Verslag IEA-Kennisevenement: Op weg naar een klimaatneutraal energiesysteem
Op 10 december kwamen 120 bezoekers naar het Philips Stadion in Eindhoven voor het IEA-Kennisevenement. Normaal gesproken lopen hier PSV-spelers en supporters, maar dit keer werd er vooral gepraat over de energiesector. Op deze pagina leest u het verslag van dit evenement.

De bezoekers volgden een middagprogramma over (internationale) strategie, samenwerking en plannen voor de energiesector. Het evenement begon met een netwerklunch, waar de deelnemers al volop met elkaar in gesprek gingen. Daarna volgde een algemeen programma met een interactieve paneldiscussie, verdiepende break-outsessies en een netwerkborrel in het Sportcafé.
Algemeen deel
Lisanne Brummelhuis (Senior Policy Advisor Energy Innovation, Ministerie van Klimaat en Groene Groei) opende het algemene programma. Ze sprak over de wereldwijde clean tech-race en de positie van Nederland en Europa: "Er ligt een druk op Nederland om belangrijke doelen te halen de komende jaren. We kijken naar nieuwe samenwerkingen en zetten in op innovatie, ontwikkeling en onderzoek. Het is belangrijk om het bedrijfsleven te betrekken in de plannen van de overheid."
Na de inleiding nam Lucas Boehlé (Energy Efficiency Analyst, International Energy Agency) het woord. Dit jaar viert het IEA het 50-jarig bestaan. Boehlé nam het publiek mee naar eerdere jaren en mijlpalen van de organisatie. Een indrukwekkend overzicht. Daarnaast zoomde hij in op de thema's voor 2025: Energy & AI, Energy Security en Energy Competitiveness.

Thema's IEA 2025
Boehlé benadrukte dat de energiesector, technologie en beleidsmakers samen de invloed van kunstmatige intelligentie (AI) moeten bespreken. Mogelijkheden zijn onder meer het gebruik van algoritmes en het afstellen van toepassingen. Een uitdaging die we hierin moeten meenemen, is dat datacenters minder energie gaan gebruiken. Het IEA werkt aan het voorkomen, beperken en beheersen van energieverstoringen en -crises. Daarom is veiligheid een belangrijk thema en organiseren we regelmatig Emergency Response Exercises (ERE).
Via een simulatie krijgt het publiek een goed beeld van een bepaalde situatie. Daarnaast besprak Boehlé met het publiek de concurrentie binnen de clean tech-race. En waar Nederland en Europa staan. Het is een combinatie van thema's die vooral vragen opriep over de cijfers. Boehlé zorgde voor onderbouwde antwoorden en benadrukte de grote uitdagingen waar Nederland voor staat.
Bezoekers van kennisinstellingen, het onderwijs, bedrijven en overheid vonden hun weg naar Eindhoven. Ook nieuwe gezichten, zoals een groep studenten, hoorden meer over de actuele ontwikkelingen en mogelijkheden tot samenwerken. Meerdere sprekers benadrukten hoe belangrijk de kennis en passie van de nieuwe generatie is. Deze generatie zet zich actief in voor de energiedoelstellingen.
Paneldiscussie
Onder leiding van Marian Poolen (Manager Energy Innovation, RVO) namen experts de bezoekers mee in een paneldiscussie over de kansen en uitdagingen van de energietransitie. De deelnemers waren vertegenwoordigers van:
- Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG)
- Topsector Energie
- JongRegio
- YesAndMore
In 2050 moet de energievoorziening bijna helemaal duurzaam zijn. Fonz Dekkers (KGG) besprak de uitdagingen per sector. En het voordeel van een internationale richting met duidelijke prioriteiten. Bezuinigingen verminderen middelen en personeel, waardoor samenwerking met het bedrijfsleven belangrijk is. De andere panelleden brachten een nuance aan en zien graag (ook) oplossingen op lokaal niveau.
Dennis Kerkhoven (YesAndMore) speelde met de onderwerpen place-based investment en veerkrachtige gemeenschappen. Hij adviseert om te denken vanuit gebieden en daarmee een maatschappelijk en financieel rendement te behalen. Zo zijn use-cases op schaal een goede start en makkelijk haalbaar.
Ismaïl Sarti (JongRegio) pleit voor het laten meedenken, meebeslissen en meepraten van jongeren over beleid. Hij ziet te weinig jongeren in stuurgroepen, terwijl zij een sterke mening over actuele thema's hebben. Zij vinden het belangrijk om de klimaatdoelen te halen, voor zichzelf en hun kinderen.
Jörg Gigler wilde het publiek prikkelen met zijn 'harde contracten' voor internationale samenwerking. Hij hoopt op meer samenwerking in Europa, maar ziet vooral regionale oplossingen. "Dit evenement is belangrijk om kennis te delen."
Bert Stuij sloot de paneldiscussie af met een oproep om kennis en hulpmiddelen te gebruiken bij het maken van keuzes over energieoplossingen. Ook benadrukte hij hoe belangrijk de uitvoering is. "Het IEA is een enorme inspiratiebron. Internationale samenwerking is belangrijk in deze zeer verdeelde wereld." Hij daagt partijen uit om samen te werken, vooral tussen de overheid en het bedrijfsleven. Ook roept hij op om over grenzen heen te kijken.
Break-outsessies
Na een korte pauze volgden de verdiepende break-outsessies. In deze sessies kwam eerst een introductie van de TCP aan bod: het doel, de deelnemende landen en de stand van het onderzoek. Daarna gingen de sprekers verder met de inhoud. Bezoekers hadden vooraf een keuze gemaakt uit de 6 aangeboden break-outsessies:
- Energieopslag (TNO, Renewable Heat)
- Plannen voor een toekomstbestendig elektriciteitssysteem met hernieuwbare bronnen (Magnus Energy, TNO, RVO)
- Elektrificatie in de industrie (RVO, TNO)
- Financieringsmogelijkheden voor warmte- en koudenetten (Novar, TNO, YesAndMore)
- Gebruikers van de gebouwde omgeving (TU Delft, 75inQ, TNO)
- Bio-energie met koolstof opvang en -opslag (IEAGHG, TU Delft, Universiteit Utrecht)

1. Energieopslag
In deze sessie zeiden de sprekers dat het belangrijk is om samen te werken tussen verschillende technologieën en sectoren. Ze vonden dat kennis delen, betere regels en gezamenlijke standaarden nodig zijn om duurzame technologieën sneller te maken. En om veiligheid te garanderen. Ook zeiden ze dat demonstraties, openheid en acceptatie door de samenleving belangrijk zijn. Dit helpt om succes te behalen. Enkele uitdagingen zijn:
- Wet- en regelgeving
- Veiligheid en technologie
- Financiering
Internationale samenwerking helpt om de ontwikkeling van energieopslagtechnologieën te versnellen. Dit gebeurt door kennis te delen, wet- en regelgeving op elkaar aan te laten sluiten en best practices te gebruiken.
2. Plannen voor een toekomstbestendig elektriciteitssysteem met hernieuwbare bronnen
Deelnemers aan deze sessie leerden over het werk van de TCP's International Smart Grid Action Network (ISGAN), Photovoltaic Power Systems (PVPS) en Wind. Ze keken naar de uitdagingen en kansen voor het combineren van duurzame energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie. Het Lighthouse-project helpt om de samenwerking tussen verschillende groepen in het internationale energie-ecosysteem te verbeteren. De Task 20, die in 2024 begon, verzamelt data en informatie voor hybride wind-zon-waterstofcentrales. Het project geeft ook adviezen voor de wereldwijde integratie van deze centrales. In landen zoals Zuid-Afrika en Nederland ontwikkelen ze voorbeelden hiervan.
TNO onderzocht in opdracht van RVO hoe wind- en zonne-energie samen kunnen werken. Ze bekeken de kosten en de waarde van windenergie als we nieuwe toepassingen van windenergie gebruiken.
3. Elektrificatie in de industrie
Dit onderwerp vraagt om samenwerking. We moeten kijken naar wat er in andere landen gebeurt. En leren van hun aanpak. Voor het gebruik van duurzame energie is het belangrijk om samen te werken met betrouwbare partners, zoals de leverancier van apparatuur voor een fabriek. Verschillende groepen spreken vaak niet dezelfde taal. Daarom moeten we (technische) definities duidelijk uitleggen.
Het publiek kreeg enkele vragen. Want wat zijn de obstakels voor de elektrificatie van de industrie en industriële processen? En wat helpt om deze obstakels op te lossen? Daarmee gingen ze in groepen aan de slag. Enkele antwoorden waren:
- Netcongestie
- Flexibilisering
- Thermische opslag
- Gedragsverandering
- Vergunningen en wet- en regelgeving
Ook spraken ze over welke andere innovaties een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het elektrificeren en verduurzamen van de industrie. En welke ontwikkelingen zijn nodig om het potentieel te ontsluiten. Enkele antwoorden:
- E-boiler
- Waterstof
- Warmteopslag
- Overcapaciteit gebruiken
- Sociale innovatie

4. Financieringsmogelijkheden voor warmte- en koudenetten
Het is moeilijk om warmtenetten te financieren door de hoge kosten en de risico's voor de eerste investeerders. We hebben nog geen grote projecten en geen standaarden in Nederland. Daarom blijven de risico’s en onzekerheden groot. We kunnen de onzekerheid over de kosten verminderen door een lijst met projecten te maken.
Een andere uitdaging is het split incentive. Dit betekent dat verschillende partijen verschillende belangen hebben, waardoor samenwerking moeilijk is. Bijvoorbeeld: de investeerder heeft de kosten, maar de gebruiker heeft voordeel van de lagere energiekosten. Het Rijk kan helpen door regels of prikkels te geven die samenwerking verbeteren. We leren van landen die verder zijn, zoals Denemarken, en passen deze lessen aan voor de Nederlandse situatie.
5. Gebruikers van de gebouwde omgeving
We ontwerpen gebouwen voor gebruikers en kijken naar wat zij willen en nodig hebben. Deze sessie ging over die interactie. Het IEA-EBC- en USERS-onderzoeksproject was een voorbeeld. Dit project richt zich op oververhitting in gebouwen, wat door de klimaatverandering steeds meer een probleem is.
Iedere gebruiker is anders en reageert anders op hitte. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met gezondheid, cultuur en geslacht. Daarom is maatwerk nodig. Bij een goede aanpak bekijken we eerst het gedrag. We kijken naar het gedrag op dit moment, bepalen welk gedrag we willen en onderzoeken wat dit beïnvloedt.
6. Bio-energie met koolstofopvang en -opslag
De IEAGHG onderzocht manieren om biomassa te combineren met CO2-afvang en -opslag. IEA Bioenergy liet een voorbeeld zien van een BECCS-project in Nederland. Experts zeggen dat de CO2-markt nu klein is en pas over tientallen jaren vergroot. Een probleem is de keuze tussen de verlaging van CO2-uitstoot en efficiënter gebruik van elektriciteit. Dit maakt een BECCS-project in Nederland moeilijk door het beperkte aantal biogrondstoffen.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei