Vaste Lasten Evenementenbranche (VLE) Q1 2021
Voor januari tot en met maart 2021 kwamen ondernemers in de evenementenbranche mogelijk in aanmerking voor de subsidie Vaste Lasten Evenementenbranche (VLE). Zij moesten TVL hebben ontvangen voor de periode juni-september 2020 én lage vaste lasten hebben (maximaal € 3.000).
VLE Q1 2021 voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2021 is gesloten. U kon de VLE Q1 2021 aanvragen tot en met 26 mei 2021, 17:00 uur.
Let op: mogelijk kwam u als ondernemer in de evenementenbranche óók in aanmerking voor de Subsidieregeling evenementen. Deze subsidie vergoedde gemaakte kosten na het organiseren van een evenement dat de overheid verbood vanwege de coronamaatregelen. Dit was een andere regeling dan de VLE, met andere voorwaarden.
Verlaging vaste lasten drempel
Voor de TVL Q1 2021 gold een lagere vaste lasten drempel: in plaats van € 3.000 was deze € 1.500. Ondernemers in de evenementenbranche die door deze verlaging toch in aanmerking kwamen voor de TVL Q1 2021, konden voor een aanvulling óók aanspraak maken op de VLE. Dit gold alleen als de subsidie voor de VLE Q1 2021 hoger was dan die van de TVL Q1 2021. Dit was nog niet het geval bij de VLE Q4 2020.
Voorwaarden VLE Q1 2021
Ondernemers moesten voor de VLE Q1 2021 aan de volgende voorwaarden voldoen:
- U had in juni tot en met september 2020 TVL aangevraagd én gekregen.
- Uw aandeel vaste lasten voor het 1e kwartaal 2021 lag onder de € 3.000. We gingen hierbij uit van de referentieomzet in het 1e kwartaal van 2019, tenzij u vanaf of ná 1 januari 2019 ingeschreven was in het Handelsregister van KVK. Meer uitleg hierover leest u bij het aanvraagproces voor de VLE Q1 2021.
- U verdiende in het 2e en 3e kwartaal van 2019 minimaal 50% van uw omzet aan publieke evenementen. U kon dit laten zien met een opgave van uw evenementenomzet.
- U had in het 2e en 3e kwartaal van 2019 publieke evenementen georganiseerd, producten of diensten geleverd aan publieke evenementen of locaties voor publieke evenementen beschikbaar gesteld. U kon dit laten zien. Denk aan vergunningen, facturen, verklaringen van organisatie, locatiehuur, bewijs van levering, opbrengst van kaartverkoop en/of een verklaring van een boekhouder.
- U stond op 14 september 2019 ingeschreven in het Handelsregister van KVK.
- Uw onderneming was niet failliet en had geen uitstel (surseance) van betaling aangevraagd.
Wat verstonden we onder een evenement?
Eén van de voorwaarden was, dat u in het 2e en 3e kwartaal van 2019 minimaal 50% van uw omzet verdiende aan evenementen. Bij de VLE Q1 2021 verstonden we onder 'evenement' een georganiseerde, eenmalige en voor het publiek toegankelijke gebeurtenis, bijgewoond door een verzameling mensen. Dat betekende het volgende:
- De evenementen waren voor het publiek toegankelijk. Het evenement was gratis of er was toegang mogelijk door een kaartje te kopen. Er was reclame voor het evenement/congres of deelnemers hadden toegang op uitnodiging van de organisatie. Denk aan kermissen, sportevenementen, festivals, publiekelijk toegankelijke congressen en beurzen.
- Besloten gebeurtenissen zoals bruiloften, privéfeesten, productlanceringen en bedrijfsevenementen rekenden we niet mee, omdat ze niet publiek toegankelijk zijn.
- Het evenement was georganiseerd en eenmalig. Spontane gebeurtenissen vielen hierbuiten: er moest sprake zijn van voorafgaande organisatie.
- Gebeurtenissen als onderdeel van een normale bedrijfsvoering hadden geen bijzonder, eenmalig karakter en telden dus niet mee. Denk hierbij aan een tentoonstelling in een museum, een drinkgelegenheid met dansmogelijkheid of een sportclub bij sportwedstrijden.
- Het evenement werd (buiten de coronamaatregelen om) bijgewoond door een verzameling mensen, binnen een tijdvak en in een inrichting of op een terrein. Alleen bij evenementen met fysiek publiek kwam u in aanmerking. Online evenementen vielen hierbuiten.
Kwam u in aanmerking voor de VLE Q1 2021 en de TVL Q1 2021?
Kwam u voor de TVL Q1 2021 én de VLE Q1 2021 in aanmerking? Dan raadden wij u zeker aan om beide tegemoetkomingen aan te vragen. Met uw vastgestelde subsidie voor de TVL Q1 2021 keken we of u in aanmerking kwam voor een aanvulling vanuit de VLE Q1 2021.
Vaste lasten hoger dan € 1.500 en lager dan € 3.000
Voldeed u aan de voorwaarden voor zowel de TVL Q1 2021 als de VLE Q1 2021? En was uw vaste-lasten-aandeel hoger dan € 1.500 maar lager dan € 3.000? Dan vulden wij het bedrag dat u kreeg van de TVL Q1 2021 aan tot het bedrag van de VLE Q1 2021. Dit gebeurde als het bedrag van de TVL Q1 2021-subsidie lager uitkwam dan het bedrag van de VLE Q1 2021. Let op: u ontving deze aanvulling pas ná de vaststelling van de TVL Q1 2021.
Vaste lasten lager dan € 1.500
Stel: u voldoet aan de voorwaarden voor VLE Q1 2021 en uw vaste lasten aandeel is lager dan € 1.500. Dan komt u niet in aanmerking voor TVL Q1 2021. Wij behandelen uw aanvraag zonder dat dit afhangt van TVL Q1 2021.
Aanvragen
U kon de VLE Q1 2021 aanvragen van 26 april 2021 (12:00 uur) tot en met 26 mei 2021 (17:00 uur).
Hoe berekenden we de VLE Q1 2021?
Bij het berekenen van de subsidie gingen we uit van het vastgestelde subsidiebedrag van de TVL juni - september 2020. De subsidie VLE Q1 2021 was 33,3% van de TVL juni - september 2020, met een minimum van € 1.500 en een maximum van € 16.667. Daarnaast keken we voor de berekening van de VLE Q1 2021 of u in aanmerking kwam voor de TVL Q1 2021 met uw aandeel vaste lasten over het 1e kwartaal. Was voor uw totale kosten van het 1e kwartaal het aandeel van uw vaste lasten:
- Minder dan € 1.500? Als u aan alle voorwaarden van VLE Q1 2021 voldeed, ontving u 33,3% van de TVL juni - september 2020. U ontving minimaal € 1.500 en maximaal € 16.667.
- Tussen de € 1.500 en € 3.000? Als u aan alle voorwaarden van de VLE Q1 2021 voldeed, werd uw vastgestelde subsidiebedrag van de TVL Q1 2021 in mindering gebracht op subsidiebedrag van de VLE Q1 2021. Lag het vastgestelde bedrag van uw TVL Q1 2021-subsidie hoger dan het subsidiebedrag van de VLE Q1 2021? Dan had u helaas geen recht op aanvulling.
Let op: werd uw subsidiebedrag voor de TVL juni - september 2020 na het doorgeven van uw definitieve omzet vastgesteld op € 0? Dan kwam u helaas niet in aanmerking voor de VLE Q1 2021.
Rekenvoorbeeld 1: vaste lasten lager dan € 1.500
Evenementenbureau A kon door corona sinds maart 2020 geen enkel evenement organiseren. Het percentage vaste lasten voor deze SBI-code was vastgesteld op 25% van de omzet. Evenementenbureau A ontving € 12.500 subsidie voor de periode juni tot en met september 2020 (TVL juni - september 2020). In de winter van 2019 waren er weinig evenementen. Met een referentieomzet van € 5.800 in het 1e kwartaal van 2019 haalde het bureau de vaste lasten-drempel van € 1.500 niet. Het bureau kwam dus niet in aanmerking voor de TVL Q1 2021 (vaste lasten TVL Q1 2021: € 5.800 x 25% = € 1.450). Het bureau voldeed wél aan alle voorwaarden van de VLE Q1 2021 en ontving voor het 1e kwartaal van 2021 33,3% van de TVL-subsidie juni - september 2020. Dat was € 4.163 (€ 12.500 x 33,3%).
Rekenvoorbeeld 2: vaste lasten tussen € 1.500 en € 3.000
Ook evenementenbureau B kreeg geen opdrachten voor evenementen binnen door corona sinds maart 2020. Er was sprake van 100% omzetverlies. Het percentage vaste lasten voor deze SBI-code was vastgesteld op 25% van de omzet. Evenementenbureau B ontving € 18.000 subsidie voor de periode juni tot en met september 2020 (TVL juni - september 2020). In de winter van 2019 waren er weinig evenementen. Met een referentieomzet van € 10.000 in het 1e kwartaal van 2019 zat het bureau voor de vaste lasten-drempel op € 2.500. Het bureau kwam hiermee dus in aanmerking voor de TVL Q1 2021 (vaste lasten TVL Q1 2021: € 10.000 x 25% = € 2.500). Het bureau voldeed aan alle voorwaarden van de VLE Q1 2021 waardoor het subsidiebedrag voor verrekening met de TVL Q1 dan 33,3% van de TVL-subsidie juni - september 2020 bedroeg. Dat was € 5.994 (€ 18.000 x 33,3%).
Omdat evenementenbureau B voldeed aan de voorwaarden voor de TVL Q1 2021, keken we wat het verschil was tussen het subsidiebedrag voor de TVL Q1 2021 en het subsidiebedrag voor de VLE Q1 2021. Stel, uw subsidiebedrag van de TVL Q1 2021 werd vastgesteld op € 1.500, dan trokken we dit af van het VLE subsidiebedrag. Het bureau ontving nog € 4.494 (€ 5.994 - € 1.500) voor het 1e kwartaal van 2021.
Meer weten?
- Bekendmaking aanvullingen subsidieregeling (Staatscourant, 23 april 2021)
Vragen over de VLE?
- Ministerie van Economische Zaken en Klimaat