Biologische aardappelen
Nederlandse biologische aardappelen zijn het hele jaar door beschikbaar. Bij de teelt van deze aardappelen is een gezonde bodem belangrijk. Biologische aardappeltelers gebruiken meestal robuuste rassen. Na de teelt worden de aardappelen bewaard in koele, donkere loodsen.
Teelt: robuuste rassen, weerbare akkers
Het telen van biologische aardappelen lijkt veel op de teelt van biologische groenten. Daarin staat een gezonde bodem voorop. Een gezonde bodem:
- bevat veel organisch materiaal;
- houdt het water goed vast;
- is rijk aan bodemleven.
Bemesten met vaste stromest of compost toevoegen, helpt een gezonde bodem creëren en behouden. Het gebruik van kunstmest is in de biologische landbouw verboden.
Biologische aardappeltelers mogen geen onkruidverdelgers gebruiken. Daarom kiest de teler rassen die snel hun loof ontwikkelen. Daardoor is de bodem snel bedekt. Dat geeft onkruid minder kans. Daarnaast haalt de teler onkruid weg door te schoffelen met een robot of tractor.
Robuuste rassen tegen aardappelziekten
Toch is slim biologisch boeren niet altijd genoeg. Warme, natte zomers komen steeds vaker voor. Deze kunnen zorgen voor een hardnekkige aardappelziekte: Phytophthora. Biologische telers mogen geen chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen gebruiken om deze schimmel te bestrijden. Daarom zijn robuuste rassen essentieel geworden.
Robuuste aardappelrassen kunnen beter tegen deze aardappelziekte. Dit komt door een resistentie-gen in het gewas. En doordat ze meestal vroeg in het seizoen oogstrijp zijn.
Veel robuuste rassen beschikbaar
In 2016 was er veel schade door Phytophthora. Er waren toen bijna geen robuuste rassen meer beschikbaar. Door samenwerking binnen de biologische sector zijn er inmiddels zo’n 30 sterke rassen ontwikkeld. Zoals onder meer:
- Alouette
- Otolia
- Cammeo
- Connect
- Vitabella
Vandaag bestaat al 80% van de totale biologische aardappelpercelen uit deze soorten. Een grote stap vooruit voor de toekomst van biologische aardappelteelt.
Bewaring: koel en droog bewaren
Een biologische aardappel ontkiemt zodra er licht en extra vocht bij komt. Na de oogst (vanaf augustus) worden biologische aardappelen daarom opgeslagen in grote, donkere, gekoelde loodsen. Door condensdrogen worden de aardappelen vochtvrij gehouden.
Biologische aardappelen:
- mogen niet behandeld worden met synthetische kiemremmers;
- ontkiemen niet, door stabiele temperatuur en de juiste luchtvochtigheid.
Dat vraagt om vakmanschap met veel aandacht voor de juiste omstandigheden.
Verwerking: van pieper tot product
Biologische aardappelen worden verwerkt tot onder andere frites, chips en aardappelschijfjes. Ook hiervoor zijn strenge regels:
- Er mogen alleen biologische ingrediënten worden toegevoegd, zoals kruiden en specerijen.
- Er mogen weinig hulpstoffen gebruikt worden. In de Europese wetgeving staat precies welke hulpstoffen mogen worden gebruikt. En in welke hoeveelheden.
- Er mogen geen kunstmatige conserveringsmiddelen of kleurstoffen gebruikt worden.
Bronnen, wetten en regels
- Bionext: Robuuste aardappelrassen kunnen beter tegen Phytophthora en zijn vaak vroeg oogstrijp
- Door samenwerking zijn nu zo’n 30 robuuste rassen beschikbaar: Bionext Robuuste rassenlijst 2025
Stel uw vraag
Wilt u meer weten over biologisch ondernemen? Bijvoorbeeld over biologische landbouw of over hoe u communiceert over biologische producten? Laat uw vraag en uw gegevens achter en wij nemen contact met u op.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur