VKO Samenwerken aan groen-economisch herstel

Gepubliceerd op:
16 december 2021
Laatst gecontroleerd op:
20 december 2021

Vraagt u de subsidie Samenwerken aan groen-economisch herstel aan? Dan zet u alle verwachte kosten van uw project in een begroting. U berekent deze kosten met een van onze rekenmethodes. Wij noemen dit de Vereenvoudigde kostenopties (VKO).

Er zijn twee opties waar u uit kunt kiezen. U kunt maar één VKO kiezen voor uw project. Alle samenwerkingspartners gebruiken dan deze methode. Hieronder staan de twee VKO’s uitgelegd.

VKO voor loonkosten of overige kosten

We splitsen de kosten voor deze subsidie in 2 soorten. Dit zijn de directe loonkosten en directe overige kosten (kosten van derden en bijdragen in natura). Eén kostensoort legt u uit met bewijzen, de andere niet. De andere berekent u met de rekenmethode VKO.

Minder administratief werk

Voor de kosten die u met de VKO berekent hoeft u minder administratief werk te doen. U laat hiervoor alleen zien dat de prijzen redelijk zijn. Zo hoeft u bijvoorbeeld geen urenstaten mee te sturen of een bewijs dat een prijs redelijk is.

Zelfde VKO voor alle deelnemers

Als samenwerkingsverband kiest u één van de VKO's. Deze geldt dan voor alle deelnemers. U kunt dus niet als samenwerkingsverband beide VKO's gebruiken.

VKO loonkosten als percentage van de overige kosten

Met deze VKO berekent u de loonkosten als percentage van de overige kosten. Bij deze optie is het belangrijk dat u aan kunt tonen dat u personeel inzet bij uw project.

Gebruikt u deze berekening? Dan hoeft u geen urenregistratie bij te houden. Motiveer de overige kosten op een duidelijke manier in het format projectplan van uw subsidieaanvraag. U vindt dit format op Samenwerken aan groen-economisch herstel.

Hoe bereken ik de subsidie?

Bij deze VKO berekenen we de subsidie voor de loonkosten met 20% van de overige kosten. We noemen dit een forfaitair bedrag.

Overige kosten zijn:

  • kosten van derden;
  • bijdragen in natura (eigen bijdrage);
  • bijdragen in natura (overig).

U verhoogt dit forfaitaire bedrag met 15% voor overheadkosten.

Subsidiepercentages bij deze berekening

Houd bij het kiezen van de VKO rekening met de onderstaande subsidiepercentages.

Wat zijn productieve investeringen?

Productieve investeringen zijn investeringen die zorgen voor een duidelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf.

Kiest u voor de VKO loonkosten als vast percentage van de overige kosten? Dan geldt er een subsidiepercentage van:

  • overige kosten, voor niet-productieve investeringen: 100%
  • overige kosten, voor productieve investeringen: 40%

Wanneer kunt u deze optie niet gebruiken?

U kunt deze optie niet gebruiken als uw project een overheidsopdracht is met activiteiten of producten waarvan de geschatte waarde gelijk is aan of groter dan € 5.186.000 (exclusief btw).

Belangrijk bij de omschrijving van loonkosten

Arbeid door vrijwilligers is niet subsidiabel. Bijdrage in natura door eigen arbeid is subsidiabel voor € 35 per uur. De bijdrage in natura door eigen arbeid valt onder de overige kosten.

Voorbeeldberekening subsidiebedrag met VKO voor loonkosten

  Subsidiabele kosten Forfaitair bedrag 20% Overheadkosten 15% Totaal Subsidiepercentage Totale subsidiebedrag
Overige kosten niet-productieve investeringen € 300.000 € 60.000 € 9.000 € 369.000 100% € 369.000
Overige kosten productieve investeringen € 300.000 € 60.000 € 9.000 € 369.000 40% € 147.600

Wanneer kunt u deze optie niet gebruiken?

U kunt deze optie niet gebruiken als uw project een overheidsopdracht is met activiteiten of producten waarvan de geschatte waarde gelijk is aan of groter is dan € 5.186.000 (exclusief btw).

Belangrijk bij de omschrijving van loonkosten

Arbeid door vrijwilligers is niet subsidiabel. Bijdrage in natura door eigen arbeid is subsidiabel voor € 35 per uur. De bijdrage in natura door eigen arbeid valt onder de overige kosten.

VKO overige kosten als vast percentage van de loonkosten

Met deze VKO berekent u de overige directe kosten als percentage van de loonkosten.

Gebruikt u deze berekening? Dan hoeft u geen bewijsstukken meer aan te leveren over de hoogte van de overige kosten. Motiveer de loonkosten op een duidelijke manier in het format projectplan van uw subsidieaanvraag.

Hoe bereken ik de subsidie?

Bij deze VKO berekenen we de subsidie voor de overige kosten met 40% van de loonkosten. We noemen dit een forfaitair bedrag.

U geeft de loonkosten op die bij uw project horen. De werkgeverslasten horen bij de directe loonkosten. Hiervoor kunt u het bruto jaarloon (het jaarloon voor 1720 uur bij een 40-urige werkweek) verhogen met 43,5%. In dit percentage zijn de vakantie-uitkering, pensioenpremies en sociale verzekeringspremies meegenomen. U leest meer over het berekenen van het uurtarief onder Hoe bereken ik het uurtarief voor personeel?.

U kunt alleen de uren declareren die daadwerkelijk aan het project besteed worden. Dit toont u aan door middel van urenstaten.

Subsidiepercentages bij deze berekening

Kiest u voor de VKO overige kosten als vast percentage van de loonkosten? Houd dan rekening met deze verschillende subsidiepercentages.

Wat zijn productieve investeringen?

Productieve investeringen zijn investeringen die zorgen voor een duidelijke stijging van de waarde of rentabiliteit van een bedrijf.

Doet u geen productieve investeringen? Dan geldt voor het forfaitair bedrag een subsidiepercentage van:

  • bijdrage in natura voor de inbreng van eigen arbeid: 100%
  • overige bijdrage in natura: 100%
  • overige kosten, voor niet-productieve investeringen: 100%

Doet u één of meerdere productieve investeringen? Dan geldt voor het forfaitair bedrag een subsidiepercentage van:

  • bijdrage in natura voor de inbreng van eigen arbeid: 40%
  • overige bijdrage in natura: 40%
  • overige kosten, voor niet-productieve investeringen: 40%
  • overige kosten, voor productieve investeringen: 40%

Heeft u zowel productieve als niet productieve investeringen in uw project? Dan gebruikt u bij het berekenen van het forfaitair bedrag een subsidiepercentage van 40%.

Voorbeeldberekening 1: U doet alleen niet-productieve investeringen

  Subsidiabele kosten Forfaitair bedrag 40% Subsidiepercentage forfaitair bedrag Totaal Subsidiepercentage loonkosten Totale subsidiebedrag
Loonkosten niet-productieve investeringen € 75.000 € 30.000 100% € 105.000 100% € 105.000

Voorbeeldberekening 2: U doet alleen productieve investeringen of zowel productieve als niet-productieve investeringen

  Subsidiabele kosten Forfaitair bedrag 40% Subsidiepercentage forfaitair bedrag Totaal Subsidiepercentage loonkosten Totale subsidiebedrag
Loonkosten productieve investeringen € 75.000 € 30.000 40%

€ 87.000
(€ 75.000 + € 12.000)

100% € 87.000

Hoe bereken ik het uurtarief voor personeel?

U berekent het uurtarief voor personeel in loondienst op de volgende manier. U deelt het bruto-jaarsalaris door 1.720 uren (bij een werkweek van 40 uur). Gebruik hiervoor het laatste bruto-jaarloon. Dit is inclusief een eventuele (niet-prestatie gebonden) eindejaarsuitkering. Maar exclusief vakantiegeld.

Opslagpercentage

U mag het uurtarief verhogen met een vast opslagpercentage van 43,5% voor de kosten van de werkgever.

Parttime dienstverband

Loonkosten zijn subsidiabel tot maximaal 1.720 uur per persoon per jaar (op basis van een 40-urige werkweek). Moet u de loonkosten berekenen voor iemand die parttime werkt? Dan berekent u de loonkosten per uur in verhouding tot een 40-urige werkweek.

Wat zijn overige kosten?

Overige kosten (kosten van derden) zijn kosten voor werken, geleverde goederen en/of diensten aan een derde partij. U moet aantonen dat de bedragen van deze overige kosten passend en redelijk (marktconform) zijn. Voor bijdrage in natura geldt een uurtarief van €35. U hoeft niet aan te tonen dat dit redelijk (marktconform) is.

Onderbouwing van loonkosten

Het is belangrijk dat u een goede uitleg geeft van de kosten voor personeel in loondienst. Motiveer waarom u heeft gekozen voor een bepaalde salarisschaal. U beschrijft dit bijvoorbeeld op de volgende manier. ‘Bij deze werkzaamheden is inzet van personeel op niveau x nodig voor activiteiten y. En inzet van personeel op niveau a is nodig voor activiteiten b’. U maakt daarnaast een inschatting van het aantal uren dat u per salarisschaal nodig heeft voor de projectactiviteiten.

U hoeft de marktconformiteit van de loonkosten niet verder te motiveren. Motiveer wel waarom de uren passend zijn voor uw project. Alle uren moeten verbonden zijn aan een activiteit. U mag niet meer uren inzetten dan nodig is voor de uitvoering van activiteiten. En u mag ook geen hoger ingeschaald personeel inzetten voor lager ingeschaald werk.

Hoe onderbouw ik de redelijkheid van kosten?

De redelijkheid van kosten (marktconformiteit) toont u aan door een goede uitleg of onderbouwing toe geven. U kunt hierbij denken aan een aantal offertes of een taxatierapport. Ook is het belangrijk dat u de keuze voor een leverancier duidelijk motiveert.

Levert u geen onderbouwing aan? Dan beoordelen wij uw kosten met een eigen onderzoek naar markconformiteit. De kosten die wij niet redelijk vinden zien wij als niet-subsidiabel.

Vragen over Samenwerken aan groen-economisch herstel?

Neem contact met ons op

In opdracht van:
  • Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bent u tevreden over deze pagina?