Veelgestelde vragen EPBD III: systeemeisen technische bouwsystemen
Veelgestelde vragen over systeemeisen technische bouwsystemen.
Ja, dit is verplicht. Radiatoren in woningen moeten, na vervanging van de cv-ketel, hydraulisch in balans zijn. Andere verplichtingen zijn:
- de radiatorinstallatie beschikt over een geschikte ruimtethermostaat/kamerthermostaat. Elk type thermostaat voldoet, behalve aan-uit thermostaten.
- thermostatische radiatorkranen zijn geplaatst. Dit moet met een ingebouwde of separate flowregeling, want een flowregeling maakt het waterzijdig inregelen mogelijk.
- de geschikte thermostatische regelaars hoeven niet geplaatst te worden als blijkt dat de installatie meer dan 20% duurder is dan de kosten van vervanging van de cv-ketel. Het is uiteraard wel toegestaan, omdat het toch vaak energie- en kostenbesparingen oplevert.
Ja, want bij toepassing van een kamerthermostaat wordt niet met een stooklijn gewerkt. Een modulerende thermostaat zorgt ervoor dat de watertemperatuur van de ketel optimaal staat afgesteld. Zo wordt hetzelfde effect bereikt. Voor een woning (en eenvoudige installaties in de utiliteitsbouw) is dit voldoende.
Per verblijfsruimte moet een thermostatische radiatorkraan geplaatst worden. Deze reguleert per ruimte de temperatuur. Een aparte regelthermostaat per verdieping is niet nodig.
Het is niet zo dat het kopen (of verkopen) van een elektrische CV-ketel op zichzelf verboden is, maar het is over het algemeen wel verboden deze als onderdeel van een verwarmingssysteem te installeren. Dat zit zo: Europese verordeningen (onder andere Ecodesign) regelen welke producten op de markt gebracht mogen worden. Leveranciers moeten aantonen dat hun product voldoet aan deze regelgeving en moeten ook een energielabel verstrekken. Als dit niet beschikbaar is, mag een product niet verkocht worden.
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is een eis gesteld aan de energieprestatie (de verhouding tussen het primair fossiel energiegebruik en de warmtebehoefte) van het technische bouwsysteem voor ruimteverwarming. De energieprestatie-eis die we nu stellen (1,31) is niet haalbaar als ervoor gekozen wordt een elektrische cv-ketel onderdeel te maken van dit systeem, omdat de energieprestatie van de elektrische cv-ketel onvoldoende is. Een elektrische cv-ketel mag dus niet gebruikt worden voor ruimteverwarming.
Bij het technisch bouwsysteem voor warm tapwater is de eis voor de energieprestatie 3,45. Dit getal is niet één-op-één vergelijkbaar met de waarde voor verwarming omdat er bij tapwater rekening gehouden wordt met meer verliezen in o.a. leidingen, en met een lager rendement van het warmwatertoestel. Met elektrische verwarmers kan wel worden voldaan aan deze lagere eis. Daarmee zou een elektrische cv-ketel dus wel alleen voor tapwater geïnstalleerd mogen worden.
In het Bbl wordt de mogelijkheid geboden om – als het technische bouwsysteem een combinatie is van twee systemen, zoals een systeem voor ruimteverwarming en voor tapwater - de energieprestatie-eis naar rato te bepalen voor het totale systeem. Hiermee zou de mogelijkheid kunnen bestaan dat – bij een gebouw waar er nauwelijks vraag is naar ruimteverwarming, maar wel veel tapwater wordt verbruikt – een elektrische cv-ketel kan voldoen. In woningen komt deze situatie normaal gesproken niet voor.
De installateur heeft in alle gevallen de verplichting om de energieprestatie van het systeem te berekenen en te documenteren en dit te overhandigen aan de eigenaar. Uit die berekening moet dan blijken dat het gecombineerd rendement van verwarming en warm tapwater in dat specifieke geval wel voldoet aan de eisen uit het Bbl.
Verbeterde warmteafgifte
Door radiatoren ‘waterzijdig in te regelen’ stroomt door alle radiatoren precies de benodigde hoeveelheid warm water om een ruimte optimaal te verwarmen. Hierdoor hoeft de cv minder hard te werken om de eerder niet goed op te warmen ruimtes warm te krijgen.
Verhoogd comfort
Het comfort van de woning verbetert ook omdat de warmte beter wordt verdeeld tussen alle radiatoren waardoor de woning gelijkmatiger opwarmt. Ook worden kamers niet meer te koud of te warm vergeleken met de rest van de woning. Een bijkomstig voordeel is dat (harde) stromingsgeluiden afnemen omdat er een constantere stroom water door de radiator stroomt.
De kans bestaat dat deze goed is ingeregeld als de installatie is/wordt voorzien:
- van thermostatische radiatorkranen met ingebouwde flowregeling of
- van thermostatische radiatorkranen zonder flowregeling met een separaat voetventiel.
Of het goed gedaan is, is door een woningeigenaar moeilijk te controleren. De inregeling zal meestal goed uitgevoerd zijn als:
- de radiatoren gelijkmatig opwarmen;
- het temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur radiator ongeveer 15-20 graden Celsius is en
- als de warmte goed verdeeld wordt.
Een technisch bouwsysteem voor ruimteverwarming is verplicht in een bouwwerk dat is aangesloten op het warmtedistributienet na het vervangen van de afleverset.
Thermostatische regelingen moeten geplaatst worden als deze nog niet aanwezig zijn en de extra kosten van plaatsing maximaal 20% bedragen. Waterzijdig inregelen moet altijd gebeuren wanneer dat technisch mogelijk is. Als een verwarmingssysteem niet beschikt over een flowregeling is waterzijdig inregelen niet mogelijk en hoeft dit dus ook niet te worden uitgevoerd.
VvE's kunnen onder bepaalde voorwaarden subsidie aanvragen. Alle informatie hierover leest u op SVVE: subsidie voor verduurzamingsmaatregelen.