Beleid voor het gebruik van biogrondstoffen

Laatst gecontroleerd op:
17 september 2025

De rijksoverheid wil verantwoord en zorgvuldig omgaan met het gebruik van biogrondstoffen (biomassa). Volgens Europese regelgeving moet biomassa duurzaam zijn. Nederland focust daarnaast bij het gebruik van biomassa op een zo hoog mogelijke toegevoegde waarde. Op deze pagina leest u meer over het beleid.

Biomassa beperkt en hoogwaardig gebruiken

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekende dat biomassa na 2030 schaars kan worden. Dat geldt voor de hele wereld. In 2024 publiceerde het PBL dit in de Rapportage Beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van duurzame biomassa.

Het uitgangspunt in Nederland is dat we duurzame biomassa zo beperkt en hoogwaardig mogelijk inzetten. Dit betekent dat de biogrondstoffen met de meest economische toegevoegde waarde gebruikt worden. Bijvoorbeeld het gebruik van hout om meubilair te maken, in plaats van het te verbranden voor energie-opwek.

Daarnaast zal er een biogrondstoffenstrategie komen. Deze strategie gaat zich richten op:

  • het vergroten van de beschikbaarheid van biogrondstoffen;
  • het optimaliseren van het gebruik van biogrondstoffen.

Hoe zetten we biogrondstoffen duurzaam in?

We willen biogrondstoffen gebruiken die duurzaam zijn:

  • voor biogrondstoffen die worden ingezet in vervoer (biobrandstoffen).
  • voor warmte en elektriciteit gelden de duurzaamheidscriteria van de REDIII.
  • voor materialen en chemie wordt een duurzaamheidskader ontwikkeld. 

Lees hierover ook meer op Duurzame biobrandstoffen in uw bedrijf.

Hoe zetten we biogrondstoffen zo hoogwaardig mogelijk in?

In Nederland maken we onderscheid tussen:

  • laagwaardig gebruik van biogrondstoffen;
  • gebruik van biogrondstoffen totdat er alternatieven zijn (overbrugging);
  • hoogwaardig gebruik van biogrondstoffen.

Laagwaardig gebruik

Het gaat hierbij om de inzet van biomassa voor opwek van elektriciteit, lage temperatuurwarmte en inzet als biobrandstoffen in personenvervoer. 

Het Rijk wil het gebruik van biogrondstoffen voor laagwaardig gebruik afbouwen. Ook zal de overheid subsidies voor dit gebruik verder afbouwen. Hiervoor zijn inmiddels goede alternatieven beschikbaar. 

Denk aan warmtepompen en het gebruik van aardwarmte (geothermie) in gebouwen. En de inzet van zonne- en windenergie voor de opwek van elektriciteit in de glastuinbouw. Bij het personenvervoer zijn elektrische auto's het alternatief. 

Gebruik voor overbrugging

Hiermee bedoelen we gebruik van biogrondstoffen als biobrandstoffen voor zwaar wegtransport en lucht- en scheepvaart. Hiervoor zijn voorlopig nog geen of onvoldoende alternatieven. 

Het beleid richt zich daarom op ombouw van dit type gebruik. Dat betekent stimuleren van dit gebruik daar waar dit nog nodig is. En tegelijkertijd inzetten op de ontwikkeling van alternatieven, zoals elektriciteit en waterstof voor zwaar wegvervoer.

Hoogwaardig gebruik

In de chemie en de bouw zijn er op de lange termijn geen goede alternatieven voor het gebruik van biogrondstoffen. Daarom zal Nederland juist de inzet van biogrondstoffen in deze sectoren stimuleren. 

Biobrandstoffen voor vervoer

Benzine- en dieselleveranciers zijn verplicht om bij de levering van fossiele brandstoffen, een percentage hernieuwbare (duurzame) energie in te zetten, zoals biobrandstoffen. Deze biobrandstoffen moeten daarbij voldoen aan de Europese duurzaamheidscriteria. 

In benzine wordt in Nederland tot 10% bio-ethanol (E10) bijgemengd. In diesel is dat maximaal 7% biodiesel (B7), in de vorm van FAME. Daarnaast kan HVO al voor 100% worden ingezet. Dit is een hoogwaardige dieselvervanger.

Jaarverplichting Energie voor Vervoer

Nederland stimuleert het gebruik van hernieuwbare energie voor vervoer. Dat leidt tot minder verbruik van fossiele brandstoffen en een lagere CO2-uitstoot. Een belangrijk middel om dit te bereiken is de Jaarverplichting Energie voor Vervoer. Die verandert per 1 januari 2026 in de Brandstoftransitieverplichting. 

Meer informatie hierover leest u ook op:

Subsidies voor biogrondstoffen

De Rijksoverheid ondersteunt het gebruik van bio-energie, onder meer via de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) en de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+).

Bent u op zoek naar financiering? Kijk dan ook eens op onze subsidiewijzer.

Meer weten?

In opdracht van:
  • Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Bent u tevreden over deze pagina?