Aanlandplicht

Laatst gecontroleerd op:
6 december 2024
Gepubliceerd op:
17 juli 2023

Vangt u vissoorten waarvoor vangstbeperkingen (quota) gelden? Meestal mag u vis dan niet overboord gooien in de wateren van de Europese Unie (EU). U moet deze aanlanden. Er zijn wel uitzonderingen op deze aanlandplicht.

Waarom aanlandplicht?

In de EU bestaat de aanlandplicht om te voorkomen dat vissers te veel vis teruggooien in zee. Eerst moesten vissers de ondermaatse vis en over-quota-vis teruggooien. Niet alle vissoorten overleven dit. Daarom moet u deze vis aanlanden. Zo verspillen we minder voedsel. Ook hoopt de EU dat vissers selectiever gaan vissen.

Welke soorten landt u aan?

U landt maatse en ondermaatse vis aan van vissoorten waarvoor een vangstbeperking geldt. Dit geldt voor alle gequoteerde soorten. Deze vis wordt geregistreerd en in mindering gebracht op het quotum. Dit geldt ook als u niet gericht op deze soorten vist. Aan boord houdt u de ondermaatse vis gescheiden van de maatse vis.

Welke soorten zet u terug?

U mag niet alle vis aanlanden. Ook zijn er soorten die u niet hoeft aan te landen.

Deze vis moet u terugzetten:

  • ondermaatse vis van soorten waarvoor geen vangstbeperking geldt, maar wel een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte;
  • soorten waarvoor een vangstverbod geldt;
  • vis die door roofdieren is aangevreten.

Deze vis mag u terugzetten:

  • vis waarvoor geen vangstbeperking of vangstverbod geldt, en geen minimuminstandhoudingsreferentiegrootte;
  • maatse vis van soorten waarvoor geen vangstbeperking of vangstverbod geldt, maar wel een minimuminstandhoudingsreferentiegrootte;
  • soorten waarvoor een uitzondering geldt op het vangstverbod, als deze uitzondering voor u van toepassing is;
  • soorten waarvoor een uitzondering geldt op basis van hoge overleving, als deze uitzondering voor u van toepassing is;
  • soorten waarvoor een de-minimisvrijstelling geldt, als deze vrijstelling voor u van toepassing is.

Teruggegooide vis noemen we discards. U registreert alle discards in uw elektronisch logboek.

Vrijstellingen in de Noordzee en de noordwestelijke wateren

De huidige regionale teruggooiplannen voor bepaalde visserijen gelden van 2024 tot en met 2027. Als wetenschappelijk is aangetoond dat vissen een hoge overlevingskans hebben, hoeft u deze niet aan te landen. Ook zijn er de-minimisvrijstellingen. Op basis hiervan mag u bepaalde hoeveelheden teruggooien. Is deze hoeveelheid bereikt? Dan landt u deze soorten wel aan.

U vindt de vrijstellingen onder Details vrijstellingen per visserij.

Welke gebieden?

De teruggooiplannen gelden voor specifieke visserijen in bepaalde regio’s. Voor Nederlandse vissers zijn deze gebieden van het teruggooiplan voor de Noordzee en het teruggooiplan voor de westelijke wateren belangrijk:

  • Noordzee: ICES-sectoren 3a en ICES-deelgebied 4
  • Noordwestelijke wateren: ICES-deelgebieden 5, 6 en 7

De bepalingen en uitzonderingen die in deze plannen staan, gelden voor de demersale en de pelagische visserijen.

Vanaf 1 januari 2024 vervallen 2 vrijstellingen in de noordwestelijke wateren. Het gaat om de vrijstellingen voor:

  • diverse soorten (alleen ondermaats) in de garnalenvisserij in ICES-sector 7a;
  • witte tonijn in de visserij met pelagische trawls in ICES-deelgebied 7. 

Details vrijstellingen per visserij

In het pdf-bestand Vrijstellingen op de aanlandplicht in de Noordzee en de noordwestelijke wateren leest u voor welke visserijen de uitzonderingen gelden. Hierin staan ook de voorwaarden. Soms staan er ook specifieke voorschriften bij.

Registreer teruggegooide vis in uw logboek

U registreert alle discards in uw elektronisch logboek. Dit doet u met een DIS-bericht. U geeft altijd de reden op waarom u de vis teruggooit. Er zijn 5 redenen waarom u een vangst moet of mag teruggooien.

Keuzelijst reden van teruggooi in elektronisch logboek
Reden Toelichting
DIM De-minimisvrijstelling
HSV Uitzondering hoge overleving  
NLO Soort waarvoor geen vangstbeperking en dus geen aanlandplicht geldt
PDM Verminkte vis
PRO Verboden soort

 

Voorbeeld

Om duidelijk te maken hoe u uw discards registreert, geven we hier een voorbeeld.

