees meer op Samenhang tussen conditionaliteiten, ANLb en eco-regeling.
Wat betekent dit voor de mestplaatsingsruimte
Heeft u percelen opgegeven als niet-productieve landbouwgrond? Deze percelen tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte. Daarmee voorkomen we dat er extra meststoffen in het water terechtkomen. Dat is goed voor de kwaliteit van het water. U leest meer over mest op Landbouwgrond mest uitgelegd.
Aanvinken in de Gecombineerde opgave
In de Gecombineerde opgave vinkt u aan welke percelen u wilt opgeven voor niet-productieve landbouwgrond. Zijn dit percelen waarop een gewas staat dat productief kan zijn? Dan moet u ook het braak-vinkje aanvinken. Dan weten wij dat u het perceel niet oogst en dat het dus niet-productief is.
Het is belangrijk dat u niet teveel grond aanvinkt als niet-productief bouwland. Want u krijgt dan niet de waarde voor de eco-activiteit die u inzet als niet-productieve grond. Soms is het dus slim om percelen te splitsen.
Wel of geen vinkje bij niet-productieve landbouwgrond
In de Gecombineerde opgave leest u de vraag: Welke invulling kiest u voor niet-productieve grond? U kunt kiezen uit 4 antwoorden:
- Ik ben vrijgesteld en/of niet-productieve grond speelt geen rol. Of ik heb geen bouwland. En/of ik heb geen eco-activiteiten Groene braak en Bufferstrook met kruiden en geen percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstensderving. Dit betekent dat de 4% niet-productief geen gevolgen heeft voor uw vergoeding van de eco-regeling of ANLb.
- Ik laat een deel van mijn bouwland niet-productief. Ik krijg geen waarde als mijn eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden binnen 4% niet-productieve grond vallen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen binnen 4% niet-productieve grond vallen. Geeft u minder dan 4% op, maar heeft u nog meer niet-productieve grond? Dan vult RVO dit aan tot 4%. Dit heeft misschien gevolgen voor uw vergoeding. Soms is het dus slim om percelen te splitsen.
- Ik laat minimaal 3% van mijn bouwland niet-productief. Ik vul de rest tot minimaal 7% in met de eco-activiteiten Niet-productief landbouwgrond. Ik hoef maar 3% aan te vinken als niet-productieve grond. Ik krijg geen waarde voor de eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen.
- Ik laat minimaal 3% van mijn bouwland niet-productief. Ik vul de rest tot minimaal 7% in met stikstofbindende gewassen zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ik krijg geen waarde voor de eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. En geen waarde voor de eco-activiteit Stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. En geen vergoeding voor inkomstenderving voor percelen met een ANLb-beheerpakket met stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen.
- Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit