Voorwaarden Subsidieregeling Versterking Omgevingsveiligheid industriële activiteiten (SVO)
U leest op deze pagina alles over de voorwaarden van de Subsidieregeling Versterking Omgevingsveiligheid industriële activiteiten (SVO).
Projecttypen
In 2022 kunt u weer subsidie aanvragen voor 4 projecttypen:
- Projecttype a: proces- en organisatie-innovatie - een project dat zorgt voor een nieuwe organisatiemethode of een nieuwe of sterk verbeterde productie- of leveringsmethode.
- Projecttype b: opleiding - een project voor kennisoverdracht.
- Projecttype c: milieustudie - een studie die de investeringen in beeld brengt om de omgevingsveiligheid te verbeteren.
- Projecttype d: extern advies – een advies voor een kleine of middelgrote onderneming over de versterking van de interne veiligheidscultuur of de interne borging van de veiligheid van het bedrijf.
Voorwaarden
Uw aanvraag moet aansluiten op het doel van de SVO en gaat over een of meer van de volgende thema’s:
- veiligheidscultuur
- ketenverantwoordelijkheid
- duurzaam assetmanagement
- transparante sector
- veilige bedrijventerreinen en clusters
- hoogwaardige kennis van omgang met gevaarlijke stoffen en risicovolle processen
- U bent een natuurlijk persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening en risico activiteiten uitvoert die ten goede komen aan de Nederlandse economie.
- Het project is nog niet gestart voordat de subsidieaanvraag is ingediend. U bent nog geen verplichtingen aangegaan voor het moment van indiening van de subsidieaanvraag.
- Uw project is technisch en economisch haalbaar.
- U heeft de financiering van uw eigen aandeel in de projectkosten bijna rond.
- Een projectdeelnemer komt per kalenderjaar voor maximaal € 200.000 subsidie in aanmerking.
- Daarnaast geldt een maximaal subsidiebedrag van € 500.000 voor projecten van het type a, b en c. En maximaal € 10.000 voor projecten van het type d.
- Voor projecttype d is de subsidie 50% van de subsidiabele kosten. Voor projecttypen a, b en c varieert dit percentage. Dit is afhankelijk van de soort organisatie (MKB, grootbedrijf, omgevingsdienst etc.) en of het project over een speerpunt gaat.
- Kan uw initiatief na afronding commercieel benut worden? Dan valt deze niet onder de SVO.
Vraagt u subsidie aan voor de projecttypen a, b of c? Dan gelden ook de volgende voorwaarden:
- U besteedt het project niet volledig uit. Inhuur van derden telt niet als daadwerkelijke samenwerking voor eigen rekening en risico.
- Uw aanvraag wordt ingediend door een penvoerder van een branche-, cluster- of ketensamenwerkingsverband of door een brancheorganisatie.
Voor projecttype a geldt: als een grote onderneming deelneemt aan het project en subsidie wil ontvangen, dan moeten de kleine of middelgrote organisaties die deelnemen minimaal 30% van de subsidiabele kosten dragen.
Samenwerkingsverbanden
Een samenwerkingsverband dat projecttype a, b of c uitvoert komt in aanmerking voor de SVO. Een samenwerkingsverband is een verband dat geen rechtspersoonlijkheid bezit. Deze bestaat uit ten minste 2 deelnemers. En is opgericht voor de versterking van de omgevingsveiligheid. Het project kan ook alleen uitgevoerd worden door een brancheorganisatie.
Er zijn 3 soorten samenwerkingsverbanden die subsidie kunnen aanvragen:
Branchesamenwerkingsverband
Een branchesamenwerkingsverband bestaat uit 2 of meer ondernemingen uit dezelfde branche. Onder branche verstaan we een groep ondernemingen die soortgelijke activiteiten uitvoeren met gevaarlijke stoffen of risicovolle processen.
Ketensamenwerkingsverband
Een ketensamenwerkingsverband bestaat uit 2 of meer ondernemingen in een keten. Het gaat hier om het uitvoeren van activiteiten met gevaarlijke stoffen of risicovolle processen in de toe- of afleveringsketen.
Clustersamenwerkingsverband
Een clustersamenwerkingsverband is een locatiegericht samenwerkingsverband van in ieder geval 2 ondernemingen die activiteiten uitvoeren met gevaarlijke stoffen of risicovolle processen.
Thema's
Veiligheidscultuur
Onder veiligheidscultuur verstaan we een hoog veiligheidsbewustzijn binnen de gehele onderneming. Een onderneming met een sterke veiligheidscultuur reageert proactief op tekortkomingen. Men is zich continu bewust van risico's en actief bezig met het beheersen daarvan.
Ketenverantwoordelijkheid
Bij ketenverantwoordelijkheid gaat het om de verantwoordelijkheid die een onderneming heeft voor de veiligheidsprestatie van de ondernemingen waarmee zij zaken doet. Ketenverantwoordelijkheid sluit nauw aan bij een sterke veiligheidscultuur. Ketenverantwoordelijkheid uit zich in elkaar scherp houden en durven aan te spreken, elkaar ondersteunen om veiligheidsprestaties in de keten te verbeteren. Als laatste stok achter de deur kan een contractuele relatie worden beëindigd als de veiligheidsprestaties onvoldoende blijven.
Duurzaam asset management
Duurzaam asset management gaat over inspectie, onderhoud en vervanging van (petro-)chemische productie- en opslaginstallaties om het effect van veroudering op de veiligheid te beheersen.
Transparante sector
Een transparante sector bestaat uit ondernemingen die kennis uitwisselen over best practices en (bijna-)incidenten om daarvan te leren. De ondernemingen zijn naar hun omgeving, burgers en overheden transparant over hun prestaties op het gebied van veiligheid.
Veilige bedrijventerreinen en clusters
Het gaat hier om veiligheidscultuur, onderlinge samenwerking, uitwisseling van veiligheidsinformatie en eventueel ook lokale ketenverantwoordelijkheid. Clustering van ondernemingen die op een industrieel bedrijventerrein werken met gevaarlijke stoffen leidt tot minder risicovolle activiteiten in gebieden waar veel mensen verblijven. Samenwerking van ondernemingen op locatie kan ook zorgen voor verminderd gebruik en transport van gevaarlijke stoffen. En tot meer investeringen in maatregelen om de schadelijke effecten van incidenten te beperken (bundeling van repressieve middelen).
Hoogwaardige kennis
Hoogwaardige kennis is onderwijs, ontwikkeling en borging van kennis. Het gaat daarbij om:
- de ontwikkeling en invoering van veiligheidsleerplannen voor elke medewerker die te maken heeft met gevaarlijke stoffen en risicovolle processen;
- de ontwikkeling en toepassing van kennis over het gebruik van minder gevaarlijke of ongevaarlijke stoffen. En van minder risicovolle of niet-risicovolle processen.
- Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat