Zonne-energie SCE
Wilt u als energiecoöperatie of Vereniging van Eigenaars (VvE) subsidie aanvragen voor zonnepanelen (zon-PV)? Dat kan voor installaties met een piekvermogen van 15 kWp tot en met 6 MWp.
Hoeveel vermogen heeft uw installatie?
U kunt subsidie aanvragen voor zonnepanelen in de volgende categorieën:
- kleinverbruikersaansluiting met een vermogen van 15 kWp tot en met 100 kWp
- grootverbruikersaansluiting met een vermogen van 15 kWp tot 500 kWp
- grootverbruikersaansluiting met een vermogen van 500 kWp tot en met 6 MWp
Hoeveel krijgt u per kWh?
Categorie | Basis- bedrag 2025 |
Basis- elektriciteits- prijs 2025 |
Voorlopig correctie- bedrag 2025 |
Maximum vollasturen 2025 |
Ingebruik- name- termijn |
||
€/kWh | Netlevering €/kWh |
Niet-netlevering €/kWh | Netlevering inclusief waarde GVO's €/kWh |
Niet-netlevering €/kWh | Uren/jaar | Jaren | |
Zon-PV ≥ 15 kWp en ≤ 100 kWp kleinverbruikers-aansluiting | 0,127 | 0,035 | - | 0,047 | - | 900 | 2 |
Zon-PV ≥ 15 kWp en < 500 kWp grootverbruikers-aansluiting | 0,135 | 0,035 | 0,092 | 0,057 | 0,110 | 730 | 2 |
Zon-PV gebouwgebonden ≥ 500 kWp en ≤ 6 MWp grootverbruikersaansluiting | 0,097 | 0,035 | 0,074 | 0,057 | 0,093 | 730 | 3 |
Zon-PV grondgebonden ≥ 500 kWp en ≤ 6 MWp grootverbruikersaansluiting | 0,080 | 0,035 | 0,074 | 0,057 | 0,093 | 740 | 4 |
Zon-PV grondgebonden natuurinclusief ≥ 500 kWp en ≤ 6 MWp grootverbruikersaansluiting | 0.087 | 0,035 | 0,074 | 0,057 | 0,093 | 740 | 4 |
Zon-PV drijvend op water ≥ 500 kWp en ≤ 6 MWp grootverbruikersaansluiting | 0,093 | 0,035 | 0,074 | 0,057 | 0,093 | 740 | 4 |
Teken uw installatie in
Stuur met uw aanvraag altijd een kaart of een luchtfoto van de locatie mee waarop de installatie is ingetekend. Zijn of komen er op de beoogde locatie meer installaties? Geef dit dan duidelijk aan door deze in te tekenen. Heeft u in het verleden al subsidie aangevraagd voor deze locatie (voor bijvoorbeeld de SCE of SDE (++))? Dan vermeldt u de projectnummers op de intekening. Het moet voor ons duidelijk zijn waar u welke installatie plaatst.
Vergunning
Plaatst u de zonnepanelen niet op een bestaand dak, maar:
- in een veldopstelling;
- op een nieuw te bouwen gebouw of aan een gevel (in het zicht);
- als een drijvend systeem op water;
- op een carport of een monumentaal pand?
Dan stuurt u met de subsidieaanvraag een omgevingsvergunning mee. Dit kan een bestaande WABO-vergunning zijn of een omgevingsvergunning op grond van de Omgevingswet.
Extra voorwaarden voor 'grondgebonden natuurinclusief'
Voor aanvragen in de categorie ‘grondgebonden natuurinclusief’ gelden 4 extra voorwaarden om meer rekening te houden met de natuur. Deze voorwaarden moeten ook in de vergunning staan. Het gaat om de volgende voorwaarden:
- Van bovenaf gezien moet er minimaal 25% open ruimte tussen de tafels met zonnepanelen zijn.
- U zorgt voor een inrichtingsplan en een beheerplan die beschrijven wat u doet om te voorkomen dat de bodemkwaliteit, de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit tijdens de subsidieperiode achteruitgaan.
- U houdt de effecten bij van de installatie op de bodemkwaliteit, waterkwaliteit en biodiversiteit. Als het nodig is, neemt u extra maatregelen om te voorkomen dat deze tijdens de subsidieperiode achteruitgaan.
- U doet een nulmeting om de huidige waarde van de bodemkwaliteit, de waterkwaliteit en de ecologische kwaliteit vast te stellen.
Geen vergunning nodig?
Vindt u dat voor uw installatie geen vergunning nodig is? Stuur dan met de aanvraag een verklaring mee van de instantie die de vergunning afgeeft waaruit dit blijkt.
Wilt u meer weten over vergunningen? Ga dan naar het Omgevingsloket.
Klein- of grootverbruikersaansluiting?
U sluit uw installatie aan op het elektriciteitsnet via een klein- of grootverbruikersaansluiting. Een kleinverbruikersaansluiting is een aansluiting op het elektriciteitsnet met een totale maximale doorlaatwaarde van maximaal 3 x 80 ampère. Dit moet een zuiver terugleverallocatiepunt zijn, omdat u niet gelijktijdig gebruik mag maken van de SCE en de salderingsregeling.
Een grootverbruikersaansluiting is een aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde van meer dan 3 x 80 ampère. Installaties met een grootverbruikersaansluiting kunnen geen gebruikmaken van de salderingsregeling.
U mag uw productie-installatie ook aansluiten op het elektriciteitsnet via de aansluiting van een naastgelegen adres. U plaatst uw installatie op de locatie waarvoor de subsidie is afgegeven.
Wilt u één productie-installatie op 2 naastgelegen locaties plaatsen? Of heeft uw locatie meerdere huisnummers? U beschrijft dit dan duidelijk in uw subsidieaanvraag.
Levert u alle elektriciteit terug aan het net?
De regeling stelt eisen aan de aansluiting en het 'allocatiepunt' waarop de productie-installatie wordt aangesloten op het elektriciteitsnet. Een allocatiepunt is een meetpunt waaraan een marktpartij is gekoppeld om meetdata mee uit te wisselen.
U heeft een kleinverbruikersaansluiting
Krijgt u subsidie voor een installatie die is aangesloten op een kleinverbruikersaansluiting (met een totale doorlaatwaarde van maximaal 3 x 80 A)? Dan bent u verplicht alle elektriciteit aan het net te leveren. En u moet de productie-installatie hebben aangesloten op een zuiver terugleverallocatiepunt. Dit betekent dat uw installatie technisch gescheiden is van andere installaties achter de aansluiting.
Dit is om te voorkomen dat u naast de SCE ook gebruik kunt maken van de salderingsregeling. Bij de salderingsregeling verrekent het energiebedrijf de teruggeleverde elektriciteit met de elektriciteit die u van het net afneemt. Als u voor deze elektriciteit ook subsidie zou krijgen, dan zou u dubbel voordeel krijgen. Om dat te voorkomen is een zuiver terugleverallocatiepunt nodig. De subsidie berekenen wij op basis van het tarief voor netlevering.
U heeft een grootverbruikersaansluiting
Heeft u een installatie die is aangesloten op een grootverbruikersaansluiting? Dan kunt u niet salderen. Daarom is eigen verbruik van de geproduceerde elektriciteit bij een grootverbruikersaansluiting wel toegestaan. Een zuiver terugleverallocatiepunt is daarbij niet nodig.
Uw elektriciteitsproductie bestaat voor een deel uit teruglevering (netlevering) en een deel eigen verbruik (niet-netlevering). Hiervoor gelden verschillende basisenergieprijzen en correctiebedragen. Uw financieel voordeel is groter als u de opgewekte elektriciteit zelf gebruikt, omdat u dan geen energiebelasting en transportkosten betaalt. Daarom geldt voor ‘eigen gebruik’ een hoger correctiebedrag. U krijgt voor die elektriciteit dus minder subsidie per kWh.
50% netaansluiting bij grootverbruikersaansluiting
Sluit u uw installatie aan op het elektriciteitsnet met een grootverbruikersaansluiting? Dan mag het 'additionele gecontracteerde terugleververmogen' maximaal 50% zijn van het piekvermogen van de installatie. Dit is vanaf 2023 een eis, omdat het elektriciteitsnet erg vol is. Dit betekent dat de teruglevercapaciteit die u voor de nieuwe installatie afspreekt in uw contract met de netbeheerder maximaal 50% van het piekvermogen van de zonnepanelen mag zijn. Hierdoor gaat een klein beetje opbrengst verloren, maar zo maken we meer ruimte op het elektriciteitsnet. Ook kunnen we dan meer duurzame energieprojecten realiseren.
Is uw dak geschikt?
Weet u of uw dak geschikt is? Of welke aanpassingen u (nog) moet doen om uw dak geschikt te maken? Maak een goede analyse van het dak waarop u de installatie plaatst. Daarmee zorgt u voor een snelle realisatie binnen de uiterste ingebruiknametermijn die voor uw project geldt.
- Bereken het beschikbare dakoppervlak goed.
- Houd rekening met dakramen en klimaatinstallaties die op het dak staan.
- Laat een expert bepalen of het dak voldoende draagkracht heeft voor de installatie.
De uitkomst hiervan geeft u aan in de dakconstructieverklaring die u meestuurt met de aanvraag. Er zijn 2 verschillende verklaringen:
- Modelverklaring geschiktheid dak of gevel;
- Modelverklaring draagkracht dakconstructie.
Voor zon-PV in de categorieën tot 500 kWp gebouwgebonden stuurt u bij uw aanvraag de 'Modelverklaring geschiktheid dak of gevel' mee. Hierin geeft u aan wat de staat is van het dak waarop u de zon-PV-installatie realiseert. In deze verklaring vult u in welke eventuele maatregelen u neemt om het dak geschikt te maken. De controle van het dak hoeft u niet door een erkend constructeur te laten uitvoeren. U moet hiervoor wel de Modelverklaring geschiktheid dak of gevel gebruiken.
Voor zon-PV in de categorie groter dan of gelijk aan 500 kWp gebouwgebonden stuurt u met de aanvraag een verklaring mee van een erkend constructeur over de belastbaarheid van het dak of de gevel volgens het Bouwbesluit 2012. Hiervoor gebruikt u de Modelverklaring draagkracht dakconstructie.
U mag alleen de modelverklaringen gebruiken. Deze vindt u onder stap 1 in het stappenplan van Uw aanvraag voorbereiden. Een eigen gemaakte verklaring voldoet niet aan de voorwaarden van de regeling.
Vragen over de SCE?
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei