Productierechten varkens
Houdt u varkens? Dan heeft u productierechten nodig. Met die rechten kunt u een maximaal aantal dieren houden. Deze regels zijn er voor iedereen met een bepaald aantal varkens.
Afroming bij handel met productierechten varkens en pluimvee
Vanaf 1 januari 2025 romen we bij overdracht van productierechten voor varkens en pluimvee een deel van de rechten af. Bij overdrachten van productierechten voor varkens is dat 22%. Bij pluimvee 13%.
Productierechten romen we af bij losse overdrachten en bij bedrijfsoverdrachten. Een aantal situaties zijn nu als bedrijfsoverdracht beschreven. Uitzonderingen zonder afroming blijven bestaan. Bijvoorbeeld bij bedrijfsoverdrachten binnen de familie. Kijk in de Wegwijzer bedrijfsoverdrachten en afroming of uw bedrijfsoverdracht een uitzondering is.
Afroming is nodig omdat de mestproductieplafonds in 2024 en 2025 naar beneden gaan. Dat geldt ook voor het plafond van de varkens- en pluimveesector. Zo kunnen we voldoen aan de afspraken die in de derogatiebeschikking staan. Een lager mestproductieplafond betekent dat Nederland minder mest mag produceren.
U kunt geen rechten ontlenen aan dit bericht.
Wat zijn productierechten
Een productierecht geeft u de mogelijkheid om varkens te houden. Wilt u weten hoeveel? Uw aantal varkens rekent u om naar varkens-eenheden (VE). Voor elke VE heeft u een productierecht nodig. U mag in een kalenderjaar gemiddeld niet meer varkens houden dan volgens uw productierechten mag. Houdt u 3 VE of minder? Dan heeft u geen rechten nodig.
Hoeveel productierechten nodig
Met tabel 10 rekent u uw aantal dieren om naar VE. Deze staat hieronder. Het gemiddeld aantal dieren dat u in een jaar heeft, vermenigvuldigt u met de omrekenfactor van de diercategorie.
Handel met productierechten
U berekent elk kalenderjaar of u genoeg productierechten heeft. Heeft u rechten te weinig en extra nodig, of heeft u ze juist over? Of heeft u te maken met een bedrijfsoverdracht of splitsing? Dan meldt u dat bij ons. Lees meer op Handel met productierechten varkens en pluimvee.
Regels voor concentratiegebieden
Er zijn 2 regio’s met veel veehouderijen. En waar veel mest wordt geproduceerd. Dit zijn concentratiegebied Zuid en concentratiegebied Oost. We willen voorkomen dat er meer dieren in deze regio worden gehouden, omdat de mestproductie in deze regio’s dan ook verder toeneemt. Als u rechten wilt overdragen, dan zijn er regels. U mag alleen productierechten overdragen:
- binnen concentratiegebied Zuid;
- binnen concentratiegebied Oost;
- van concentratiegebied Zuid of Oost naar een gebied hierbuiten;
- buiten concentratiegebieden Zuid en Oost.
U mag productierechten niet overdragen:
- van concentratiegebied Zuid naar concentratiegebied Oost, of andersom;
- van een niet-concentratiegebied naar concentratiegebied Zuid of Oost.
In welk gebied ligt uw bedrijf
Wilt u weten of uw bedrijf in een concentratiegebied ligt? Kijk dan in het Overzicht gemeenten per concentratiegebied. Het staat ook in uw Overzicht geregistreerde productierechten in Mijn dossier.
Uitstoot doorgeven intensieve varkensbedrijven
Heeft u ruimte voor meer dan 2.000 vleesvarkens die zwaarder zijn dan 30 kilogram? Of voor meer dan 750 zeugen? Dan heeft u een intensief varkensbedrijf en houdt zich aan de regels van European Pollutant Rellease Transfer Register (E-PRTR). U moet dan ook uw uitstoot doorgeven. Lees meer op E-PRTR-gegevens varkens en pluimvee.
Controle en handhaving
U zorgt er zelf voor dat het aantal varkens op uw bedrijf niet groter is dan het aantal geregistreerde productierechten. Het aantal rechten op naam van uw bedrijf leest u in Mijn Dossier op Mijn RVO. Het aantal varkens houdt u per dag bij.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kijkt of u aan de eisen heeft voldaan. Als de medewerkers van de NVWA een overtreding zien, maken ze een proces-verbaal op. Dit sturen ze naar het Openbaar Ministerie. De strafrechter bepaalt de straf en de hoogte ervan.
Veelgestelde vragen
Wilt u meer weten? Wij hebben voor u de veelgestelde vragen over productierechten voor varkens verzameld.
Omdat niet alle dieren evenveel mest produceren.
Nee. Ook als het gemiddelde gewicht van uw dieren afwijkt, kiest u voor de diercategorie die bij uw dieren past. U gebruikt daarvoor tabel 10 Varkens en pluimvee omrekenen naar eenheden.
Voorbeeld:
Een vermeerderingsbedrijf met dwergouderdieren van vleesrassen gaat altijd uit van diercategorie 311 ouderdieren van vleesrassen. Ook als het gewicht van deze dieren lager is dan het gemiddelde gewicht van de dieren in deze diercategorie.
Bekijk de tabel op onze pagina Tabellen mest.
Vallen uw dieren niet onder een van de diercategorieën van tabel 10 Varkens en pluimvee omrekenen naar eenheden? Dan gebruikt u de categorie die het best past. Bij een controle legt u uw keuze uit. En kunt u laten zien waarom dit de juiste diercategorie is.
Bekijk de tabel op onze pagina Tabellen mest.
Nee, u heeft als particulier geen rechten nodig. Maar er is wel een maximum aan het aantal dieren dat u mag houden. U mag namelijk niet meer dan 250 pluimvee-eenheden of meer dan 3 varkenseenheden houden.
Ja, dat kan. Hoe u dit doet, hangt af van de situatie.
Uw stal is in gebruik bij een ander landbouwbedrijf
U meldt de overname van de stal met een formulier Melding Overdracht. Neemt u een deel van het bedrijf over met een hoeveelheid productierechten? Dan gebruikt u ook het formulier Overdracht productierechten.
U neemt een nieuwe stal in gebruik (bijvoorbeeld door nieuwbouw)
Deze stal registreert u door ons een brief te sturen. In deze brief vermeldt u:
- de datum waarop u de stal gaat gebruiken;
- welke stal u gebruikt;
- dat u de hele stal gebruikt.
U stuurt de brief naar:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Antwoordnummer 3060
8000 WB Zwolle
Bij de overdracht gaan alle productierechten normaal gesproken over naar het nieuwe bedrijf. Behalve als beide partijen duidelijk aangeven dat dat niet de bedoeling is. Als u de bedrijfsoverdracht bij ons meldt, geeft u dat duidelijk aan in het formulier Melding overdracht.
Blijft het productierecht achter bij het oude relatienummer? Dat kan als het volgens de Meststoffenwet een actief bedrijf is waarop landbouwactiviteiten worden uitgevoerd. Een locatie (stal en/of perceel) is daarbij niet nodig. Het mag bijvoorbeeld ook een rundveebedrijf zijn. Ook een landbouwer die wat scharrelvarkens houdt, kan productierechten verhandelen.
- Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur