Internationaal MVO-wetten en -regels
Bent u een ondernemer? En doet u zaken in het buitenland, of is (een deel van) uw waardeketen internationaal? Dan krijgt u mogelijk te maken met wetten en regels voor internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Op deze pagina vindt u informatie over de belangrijkste internationaal MVO-wetten en -regels: Europese verordeningen en richtlijnen, en nationale wetten en regels.
Voor wie geldt internationaal MVO-wetgeving
De (voorgestelde) wetten en regels gelden in de meeste gevallen (nog) niet direct voor het mkb. Wel zullen ondernemingen die onder de wetten vallen, verwachtingen hebben richting hun ketenpartners. Dus ook als deze ketenpartners zelf niet rechtstreeks onder de wetten en regels vallen, kunnen zij te maken krijgen met de nieuwe wetgeving.
Let op: De informatie over geldende wetten en regels is niet compleet, en door de snelle ontwikkelingen ook niet altijd actueel.
OESO-richtlijnen
Veel van de nieuwe regels vragen van ondernemingen om onderzoek te doen naar bepaalde, mogelijk onrechtvaardige of gevaarlijke situaties (misstanden). Of naar misstanden in een bepaalde sector. Dat heet duediligenceonderzoek (gepaste zorgvuldigheid). Bereidt uw onderneming goed voor. Gebruik daarvoor de aanpak volgens de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen. De OESO-richtlijnen helpen uw onderneming:
- met een goed startpunt om te kunnen voldoen aan de regels die gelden voor uw onderneming;
- wanneer u vragen moet beantwoorden van afnemers en toeleveranciers.
Totdat er nieuwe internationaal MVO-wetgeving is, zijn de (vrijwillige) OESO-richtlijnen het belangrijkste internationaal MVO-kader. Dit zijn normen voor ondernemers die internationaal zakendoen. De Nederlandse overheid hecht grote waarde aan deze richtlijnen, en betrekt deze ook bij de ontwikkeling van wetten en regels. Ondernemingen die subsidie van de Rijksoverheid ontvangen voor het uitvoeren van internationale projecten, moeten zich al houden aan de OESO-richtlijnen.
Actieve wetten en regels (nu of binnenkort geldig)
Het IMVO-steunpunt kan u adviseren over hoe u due diligence kan toepassen in het kader van onderstaande wetten. Het IMVO-steunpunt kan geen juridisch advies geven over deze wetten en regels.
Op 24 mei 2024 is de EU-richtlijn vastgesteld over gepaste zorgvuldigheid in het bedrijfsleven op het gebied van duurzaamheid (CSDDD). Deze richtlijn verplicht het toepassen van gepaste zorgvuldigheid (due diligence) voor grote ondernemingen die actief zijn op de Europese markt.
Due diligence is een doorlopend proces dat uw onderneming helpt bij het herkennen van risico's op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en het milieu. Het doel is deze risico's te stoppen, voorkomen of verminderen, in uw eigen vestiging(en) en in de hele keten.
De wet gaat alleen gelden voor grote bedrijven. Maar, kleinere bedrijven moeten als ketenpartner rekening houden met vragen over due diligence. Er wordt op dit moment gewerkt aan de Nederlandse implementatiewet.
Ingangsdatum: de definitieve datum is nog niet bekend, mogelijk een stapsgewijze invoering vanaf 2027.
Voor wie?
- 3 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 5.000 medewerkers en 1.500 miljoen euro omzet;
- 4 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 3.000 medewerkers en 900 miljoen euro omzet;
- 5 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers en meer dan 450 miljoen euro omzet wereldwijd.
Producten: het gaat om alle producten, zolang het bedrijf aan bovenstaande criteria voldoet.
Tekst richtlijn
Richtlijn EU (2024/1760) van het Europees Parlement en de Raad
Meer informatie
De Europese Engelstalige richtlijn CSRD is gericht op transparantie over:
- de duurzaamheidsrisico’s die ondernemingen lopen, en
- de impact van ondernemingen op hun omgeving.
De CSRD is de opvolger van de NFRD (Non-Financial Reporting Directive). Deze richtlijn moet zorgen voor meer transparantie over duurzaamheid, en betere kwaliteit van de informatie over duurzaamheid. De CSRD geeft ondernemingen een kader om verslag uit te brengen (via rapportage) over niet-financiële gegevens. De rapportage over duurzaamheid geeft informatie over 3 onderwerpen: milieu, sociale omstandigheden en bestuur. Ook wel de ESG-indicatoren genoemd. ESG staat voor 'Environment, Social, Governance'.
Ingangsdatum | Vanaf 2024 invoering in stappen. |
Voor wie? |
2024: voor ondernemingen die vallen onder het Non Financial Reporting Directive. 2025: voor alle andere grote vennootschappen, banken en verzekeraars. 2026: voor beursgenoteerde mkb-ondernemingen. |
Tekst richtlijn | Richtlijn (EU) 2022/2464 van het Europees Parlement en de Raad |
Meer informatie | Gedelegeerde verordening (EU) van de Commissie, aanvulling Richtlijn 2013/34/EU |
Ontbossing is een wereldwijd probleem. Het veroorzaakt verlies van biodiversiteit, en 10 - 20% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Productie van palmolie, hout, rubber, soja, cacao, koffie en rundvlees heeft daar een groot aandeel in. De Europese Unie wil met hulp van de Europese ontbossingsverordening (EUDR) verdere ontbossing en verlies van natuur voorkomen.
