Obstakelverlichting bij windprojecten

Gepubliceerd op:
12 juni 2018
Laatst gecontroleerd op:
2 november 2022

Voor de vliegveiligheid moeten windturbines of -parken 'obstakelverlichting' hebben. Dit is verlichting die de windturbines zichtbaar maakt voor vliegverkeer. Het uitgangspunt is op dit moment: alle windturbines met een tiphoogte hoger dan 150 meter moeten obstakelverlichting hebben. Op deze pagina leest u hoe we de (mogelijke) hinder die omwonenden hiervan ervaren kunnen verkleinen.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) bepaalt welke verlichting een windpark moet hebben. Hier zijn internationale richtlijnen voor van de International Civil Aviation Organization (ICAO). In 2015 werd het verminderen van de hoeveelheid en intensiteit van obstakelverlichting getest. Ook werd er gekeken naar de beleving van deze aanpassingen door omwonenden. Hierop publiceerde de ILT herziene richtlijnen (bekendmaking Staatscourant wijziging informatieblad) voor verlichting van windturbines en windparken. Op het Nederlandse vasteland en op zee. Op basis hiervan kan de lichtintensiteit van de verlichting op windturbines aangepast of vast brandend gemaakt worden.

Vast brandende verlichting

Obstakelverlichting knippert normaal gesproken. De windturbines zijn dan beter zichtbaar voor vliegverkeer: het waarschuwingseffect is groter. Inwoners in de omgeving van een windpark ervaren het knipperen vaak als onprettig. Vast brandende verlichting kan dit negatieve effect verminderen.

Dimmen van de verlichting

De verlichting is zo ingesteld dat de lampen ook bij slechte weersomstandigheden goed te zien zijn voor naderende vliegtuigen. Verlaging van de lichtintensiteit wanneer het zicht in de omgeving goed is, kan de hinder verminderen. Dit kan door sensoren op de windturbines te plaatsen die de zichtafstand meten. En de intensiteit van de obstakelverlichting aanpassen aan de weersomstandigheden. Is het zicht meer dan 5 kilometer? Dan mag de lichtintensiteit verlaagd worden tot 30% van de gebruikelijke hoeveelheid licht. Is het zicht meer dan 10 kilometer? Dan mag de lichtintensiteit verlaagd worden tot 10% van de gebruikelijke hoeveelheid licht.

Minder obstakelverlichting

Niet alle windturbines in een windpark hoeven verlicht te worden. Dit geldt zolang de onderlinge afstand tussen windturbines niet meer is dan 900 meter. En de hoeken van de opstelling verlicht zijn. Deze optie (minder obstakelverlichting) mag niet worden uitgevoerd in combinatie met vast brandende verlichting. Deze mogelijkheden om obstakelverlichting te verminderen staan in de informatiebladen (juni 2020).

Naderingsdetectie bij obstakelverlichting

Het aantal windturbines en de hoogte nemen toe. Daarmee neemt ook de aandacht voor de beleving van hinder van de verlichting op de windturbines toe. De Landelijke Projectgroep Obstakelverlichting op Windparken op Land houdt zich bezig met veilige oplossingen die de beleving van hinder kunnen verminderen. Eén van die oplossingen is naderingsdetectie.

Bij naderingsdetectie schakelt de rode verlichting 's nachts alleen in als een vliegtuig in de buurt van de windturbine is. Dat kan een aanzienlijke vermindering van de verlichting opleveren. Voor naderingsdetectie zijn er verschillende technieken. Uiteraard is het bij gebruik van nieuwe technieken van groot belang dat de veiligheid voor het vliegverkeer gewaarborgd is.

Radardetectie

Sinds enkele jaren wordt op een aantal plaatsen in het buitenland gebruik gemaakt van naderingsdetectie met een radar. Er staat dan een kleine radarinstallatie in de buurt van het windpark. Na een proef met dit systeem bij Windpark Krammer in Zeeland, nam het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de voorwaarden voor het gebruik van deze techniek voor Nederland in juni 2020 op in het informatieblad Aanduiding van windturbines en windparken op het Nederlandse vasteland.

Dit informatieblad is (nog) geen formele regelgeving. Hierdoor kan de ILT (nog) niet handhavend optreden. Om dit te veranderen, worden deze regels juridisch vastgelegd in wetgeving.

Tot die tijd kan naderingsdetectie met radar gebruikt worden als pilot. Gemeente Súdwest-Fryslân en de windparkontwikkelaar van Windpark Fryslân in het IJsselmeer deden dit als eerste. De radar is daar in het najaar van 2021 geïnstalleerd. We beoordelen het naderingsdetectiesysteem met een vliegtest, voordat we het systeem in gebruik nemen.

Transponderdetectie

Naast de naderingsdetectie met radar is er een nieuwe technologie: naderingsdetectie met transponders. Dit wordt in Duitsland al veel gebruikt. Hierbij herkent een ontvanger bij een windpark de transponder van een vliegtuig. Wanneer dit vliegtuig het windpark buiten de daglichtperiode (in de schemer of nacht) nadert, schakelt de obstakelverlichting in. De obstakelverlichting kan uitgeschakeld zijn als er geen vliegtuig in de buurt van het windpark vliegt. Het transpondersysteem biedt meer voordelen dan de radardetectie. Daarom voegde de Landelijke Projectgroep Obstakelverlichting op Windparken op Land deze techniek toe aan de mogelijkheden voor naderingsdetectie.

Zo’n systeem werkt alleen als vliegtuigen die onder zichtvliegvoorschriften (VFR) buiten de daglichtperiode vliegen, een transponder aan boord hebben en gebruiken. Vanaf 1 oktober 2021 is dit daarom verplicht.

Invoering transponderdetectie

Om het transpondersysteem in Nederland goed in te voeren, heeft de Landelijke Projectgroep Obstakelverlichting op Windparken op Land al enige tijd contact met Duitse partijen. Deze projectgroep stelde in het overleg van 12 juli 2022 bepalingen vast voor het gebruik van naderingsdetectiesystemen. Dit zijn de basisbepalingen voor het gebruik van naderingsdetectie in de wettelijke regeling (Omgevingswet). Op 18 augustus 2021 stuurde de minister van IenW hierover een kamerbrief

U vindt de bepalingen hieronder als download (Nederlands- en Engelstalig).

De windparkontwikkelaar van Windpark Krammer voerde een 'proof of concept' uit om te beoordelen of de methode van een naderingsdetectiesysteem met transpondersignalen goed functioneert. En de veiligheid van de luchtvaart gewaarborgd is. Na de installatie van de nodige apparatuur bij dit windpark, werd er in het najaar van 2021 een vliegtest uitgevoerd. Uit deze vliegtest bleek dat het transpondersysteem veilig werkt. De Landelijke Projectgroep Obstakelverlichting op Windparken op Land besloot daarna dat andere windparken zich ook kunnen melden bij de ILT. Na het melden bij de ILT starten deze windparken gefaseerd om het gebruik van een transpondersysteem goedgekeurd te krijgen.

Meer weten?

Webinar: windturbines en luchtvaart

Vragen over windenergie op land?

Neem contact met ons op

In opdracht van:
  • Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Bent u tevreden over deze pagina?