Alles over 4% niet-productief bouwland (GLMC 8)

Gepubliceerd op:
5 juni 2023

De verplichting om 4% van uw bouwland niet-productief te laten geldt vanaf 2024. Doet u in 2023 mee aan de eco-regeling of ANLb? Dan speelt niet-productieve landbouwgrond wel een rol bij het bepalen van uw vergoeding.

Hoe u uw bouwland niet-productief kunt laten

Er zijn 3 mogelijkheden hoe u uw niet-productieve landbouwgrond invult:

  • 4% invullen met landschapselementen (zie de tabel hieronder) zoals sloten, houtwallen, bomenrijen. Of met andere niet-productieve elementen zoals akkerranden of bufferstroken. Deze elementen grenzen aan uw eigen bouwland. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 4%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
  • U kunt er ook voor kiezen om 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult de rest tot minimaal 7% aan met de eco-activiteiten niet-productieve landbouwgrond. U hoeft in de Gecombineerde opgave dan maar 3% aan te vinken als niet-productieve landbouwgrond. Vallen de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden binnen deze 3%? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.
  • U kunt er ook voor kiezen om minimaal 3% van uw bouwland niet-productief te laten. U vult dit tot 7% aan met stikstofbindende gewassen. Voor het aanvullende percentage stikstofgewassen mag u geen chemische gewasbeschermingsmiddelen en biociden gebruiken. U mag de stikstofbindende gewassen wel begrazen of oogsten.
    Zet u 3,5% niet-productief bouwland en 3,5% stikstofbindend gewas in? Dan mag u de 3,5% stikstofbindende gewassen begrazen of oogsten.
    Zet u de stikstofbindende gewassen die nodig zijn om de 7% te halen ook in als eco-activiteit? Dan krijgt u hiervoor geen waarde, wel punten.

Elementen voor 4% niet-productief

Voldoen de elementen niet aan de afmetingen? Dan is het element niet subsidiabel en telt het hele element niet mee voor de 4% niet-productief. De weegfactor laat zien hoeveel het landschapselement meetelt bij de berekening van het aantal hectare niet-productieve bouwland. U vermenigvuldigt het aantal hectare met de weegfactor. Dit zijn de elementen:

Niet-productieve elementen

Weegfactor

Afmetingen

Groene braak (inzaai)

1,5

-

Groene braak (spontaan)

1

-

Stroken bouwland langs bos

1

Maximaal 20 meter breed. Dit is de maximale
oppervlakte dat meetelt voor de 4% niet-productief.

Landschapselementen

Weegfactor

Afmetingen

Sloten

1

Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek).

Sloten grenzend aan beheerde rand
en/of natuurvriendelijke oever

2

Smaller dan 10 meter (van insteek naar insteek).

 

Rietkraag, rietzoom, rietland

1,5

Rietzoom wordt tot de sloot gerekend. Als het
binnen de grens van insteek naar insteek valt.

Vijvers, poelen

1,5

Oppervlakte tussen 0,001 hectare en 0,5 hectare.

Heggen, hagen, houtsingels,
houtwallen, struwelen

2

Geen maximale afmetingen.

Geïsoleerde bomen, knotbomen

1,5

De standaardoppervlakte is 20 m2 per boom.
Opgeven van een boom geeft 1 m2.

Boomgroepen

1,5

Maximaal 1,5 hectare.

Natuurvriendelijke oevers

1,5

Minimaal 3 meter en maximaal 10 meter breed.
En minimaal 25 meter lang. De maximale
oppervlakte is 1,5 hectare.

Tuunwallen

1

Maximaal 1,5 hectare.

Kleine wetlands
(plas-dras op bouwland)

1

Minimaal 0,1 hectare. Vanaf 15 februari staan 
de kleine wetlands minimaal 2 maanden onder
water. En minimaal 5 centimeter boven het
maaiveld.

Zandwallen

1

Maximaal 1,5 hectare.

Schouwpaden

1

Maximaal 1,5 hectare.

Ruigtes op landbouwpercelen

1

Maximaal 1,5 hectare.

Stroken wild gras

1

Maximaal 1,5 hectare.

Graften

1

Maximaal 1,5 hectare.

Niet-productief bouwland als eco-activiteit

Zet u groene braak en/of bufferstroken in als eco-activiteit? En heeft u de percelen met deze eco-activiteiten nodig om de 4% niet-productief te halen? Dan krijgt u voor de activiteit groene braak en/of bufferstroken geen waarde (wel punten). Behalve als u bent vrijgesteld voor deze verplichting.
Doet u niet mee met de eco-activiteiten groene braak en/of bufferstrook met kruiden? Dan heeft dit geen gevolgen voor de waarde van uw eco-activiteiten.

Niet-productief bouwland in het ANLb

Heeft u percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving? Dan speelt niet-productieve landbouwgrond een rol bij het bepalen van uw vergoeding. Heeft u deze percelen nodig om te voldoen aan niet-productieve landbouwgrond? Dan betaalt RVO geen inkomstenderving aan het collectief. Behalve als u bent vrijgesteld. Lees meer op Samenhang tussen conditionaliteiten, ANLb en eco-regeling.

Wat betekent dit voor de mestplaatsingsruimte

Heeft u percelen opgegeven als niet-productieve landbouwgrond? Deze percelen tellen niet mee voor de mestplaatsingsruimte. Daarmee voorkomen we dat er extra meststoffen in het water terechtkomen. Dat is goed voor de kwaliteit van het water. U leest meer over mest op Landbouwgrond mest uitgelegd.

Aanvinken in de Gecombineerde opgave

In de Gecombineerde opgave vinkt u aan welke percelen u wilt opgeven voor niet-productieve landbouwgrond. Zijn dit percelen waarop een gewas staat dat productief kan zijn? Dan moet u ook het braak-vinkje aanvinken. Dan weten wij dat u het perceel niet oogst en dat het dus niet-productief is.

Het is belangrijk dat u niet teveel grond aanvinkt als niet-productief bouwland. Want u krijgt dan niet de waarde voor de eco-activiteit die u inzet als niet-productieve grond. Soms is het dus slim om percelen te splitsen.

Wel of geen vinkje bij niet-productieve landbouwgrond

In de Gecombineerde opgave leest u de vraag: Welke invulling kiest u voor niet-productieve grond? U kunt kiezen uit 4 antwoorden:

  • Ik ben vrijgesteld en/of niet-productieve grond speelt geen rol. Of ik heb geen bouwland. En/of ik heb geen eco-activiteiten Groene braak en Bufferstrook met kruiden en geen percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstensderving. Dit betekent dat de 4% niet-productief geen gevolgen heeft voor uw vergoeding van de eco-regeling of ANLb.
  • Ik laat een deel van mijn bouwland niet-productief. Ik krijg geen waarde als mijn eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden binnen 4% niet-productieve grond vallen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen binnen 4% niet-productieve grond vallen. Geeft u minder dan 4% op, maar heeft u nog meer niet-productieve grond? Dan vult RVO dit aan tot 4%. Dit heeft misschien gevolgen voor uw vergoeding. Soms is het dus slim om percelen te splitsen.
  • Ik laat minimaal 3% van mijn bouwland niet-productief. Ik vul de rest tot minimaal 7% in met de eco-activiteiten Niet-productief landbouwgrond. Ik hoef maar 3% aan te vinken als niet-productieve grond. Ik krijg geen waarde voor de eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen.
  • Ik laat minimaal 3% van mijn bouwland niet-productief. Ik vul de rest tot minimaal 7% in met stikstofbindende gewassen zonder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ik krijg geen waarde voor de eco-activiteiten Groene braak en/of Bufferstroken met kruiden als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. En geen waarde voor de eco-activiteit Stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen. RVO betaalt geen vergoeding voor inkomstenderving aan het collectief voor percelen met een ANLb-beheerpakket met een vergoeding voor inkomstenderving als de percelen nodig zijn om de grens van 3% te halen. En geen vergoeding voor inkomstenderving voor percelen met een ANLb-beheerpakket met stikstofbindende gewassen als de percelen nodig zijn om de grens van 7% te halen. 
In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?