Biologische bestrijders
Wilt u biologische bestrijders ontwikkelen, onderzoeken of verkopen om te gebruiken tegen ziekten, plagen of onkruiden? Het uitzetten van dieren of hun eieren is verboden als ze in de omgeving terecht kunnen komen. U mag alleen soorten uitzetten die vergunningvrij zijn, of waarvoor al toestemming is. Voor alle andere soorten vraagt u een omgevingsvergunning aan.
Wat zijn biologische bestrijders?
In de land- en tuinbouw komen ziekten, plagen en onkruiden voor. Soms zijn die te bestrijden met een natuurlijke vijand: biologische bestrijders. Dit zijn bijvoorbeeld roofmijten, sluipwespen, nematoden of gekko’s. Biologische bestrijders kunnen samen met een voedselbron worden uitgezet. Dit noemen we prooidieren.
Deze vorm van natuurlijke bestrijding kan meehelpen aan duurzame en veilige voedselteelt. Ook worden biologische bestrijders steeds meer ingezet bij de bestrijding van invasieve exoten.
Waarom is toestemming nodig?
Voor het gebruik van biologische bestrijders gelden regels. Wilt u ze gebruiken in kassen, open velden of de openbare ruimte? Het kan gevaarlijk zijn als biologische bestrijders en hun prooidieren in de omgeving terecht komen. Ze kunnen inheemse dieren en planten verdringen en gewassen beschadigen. Daarom is uitzetten van dieren en eieren in principe verboden. Dit mag alleen als dit veilig kan. Wij onderzoeken dit.
Wanneer is onderzoek nodig?
In ons onderzoek beoordelen we de risico’s voor de Nederlandse flora en fauna. Voor een groot aantal soorten is dit al gebeurd. De soorten die u veilig kunt uitzetten zijn vergunningvrij gemaakt. Alle andere soorten onderzoeken we eerst. Blijkt daaruit dat de soort veilig is? Dan kunnen we een omgevingsvergunning afgeven. Hiermee krijgt u toestemming om de biologische bestrijder uit te zetten.
Wanneer vraagt u toestemming aan?
Op Bijlage VIIb van de Omgevingsregeling vindt u de biologische bestrijders en prooidieren die vergunningvrij zijn. U mag deze uitzetten. U heeft verder niets nodig.
Voor alle andere soorten moet u toestemming aanvragen via het Omgevingsloket. Wij beoordelen uw aanvraag. Keuren wij uw aanvraag goed? Dan krijgt u een brief. Hierin staat dat u toestemming krijgt om de biologische bestrijder uit te zetten. Dit noemen we een omgevingsvergunning.
Voorwaarden voor aanvraag omgevingsvergunning
U kunt een vergunning aanvragen als u aan de volgende voorwaarden voldoet:
- U gebruikt de soort omdat er geen andere goede oplossing bestaat om ziekten, plagen of onkruiden te bestrijden.
- U gebruikt de soort omdat dit nodig is om ziekten, plagen of onkruiden te bestrijden. Bijvoorbeeld omdat dit ernstige schade aan gewassen voorkomt.
- Uitzetten gaat niet ten koste van de inheemse flora en fauna in hun natuurlijke verspreidingsgebied. We proberen om deze inheemse soorten in gunstige staat te houden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit onderzoek dat u heeft gedaan.
Wilt u meer weten over hoe wij uw aanvraag beoordelen? Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) leest u hier meer over.
Uw aanvraag voorbereiden
Om uw aanvraag te beoordelen, zijn documenten nodig. Zorg daarom dat u de volgende documenten meestuurt met uw aanvraag.
U kunt uw aanvraag alvast voorbereiden door een activiteitenplan in te vullen. Dit is een format dat u meestuurt met uw aanvraag. Het activiteitenplan is een document van ons en staat ook genoemd in het Omgevingsloket. U voegt het document zelf toe bij uw aanvraag.
U downloadt het format hieronder.
Een deskundige stelt het identificatierapport voor u op. Dit is dezelfde deskundige als in het activiteitenplan (bij vraag E.2.1). Het rapport gaat over de bronpopulatie die u wilt gebruiken. In het identificatierapport van de deskundige staat in ieder geval:
- De datum waarop de deskundige de individuen van de soort van u heeft ontvangen.
- Het aantal ontvangen individuen, verdeeld in mannelijke en vrouwelijke exemplaren.
- De bronpopulatie (oorsprong) van de individuen.
- De taxonomische identificatie van de soort. Dit moet minimaal tot op soortniveau gebeuren. Meld extra informatie over de ondersoort als deze nuttig kan zijn. Bijvoorbeeld als een organisme bij een soortcomplex hoort en zij van elkaar te onderscheiden zijn.
- Bij morfologische identificatie: met welke onderscheidende uiterlijke kenmerken de deskundige de identificatie onderbouwt.
- Bij moleculaire analyse: de gebruikte methode om tot een identificatie te komen en de uitslag van de analyse. Meld daarbij de gebruikte referentie-sequenties. En hoeveel er per soort zijn gebruikt.
- De literatuur die de deskundige heeft gebruikt voor de identificatie.
- De naam, handtekening en functie van de deskundige. En de werkgever of instelling waaraan deze persoon is verbonden.
Kosten van uw aanvraag
U betaalt € 800 voor deze aanvraag. Dit zijn de kosten voor het behandelen van uw aanvraag. Dit noemen we leges. Als uw aanvraag compleet is, krijgt u een brief met de factuur. U ontvangt van ons het besluit als u de leges heeft betaald.
Aanvragen omgevingsvergunning
U vraagt een omgevingsvergunning aan via Mijn Omgevingsloket. Hiervoor heeft u eHerkenning nodig. U logt in met minimaal eHerkenning niveau 2. U maakt gebruik van de dienst DSO Omgevingsloket van de dienstverlener Digitaal Stelsel Omgevingswet. Heeft u nog geen eHerkenning? Vraag deze dan eerst aan.
Flora- en fauna-activiteit
In het formulier van het Omgevingsloket selecteert u de activiteit waarvoor u toestemming wilt. Kies voor de activiteit ‘Flora- en fauna-activiteit – Aanvraag vergunning’. Een flora- en fauna-activiteit is een activiteit met mogelijke gevolgen voor dieren of planten die van nature in het wild leven. Biologische bestrijders uitzetten valt hier ook onder. Vul voor elke soort (prooidier van de) biologische bestrijder een apart formulier in.
Na uw aanvraag
U krijgt binnen 8 weken een beslissing. We vragen het Nederlands Instituut voor Vectoren, Invasieve Planten en Plantgezondheid (NIVIP) om advies over uw aanvraag.
Wilt u weten wat er na uw aanvraag gebeurt en wat u kunt verwachten? U leest dit vanaf stap 5 in het Stappenplan aanvraag werken met beschermde soorten. De stappen 1 tot en met 4 gaan over uw aanvraag voorbereiden.
Veelgestelde vragen
We hebben voor u een aantal veelgestelde vragen over biologische bestrijders op een rijtje gezet.
Organisaties die nieuwe biologische bestrijders ontwikkelen. In eerste instantie doen ze dat vaak voor eigen gebruik. Om te onderzoeken of de soort geschikt is als biologische bestrijder. Als dit onderzoek in niet goed afgesloten ruimten plaatsvindt, is een omgevingsvergunning nodig.
Organisaties (producenten) die een commercieel product van biologische bestrijders hebben ontwikkeld. Zij hebben een omgevingsvergunning nodig. Kopers van die producten hebben via de omgevingsvergunning toestemming om ook het product uit te zetten. Zij hebben geen eigen omgevingsvergunning nodig.
(Overheids)organisaties die zelf biologische bestrijders willen uitzetten. Bijvoorbeeld om invasieve exoten in openbare ruimten of openbare wateren te bestrijden.
Ja. Ook als u biologische bestrijders gebruikt in een kas heeft u toestemming nodig. Kassen zijn niet hermetisch afgesloten. Dieren kunnen hieruit onbedoeld ontsnappen. Bijvoorbeeld via deuren, ramen, kieren of gaten of meeliftend op mensen, materialen en gewassen.
Het maakt niet uit of deze dieren buiten kunnen overleven. We moeten de risico’s hiervan onderzoeken.
Voor prooidieren kunnen ook de regels voor productiedieren (Wet dieren) gelden. Deze regels gelden in de periode vóór het uitzetten, dus wanneer u de dieren houdt op uw bedrijf.
Voert u prooidieren aan biologische bestrijders? Dan gelden de regels voor productiedieren. U heeft misschien een ontheffing nodig. Dit geldt alleen voor de prooidieren en niet voor de biologische bestrijders. U leest hierover meer op Dieren op de productiedierenlijst.
Een soort waarvoor geen risicobeoordeling is gedaan, is het veelkleurige Aziatisch lieveheersbeestje. Dit is een uitheemse soort die in kassen werd gebruikt als bestrijder van bladluis. Maar deze kever eet in de vrije natuur ook larven van andere inheemse soorten, zoals andere lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes.
Deze pagina is onderdeel van Your Europe, een EU-kwaliteitsnetwerk.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur