Veelgestelde vragen circulair bouwen
Op deze pagina staan de veelgestelde vragen en antwoorden over circulair bouwen.
Ja, dat is mogelijk wanneer u een circulair gebouw meldt. Maar de investering kan maar één keer gemeld worden voor MIA.
Blijkt dat uw gebouw niet aan de eisen voor circulaire gebouwen kan voldoen? Dan is het mogelijk om de investering onder een andere code te beoordelen. Let op: u moet dan wel aan de eisen van die code voldoen.
Ja. Het gaat hier om de inzet van een GPR- of BREEAM -assessor voor de borging van de gestelde eisen in de Milieulijst-codes voor circulaire gebouwen. Het gaat hier niet om een assessmentrapport volgens de volledige maatlatmethodiek van GPR of BREEAM.
Wat er wel in het assessmentrapport voor het ontwerp moet staan, vindt u in de Milieulijst 2023 en de Handreiking Circulaire gebouwen - Milieulijst 2023. Dit toetsen wij bij de controle van de gemelde investering. Het opleverassessment mag door dezelfde assessor gevalideerd worden. Ook wij controleren dit.
Nee. Om te kunnen controleren of de MPG en het materialenpaspoort op de juiste manier zijn opgesteld, moet de assessor onafhankelijk van de opsteller zijn. En niet zelf de MPG of het materialenpaspoort opstellen.
De minimumeisen aan een materialenpaspoort vindt u in de omschrijvingen van de codes voor circulaire gebouwen. En ook in de Handreiking Circulaire gebouwen 2023. Uw bedrijf moet een plan hebben om het materialenpaspoort actueel te houden gedurende de levensduur van het gebouw. Ook moet u intern borgen dat u wijzigingen (bij verbouwingen) in het materialenpaspoort meeneemt. En dat u het materialenpaspoort overdraagt bij verkoop van het gebouw. Neem dit bijvoorbeeld mee in een kwaliteits- of ISO-systeem. En wijs een verantwoordelijke (afdeling) aan binnen uw organisatie. Wel mag een externe partij het materialenpaspoort voor u opstellen.
In onze handreiking Circulaire gebouwen staat welke resultaten van het project u verplicht moet delen. Daarnaast bent u vrij om meer informatie te delen.
Het maximale bedrag dat voor MIA in aanmerking komt is gebaseerd op de bijkomende investeringskosten voor het realiseren van een circulair gebouw in plaats van een regulier niet duurzaam gebouw. Het referentiekader hiervoor is een vergelijkbaar gebouw (qua oppervlakte, functionaliteit, enzovoort). Maar dan gerealiseerd volgens de wettelijke minimumeisen uit bijvoorbeeld het Bouwbesluit. Hoe hoger de bijkomende kosten voor het realiseren van een duurzamer gebouw, hoe hoger het MIA-voordeel.
Voorbeeld
Kost bijvoorbeeld het bouwen van een 'meer circulair' gebouw € 1.000.000 meer? Dan mag het netto fiscaal MIA-voordeel € 400.000 zijn (40% van de in aanmerking komende kosten).
Voor een middelgrote of kleine onderneming is het toegestane voordeel hoger, namelijk respectievelijk 50% en 60% van de in aanmerking komende kosten.
Bij een code G (= 45% MIA) gaan we uit van een netto fiscaal voordeel van 11,25% van het bedrag waarover u MIA toepast. In dit geval kunt u dan maximaal (€ 400.000 / 11,25%) € 3.555.555 melden voor MIA.
Bijvoorbeeld met een Excelbestand met daarin de volumes van alle toegepaste bouwmaterialen (exclusief fundering en installaties). Aan de hand van een digitaal (gebouw)ontwerp of materialenpaspoort en:
- een onderbouwd percentage hernieuwbare/biobased materialen;
- een onderbouwd percentage direct hergebruikte materialen;
- een onderbouwd percentage demontabele en herbruikbare materialen, waarbij de losmaakbaarheidsindex is berekend volgens het rapport ‘Circular Buildings- methodiek losmaakbaarheid 2.0’.
Bekijk Circular Buildings - methodiek losmaakbaarheid 2.0 (pdf)
Voor renovaties geldt dat het alleen gaat om de volumes van de toegevoegde materialen. Dit betekent dat achterblijvende materialen van bijvoorbeeld muren die blijven staan, niet meegenomen worden in de berekening.
Nee, dit tapijt meldt u onder code A 6342.
Zonnepanelen (PV-panelen) komen alleen in aanmerking voor de Vamil als deze voldoen aan de eisen van code C 6410. Dit houdt onder andere in dat deze:
- geen cadmium of fluor bevatten;
- specifiek ontworpen zijn om hoogwaardig te recyclen;
- opgenomen zijn in de Nationale Milieu Database (NMD) met een Productkaart Categorie 1;
- een terugnamegarantie van de producent hebben.
Let op: u moet de investering in zonnepanelen apart melden voor code C 6410.
Investeert u in circulaire PV-panelen? Dan komt u mogelijk ook in aanmerking voor Energie-investeringsaftrek (EIA) onder bedrijfsmiddel 251102.