Situatie

  • U vist met een boomkor met een maaswijdte van 80 mm. Deze is uitgerust met een Vlaams paneel.
  • U heeft ongewenste bijvangst van ondermaatse schol, ondermaatse tong, tarbot, rog, wijting en schar in ICES-deelgebied 4.
  • U vangt maatse en ondermaatse zeebaars.
  • U vangt een kabeljauw die door zeehonden is verminkt.

Hoe registreert u de vangsten uit dit voorbeeld?

Hoe u welke soort registreert, leest u in de tabel.

Hoe registreert u welke vangsten uit dit voorbeeld?
Vissoort Wel of niet terugzetten? Waarom? Reden in elektronisch logboek
Ondermaatse schol U mag de vis terugzetten. Hoge overleving (vrijstelling voor BT2, door de uitvoering van een routekaart voor de volledig gedocumenteerde visserij) HSV
Tarbot U mag de vis terugzetten. Hoge overleving (vrijstelling voor BT) HSV
Rog U mag de vis terugzetten. Hoge overleving (vrijstelling voor alle vistuigen) HSV
Ondermaatse tong U mag de vis terugzetten. De-minimisvrijstelling (vrijstelling BT2 door gebruik Vlaams paneel) DIM
Ondermaatse wijting U mag de vis terugzetten. De-minimisvrijstelling (vrijstelling voor BT2) DIM
Schar U mag de vis terugzetten. Geen aanlandplicht, omdat er geen vangstbeperking is voor deze soort. NLO
Ondermaatse zeebaars U moet de vis terugzetten. Er is een vangstverbod voor deze soort. PRO
Maatse zeebaars

U mag de vis aan boord houden en aanlanden. Hiervoor geldt in januari een maximale hoeveelheid van 3.800 kilo.

Heeft u dit opgevist? Dan moet u daarna ook de maatse vis terugzetten.

Er is een vangstverbod voor deze soort en er is een uitzondering voor onvermijdelijke vangsten.  PRO
Verminkte vis U moet de vis terugzetten. Incidenteel gevangen (dode) vissen die zijn aangevreten door roofdieren (zoals zeehonden, roofvissen en vogels) moet u teruggooien. Deze vissen kunnen een gezondheidsrisico vormen. PDM

 

Hoeveelheden voor ongewenste vangsten

Door de aanlandplicht zijn sommige quota opgesplitst in gewenste en ongewenste vangsten. Nederland reserveert het deel gewenste vangsten voor aanlandingen van maatse vis. Een deel van de quotum-ophoging voor ongewenste vangsten reserveren we voor aanlandingen van ondermaatse vis. En een deel gebruiken we voor aanlandcontingenten. Dit noemen we het nationaal beheerde quotum.

We halen de vangsten van ondermaatse vis niet af van uw contingent. Is de hoeveelheid ondermaatse vis die wordt aangeland groter dan de hoeveelheid die hiervoor is gereserveerd? Dan halen we deze hoeveelheid wél van uw contingent. Dit kan betekenen dat u uw contingent eerder helemaal heeft benut.

Hoeveelheden gewenste en ongewenste vangst 

De quotumhoeveelheden en het deel gewenste en ongewenste vangsten vindt u in de tabel. Hierin staan alleen de gecontingenteerde bestanden waarvan wij de hoeveelheden voor ongewenste vangsten apart beheren. 

Quotumhoeveelheden en deel gewenste en ongewenste vangsten
Soort Bestandscode Quotum 2024
(ton)
Gewenste vangsten
(ton)
Verandering maatse vis 
2024 vergeleken met 2023
Nationaal beheerd quotum voor ongewenste vangsten (ton) Nationaal beheerd quotum voor ongewenste vangst (% van quotum)
Kabeljauw COD/2A3AX4 1.972 1.627 + 8,6% 345 17,5%
Tong SOL/24C 2.423 2.191 - 62,8% 232 9,6%
Schol PLE/2A3AX4 36.303 22.446 - 20,7% 13.858 61,7%
Wijting WHG/2AC4 3.058 2.201 + 113% 857 38,9%

Wetten en regels

Wilt u meer weten over de aanlandplicht? Of over de vrijstellingen in de Noordzee en de noordwestelijke wateren? U leest alles hierover in Gedelegeerde verordening (EU) 2023/2459 voor de Noordzee en in Gedelegeerde verordening (EU) 2023/2623 voor de noordwestelijke wateren. 

Bent u tevreden over deze pagina?