Nieuwe normering voor windturbines
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) stelt nieuwe landelijke milieuregels voor windparken op. Dit is het gevolg van de uitspraak van de Raad van State in een zaak over de uitbreiding van Windpark Delfzijl Zuid. Deze uitspraak heeft gevolgen voor alle windparken in voorbereiding waar nog geen onherroepelijke vergunning voor is afgegeven. Wij geven inzichten voor nieuw beleid en kennissessies voor lokale overheden die in de tussentijd hun plannen voor een windpark verder willen ontwikkelen.
Uitspraak Raad van State
De Raad van State oordeelde in de uitspraak van 30 juni 2021 dat de algemene regels voor windturbines in het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer buiten toepassing moeten worden gelaten. Voor deze rijksregels is namelijk niet de juiste procedure gevolgd.
De rijksregels zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar de milieugevolgen. Volgens een EU-richtlijn had er alleen een milieueffectrapport (m.e.r.) moeten worden gemaakt. De afdeling komt hiermee terug op een uitspraak uit 2019. Toen oordeelde zij dat voor dezelfde rijksregels geen milieueffectrapport nodig was. Dit is het gevolg van een nieuw arrest van het Europese Hof van Justitie (Nevele-arrest).
De uitspraak heeft géén gevolgen voor 1 of 2 losse windturbines. Daarvoor blijven de rijksregels gelden.
De uitspraak heeft wel gevolgen voor alle windparken in voorbereiding waar nog geen onherroepelijke vergunning voor is afgegeven. Daarvoor kunnen de rijksregels niet meer worden toegepast, totdat een milieueffectrapport (plan m.e.r.) is gemaakt. Provincies en gemeenten moeten tot die tijd voor nieuwe windparken zelf afwegen welk milieubeschermingsniveau zij aanvaardbaar vinden. De Rijksoverheid werkt nauw samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en de ministeries om gemeenten en provincies hierbij te helpen.
Bestaande windturbines mogen blijven draaien. Onherroepelijke omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen blijven geldig. Burgers worden nog steeds beschermd tegen hinder. Windturbine-exploitanten moeten nadelige gevolgen voor het milieu tot een aanvaardbaar milieubeschermingsniveau beperken. Zij moeten zich houden aan de wettelijke zorgplicht, de omgevingsvergunning en het bestemmingsplan.
De staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK) informeerde mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat de Tweede Kamer over de gevolgen van deze uitspraak in de Kamerbrief van 6 juli 2021.
Afstandsnormen onderdeel van nieuwe normering
Het ministerie van IenW stelt nieuwe landelijke milieuregels op voor windparken om inwoners en milieu goed te beschermen bij de plaatsing van windmolens op land. Een milieubeoordeling is de basis voor de nieuwe milieuregels. Naast normering voor geluid, veiligheid en slagschaduw kijken we in het plan-m.e.r. (milieueffectrapport) ook naar de toepassing van een afstandsnorm. In het coalitieakkoord staat namelijk dat er heldere afstandsnormen komen voor de bouw van windmolens op land.
Het concept plan-m.e.r. en ontwerp-AMvB (Algemene Maatregel van Bestuur) liggen rond de zomer van 2023 'ter inzage' (publieke consultatie). Naar verwachting worden de nieuwe landelijke milieunormen begin 2024 vastgesteld. Onderstaand onderzoek van Generation.Energy laat de ruimtelijke impact zien van mogelijke afstandsnormen op het 'theoretisch potentieel' van wind op land. Het onderzoek van Bosch & Rijn laat zien wat afstandsnormen in de praktijk in de RES-regio’s kunnen betekenen.
Generation.Energy onderzocht op ons verzoek het theoretisch plaatsingspotentieel voor windturbines op land in Nederland. Zij keken naar afstanden op basis van 2, 3 en 4 keer tiphoogte voor 2 standaardturbines van 5 MW en 8 MW. Dat sluit aan bij de uitgangspunten van het plan-m.e.r.. Hieruit blijkt dat hoe groter de afstandsnorm, hoe minder energieopwekking door wind op land mogelijk is. Bij een afstandsnorm van 3 of 4 keer de tiphoogte ten opzichte van alle woningen, neemt het theoretisch plaatsingspotentieel voor windenergie in de RES-regio’s sterk af.
De plan-m.e.r.-procedure verwijst naar de resultaten uit deze analyse.
Adviesbureau Bosch & Van Rijn deed een aanvullend theoretisch onderzoek om beter inzicht te krijgen in de impact op RES-windzoekgebieden en de opwekambitie. Het bureau onderzocht op basis van openbaar beschikbare data wat afstandsnormen in de praktijk betekenen. En bij welke afstandsnormen zoekgebieden (gedeeltelijk) vervallen. Zij deden dit onderzoek op verzoek van de opdrachtgevers van het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie.
Het rapport maak geen onderdeel uit van de plan-m.e.r.-procedure. Het Rijk kan het gebruiken in de afweging voor de nieuwe normen.
Helpdesk Wind op Land
Een samenwerkingsverband van de Ministeries van EZK en I&W, NP RES, RVO, IPO en VNG ondersteunt provincies en gemeenten bij hun besluitvorming rondom windparken. Niet alleen met actuele informatie en een helpdesk, maar ook met best practices, kenniswerkgroepen en bijeenkomsten.
Bekijk de pagina van de Helpdesk Wind op Land
Meer weten?
- Kenniscentrum InfoMil (voor meer actuele informatie over de gevolgen van deze uitspraak)
Vragen over windenergie op land?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat