EU-interne verdragen

Gepubliceerd op:
21 januari 2014
Laatst gecontroleerd op:
5 april 2022

De Europese Unie (EU) bestaat uit 28 Europese landen en vindt zijn oorsprong in de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1951) en de Europese Economische Gemeenschap (1958). Bij deze eerste verdragen waren Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux-landen aangesloten. In de jaren daarna is de EU sterk gegroeid, zowel in omvang als in wettelijke bevoegdheden.

Verdrag van Maastricht

Het Verdrag van Maastricht vormde in 1993 de Europese Unie in haar huidige vorm. De lidstaten maakten daarbij afspraken over de totstandkoming van de Economische en Monetaire Unie (EMU) met een gemeenschappelijke munt, een Europese Centrale Bank (ECB) en één interne markt.

Verdrag van Lissabon

De laatste aanpassing aan de constitutionele basis was in 2009 met het Verdrag van Lissabon. Het ging hier om:

  • de afschaffing van de oude Europese pijlerstructuur;
  • het toegenomen belang van stemmen via gekwalificeerde meerderheid in de Europese Raad;
  • een grotere rol voor het Europees Parlement; en
  • de introductie van een voorzitter van de Europese Raad en een Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken.

Sterke interne markt

De EU bouwt aan een sterke, gemeenschappelijke interne markt. In de zogenaamde Schengenlanden zijn paspoortcontroles afgeschaft. De EU voert een gemeenschappelijk beleid op het gebied van handel, landbouw, visserij en regionale ontwikkeling en richt zich op het vrije verkeer van arbeid, goederen, diensten en kapitaal. De monetaire unie (eurozone) dateert uit 1999 en bestaat sinds januari 2014 uit 18 landen.

Vragen over EU-wetgeving?

Neem contact met ons op

Bent u tevreden over deze pagina?