Vanaf eind 2024 moeten importeurs, exporteurs en binnenlandse producenten van de in de verordening genoemde producten kunnen aantonen dat er niet ontbost is om deze producten te maken.
Ondernemingen moeten met verplichte 'gepaste zorgvuldigheidseisen' (due diligence) kunnen aantonen dat producten die zij op de Europese markt brengen en exporteren:
- vrij zijn van ontbossing en bosdegradatie; en
- bovendien legaal geproduceerd zijn.
Op basis van hun duediligenceonderzoek maken zij een Due Diligence Statement met geolocatie, in het daarvoor bestemde informatiesysteem. De geolocatie geeft aan waar de producten precies vandaan komen.
Geen uitzonderingen op basis van herkomst
Wat de herkomst van de grondstof of het product ook is, als de grondstof of het product onder het bereik van de verordening valt, moet het bedrijf voldoen aan de verplichtingen zoals de verordening die voorschrijft. Er is dus geen uitzondering voor bepaalde landen, ook niet voor landen in de EU. Ook wanneer producten binnen de EU geproduceerd worden, op de markt worden gebracht en daar blijven, geldt dat bedrijven - die deze grondstoffen en producten voor het eerst op de markt brengen of daarvan exporteren - moeten voldoen aan de eisen van de verordening.
De EUDR maakt deel uit van het pakket klimaatmaatregelen van de Europese Commissie. De Europese verordening ontbossingsvrije producten (EUDR) zal de Houtverordening (EUTR) vervangen.
Ingangsdatum | Vanaf 29 juni 2023 hebben EU-lidstaten 18 maanden de tijd om nationale wet- en regelgeving in te voeren. |
Voor wie? |
Voor marktdeelnemers en handelaren die producten op de EU interne markt aanbieden of exporteren is de verordening vanaf 30 december 2024 van toepassing. Het mkb - inclusief micro-ondernemingen en ZZP'ers - heeft 6 maanden langer de tijd (tot 30 juni 2025) om de nodige voorbereidingen te treffen. De verordening zal gaan gelden voor alle bedrijven (marktdeelnemers en handelaren) die grondstoffen of daarvan afgeleide producten voor het eerst beschikbaar maken (ook EU-productie) op de markt van de Europese Unie (EU), of deze grondstoffen en producten vanuit de markt van de EU exporteren. Het mkb (inclusief micro-ondernemingen en ZZP’ers) zijn bedrijven die minimaal aan 2 van de 3 criteria voldoen:
|
Producten | Rundvlees, oliepalm, soja, cacao, koffie, rubber en hout; en daarvan afgeleide producten zoals leer, chocolade en palmolie (verordening Annex I). |
Nederlandse toezichthouder | Nog niet bekend. |
Tekst verordening | Deforestation-free products (europa.eu) Verordening (EU) 2023/1115 (europa.eu) |
Meer informatie |
EUDR - Ontbossingsverordening (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) FAQ - Deforestation Regulation 1 (pdf Engelstalig, europa.eu) |
Vragen? | EUDR@minlnv.nl |
De Europese Taxonomieverordening brengt een systeem dat de duurzaamheid beoordeelt van economische activiteiten van ondernemingen. Duurzaamheid wordt op verschillende categorieën beoordeeld. Deze verordening bepaalt de beoordelingscriteria voor de impact op klimaat. Grote ondernemingen en financiële instellingen moeten verslag uitbrengen (rapporteren) over hoever hun activiteiten aan deze beoordelingscriteria voldoen. U vindt de link naar de verordening in de tabel.
Ingangsdatum | Vanaf 2022 |
Voor wie? | Voor grote ondernemingen. Een onderneming is groot als deze voldoet aan minimaal 2 van de volgende 3 criteria: 1. meer dan 250 medewerkers (gemiddeld over een jaar); 2. de omzet is hoger dan € 40 miljoen per jaar; 3. een balanstotaal van meer dan € 20 miljoen. |
Nederlandse toezichthouder | Autoriteit voor Financiële Markten (AFM) |
Tekst verordening | Regulation (EU) 2020/852 |
Meer informatie | EU taxonomy for sustainable activities (europa.eu) |
Deze verordening heeft als doel om informatieverstrekking door financiële instellingen aan beleggers over de effecten op duurzaamheid door beleggingsbeleid en beleggingsbeslissingen te verbeteren. Het gaat om financiële instellingen, die beleggingsproducten aanbieden of beleggingsadvies geven (bijvoorbeeld banken, vermogensbeheerders, pensioenfondsen, verzekeraars).
Ingangsdatum | 10 maart 2021 vanaf 1 januari 2023: Regulatory Technical Standards. |
Voor wie? | Financiële instellingen die beleggingsproducten aanbieden of beleggingsadvies geven. |
Nederlandse toezichthouder | Autoriteit Financiële Markten (AFM) |
Tekst richtlijn | Verordening (EU) 2019/2088 |
Meer informatie | Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) (Nederlands) |
De Europese Conflictmineralenverordening verplicht EU-ondernemingen om op een verantwoorde manier metalen en mineralen in te kopen. Het gaat hierbij om: tin, tantaal, wolfraam en goud.
Ook moeten ondernemingen controleren of hun toeleveranciers niet bijdragen aan de financiering van gewapende conflicten. Hier gelden bepaalde stappen van het duediligenceproces uit de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ingangsdatum | 1 januari 2021 |
Voor wie? | EU-importeurs van bepaalde volumes tin, tantaal, wolfraam en goud, in ruwe en bewerkte vormen. |
Producten | Tin, tantaal, wolfraam, goud. |
Nederlandse toezichthouder | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) |
Tekst richtlijn | Verordening (EU) 2017/821 (europa.eu) |
Meer informatie | European Partnership for Responsible Minerals Conflictmineralen - ILT |
De Europese richtlijn Beperking van gevaarlijke stoffen in batterijen/accu's is door de Europese Unie bijgewerkt in de vorm van een verordening. De Batterijenverordening gaat gelden voor alle batterijen, waaronder:
- alle afgedankte draagbare batterijen;
- batterijen voor elektrische voertuigen;
- industriële batterijen;
- startbatterijen;
- batterijen voor voertuigen en machines; en
- batterijen voor lichte vervoersmiddelen.
De Batterijenverordening bevat verplichtingen over het einde van de levensduur, inzamelingsdoelen en -verplichtingen, streefcijfers voor de terugwinning van materialen, en uitgebreide producentenverantwoordelijkheid.
De verordening heeft als doel de milieu- en sociale gevolgen van batterijen over de hele levenscyclus te verminderen. Daarom zijn in de Batterijenverordening strenge zorgvuldigheidsregels vastgelegd voor marktdeelnemers. Zij moeten de bron van de grondstoffen voor batterijen controleren. Marktdeelnemers zijn fabrikanten, bedrijven die producten importeren, en distributeurs.
Ingangsdatum | Nog niet bekend |
Voor wie? |
Voor fabrikanten van batterijen en accu's, en fabrikanten van producten waar batterijen in zitten. En voor importeurs en distributeurs van batterijen en producten waar batterijen in zitten. Marktdeelnemers zullen moeten voldoen aan verschillende eisen, op verschillende momenten. |
Producten | Alle afgedankte draagbare batterijen, batterijen voor elektrische voertuigen, industriële batterijen, startbatterijen, batterijen voor voertuigen en machines, en batterijen voor lichte vervoersmiddelen. |
Nederlandse toezichthouder | Nog niet bekend |
Tekst richtlijn | Verordening (EU) 2023/1542 (europa.eu) |
Meer informatie | Batterijenverordening EU-Publicatieblad (minbuza.nl) |
Ontwikkelingen rondom internationaal MVO-wetten- en -regels
In september 2022 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een verordening. Deze verordening verbiedt het om producten die onder dwangarbeid zijn gemaakt, op de markt te brengen of te exporteren. Gepaste zorgvuldigheid (due diligence) is onderdeel van dit voorstel.
Na besprekingen over het voorstel tussen de Europese Commissie, de lidstaten en het Europees Parlement zal de wet worden aangenomen en ingevoerd.
Er is nog geen duidelijkheid over de ingangsdatum.
In 2021 hebben Tweede Kamerleden een MVO-initiatiefvoorstel ingediend. Een initiatiefvoorstel is een wetsvoorstel dat Tweede Kamerleden uit eigen beweging indienen. De Tweede Kamer werkt op dit moment aan de invulling hiervan.
Zodra er meer informatie bekend is, leest u het op deze pagina.
Internationale wetten en regels
Verschillende (Europese) landen hebben al eigen internationaal MVO-wetten en -regels opgesteld, onder meer Duitsland, Frankrijk en Engeland. Het grootste deel van deze wetten en regels is gebaseerd op het invoeren van het duediligenceproces van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Deze wetten en regels kunnen ook voor u verplicht zijn als uw onderneming op deze markten actief is. Ook als ze in Nederland nog niet verplicht zijn. Daarnaast kunt u als ketenpartner van ondernemingen die in deze landen gevestigd zijn, worden gevraagd om inzicht te geven in uw internationaal MVO-processen. Ontvangt uw onderneming subsidie van de Rijksoverheid voor het uitvoeren van internationale projecten? Dan moet uw onderneming zich al houden aan de OESO-richtlijnen.
Verschil verordening en richtlijn
Een verordening heeft een rechtstreekse werking en is verplicht. Een richtlijn moet eerst worden verwerkt in nationale wetten en regels voordat deze verplicht is. Het geeft een handvat om alvast te voldoen aan de wetten en regels.
Meer weten?
Wilt u advies over internationaal MVO en due diligence? Onze adviseurs denken graag met u mee.
- Ministerie van Buitenlandse Zaken