Veelgestelde vragen: CEK23 voor energieleveranciers
Op deze pagina vindt u een toelichting op een aantal onderdelen van de CEK23-regeling. Deze toelichting is tot stand gekomen volgens afspraak tussen het ministerie Economische Zaken en Klimaat (EZK) en energieleveranciers. Deze lijst wordt zo nodig regelmatig bijgewerkt.
Op zoek naar een antwoord op een specifieke vraag? Bekijk onze veelgestelde vragen pagina's:
Staat uw vraag er niet bij? Stel hem dan via het CEK23-vragenloket.
Toelichting op artikelnummers en bijlagen
Het volumeplafond geldt tot en met 37,0 GJ warmte per klant-aansluitingcombinatie in 2023.
Op grond van punt 56 van het Tijdelijk crisiskader Oekraïne moeten de lidstaten ervoor zorgen dat gedetailleerde dossiers worden bijgehouden over de toekenning van steun op grond van deze mededeling. Een limitatieve lijst* van benodigde gegevens is niet te geven. In de dossiers moeten alle gegevens staan die nodig zijn om na te gaan of aan de vastgestelde voorwaarden is voldaan. Ze moeten 10 jaar worden bewaard en op verzoek aan de commissie worden meegedeeld. Hoewel iedere lidstaat zelf verantwoordelijk is voor de dossiers, beschikken alleen de leveranciers over de benodigde gegevens.
*limitatieve lijst = een lijst waarop geen uitbreiding mogelijk is
Het volumeplafond geldt bij warmte per klant-aansluitingcombinatie. Een verdeling van volumeplafonds is uitsluitend voor elektriciteit en gas geregeld (in art. 2.5) en geldt dus niet voor warmte.
Als u geen voorschotten in rekening brengt, is het dus niet mogelijk om voorschotten te verlagen. In dat geval past u voor deze klanten het prijsplafond toe op de periodieke eindfacturen. U hoeft voor deze groep ook geen voorschotten aan te vragen op grond van artikel 6.1.3 van de regeling. U kunt volstaan met de eindnotacorrectie van de voorschotaanvraag op grond van artikel 6.1.2 van de regeling.
'De periode waar een eindfactuur voor de levering van elektriciteit, gas of warmte aan een kleinverbruikaansluiting op ziet, is ten minste één kalendermaand. Tenzij de subsidieontvanger minder dan één kalendermaand, gerekend vanaf de vorige eindfactuur, elektriciteit, gas of warmte heeft geleverd aan de kleinverbruikaansluiting.'
Dit betekent het volgende:
Er geldt een verrekenperiode van 1 kalendermaand. Alleen als er minder dan een kalendermaand geleverd is, geldt een verrekenperiode van minder dan een kalendermaand. Normaal gesproken kan dit alleen optreden als er sprake is van contractbeëindiging.
Dit is een gangbare formulering bij subsidieregelingen. 'Op elk moment' betekent dat de administratie niet alleen op een peildatum in orde moet zijn, maar actief op orde moet worden gehouden.
Het accountantsprotocol wordt afgestemd en opgesteld in overleg met de NBA en accountants van de energieleveranciers.
De regeling geeft aan welke gegevens opgevraagd kunnen worden. Als er toch nog andere gegevens nodig zijn, dan biedt deze bepaling de grondslag daarvoor. Het gaat natuurlijk alleen om gegevens die relevant zijn voor de subsidiebeslissing (art. 3:2 Awb)
Voor de toepassing van deze regeling moeten de door u gehanteerde contractuele leveringstarieven voor elektriciteit, gas of warmte in 2023 voldoen aan:
- artikel 95b van de Elektriciteitswet 1998; of
- artikel 44 van de Gaswet; of
- artikel 5 van de Warmtewet.
Dynamische prijsproducten zijn prijsproducten voor elektriciteit en gas met een dynamische component.
Aan warmteleveranciers betalen we de voorschotten per kwartaal uit. Daarbij streven we ernaar om de betaling in de eerste week van elk kwartaal te doen, overeenkomstig het voorschotschema dat bij de beschikking is gevoegd.
U heeft de genoemde gegevens in de regeling per aansluiting beschikbaar. Maar als u de gegevens bij ons aanlevert, doet u dat in 1 keer door de gegevens te verzamelen en samen te voegen in 1 bestand.
Wij adviseren gebruik te maken van de afkorting CEK23.
Bestaat het aantal kleinverbruikaansluitingen in de gemengde portfolio's in 2023 gezamenlijk 5% of meer van het totaal aantal kleinverbruikaansluitingen (binnen de reikwijdte van de regeling)? En bent u in staat om voor deze gemengde portfolio’s op klantniveau de brutomarge te bepalen? Dan berekent u een brutomarge voor dit deel kleinverbruikers in de gemengde portfolio, op basis van de volumegewogen brutomarge van dit deel, in lijn met de formule Brutomarge Elektriciteitsjaar. Dit gaat alleen over aansluitingen in de reikwijdte van de ACM-vangnetregulering en sluit multisites met zowel kleinverbruikaansluitingen als grootverbruikaansluitingen uit.
Is het gemiddeld aantal kleinverbruikaansluitingen in de gemengde portfolio’s in 2023 samen 5% of meer van het totaal aantal kleinverbruikaansluitingen (binnen de reikwijdte van de regeling)? En is het voor u niet uitvoerbaar om op klantniveau een brutomarge te bepalen? Dan wordt een brutomarge per aansluiting als volgt berekend:
- u telt de totale inkoopkosten, de risicopremies en de leveringskosten voor het gemengde portfolio bij elkaar op
- u vermenigvuldigt dit met het percentage kleinverbruikaansluitingen in dit gemengde portfolio
- de uitkomst daarvan deelt u door het aantal kleinverbruikaansluitingen in deze gemengde portfolio
(i.e. pro-rata toebedeling).
Als het contractueel leveringstarief lager is dan de plafondprijs wordt het prijsplafond niet toegepast. Deze aansluitingen worden in het eerste tariefcohort opgegeven en resulteert altijd in 0 euro aan voorschot/subsidie.
Er zit een gat tussen tariefcohorten 7 en 8 voor G. Dit moet zijn:
7: 2,28625 – 2,57202
8: 2,57203 – >
Alle opslagen en kortingen die afhankelijk zijn van het verbruik (per kWh/m3) vallen binnen het contractuele leveringstarief. Dit is onafhankelijk van de manier waarop de opslag of korting wordt berekend (percentage, vast bedrag per kWh/m3).
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat