Referentiehoeveelheid en bewijs
Vraagt u aan voor een tariefcontingent met een verplichte LORI-registratie? Dan moet u ook een referentiehoeveelheid aantonen. Er zijn ook tariefcontingenten waarbij u alleen de referentiehoeveelheid moet aantonen, maar u niet vooraf hoeft te registreren in de LORI-database.
Wat is een referentiehoeveelheid?
De referentiehoeveelheid is de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid producten die u in de EU heeft ingevoerd, tijdens 2 perioden van 12 maanden na elkaar. De referentieperiode eindigt 2 maanden vóór u de eerste aanvraag voor de tariefcontingentperiode mag indienen.
In onderstaande tabel vindt u enkele voorbeelden.
Startdatum contingentjaar | Eerste aanvraagmogelijkheid | Einddatum referentiehoeveelheid |
---|---|---|
1 januari | 23 november | 22 september |
1 juni | 1 mei | 28 of 29 februari |
1 juli | 1 juni | 31 maart |
De referentiehoeveelheid geldt voor invoer van producten die onder hetzelfde tariefcontingent-volgnummer vallen en dezelfde oorsprong hebben. Daaronder valt ook eventuele invoer met volledig douanerecht.
Voor sommige tariefcontingenten gelden uitzonderingen op de manier waarop de referentiehoeveelheid wordt berekend. Raadpleeg daarom altijd het contingent waarvoor u wilt aanvragen. De referentiehoeveelheid wordt voor de totale tariefcontingentperiode vastgesteld.
De referentiehoeveelheid mag niet meer dan 15% bedragen van de hoeveelheid die voor een bepaald tariefcontingent beschikbaar is in de tariefcontingentperiode. Is een contingent verdeeld in deelperioden? Dan is de maximale referentiehoeveelheid die u per deelperiode kunt inzetten, gelijk aan het percentage van de beschikbare hoeveelheid voor de deelperiode.
Referentie overdragen
U kunt uw referentie overdragen zonder fusie. Als u de referentie overdraagt, kunt u niet meer aanvragen voor de desbetreffende contingenten.
Een Word-formulier voor de overdracht vindt u op mijn.rvo.nl. Kies onder Direct regelen de button 'Referentieoverdracht'. Vul het formulier in en mail het naar Team in- en uitvoer.
Bewijs van referentiehoeveelheid
U toont de referentiehoeveelheid aan met een gewaarmerkte afdruk van de invoeraangifte. U stuurt deze naar team in- en uitvoer, het liefst 2 weken vóór u uw aanvraag indient.
Op deze aangifte staat ook het factuurnummer met de transactiewaarde. U dient de factuur in voor de vaststelling van de referentiehoeveelheid. Op de factuur staan ten minste:
- naam van de importeur of aangever;
- productbeschrijving die overeenkomt met de 8-cijferige GN-code;
- factuurnummer.
U kunt de komende 2 tariefcontingentperioden uw referentiehoeveelheid ook aantonen volgens de bepalingen van de oude verordeningen.
In bepaalde gevallen moet u de referentiehoeveelheid ook vastleggen in de LORI-database. Maakt u gebruik van onderstaande pluimveecontingenten? Dan registreert u dit ook in de LORI-database met formulier 801.
- 09.4211, 09.4212, 09.4213 en 09.4290 of
- 09.4214, 09.4215 en 09.4216; of
- 09.4410, 009.4411, 09.4412 en 09.4289.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur