Maatwerk geluid en windmolens
Het Activiteitenbesluit is van toepassing op alle windturbines. Daarbij is slechts in beperkte mate ruimte gemaakt voor het stellen van maatwerkvoorschriften.
Let op
Lokale overheden mogen windturbinenormen uit het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling voor geluid, slagschaduw en veiligheid niet gebruiken zolang er geen milieubeoordeling (plan MER) is gemaakt. Zie de uitspraak 202003882/1/R3 - Raad van State.
Voor de meest actuele informatie over de gevolgen van deze uitspraak en antwoord op veel gestelde vragen verwijzen we u naar Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) en Helpdesk Wind op Land.
Voor wat betreft de geluidnormen biedt de wetgever de mogelijkheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften in slechts 2 specifieke situaties:
- Bij cumulatie van geluid met andere windturbine-inrichtingen: om een hoge geluidbelasting te beperken kan een combinatie van windturbines van verschillende inrichtingen ertoe leiden dat het bevoegd gezag een lagere waarde vaststelt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer windturbines van afzonderlijke inrichtingen een geluidbelasting veroorzaken op eenzelfde geluidgevoelig object. Voor elke inrichting afzonderlijk geldt de norm van ten hoogte Lden 47 dB en Lnight 41 dB. Daardoor kan de cumulatieve geluidbelasting op het gevoelige object meer bedragen dan Lden 47 dB en Lnight 41 dB. De normen Lden =47 dB en Lnight =41 dB zijn gebaseerd op een dosis-effectrelatie. Het is dus logisch en gewenst om de cumulatieve geluidbelasting op een gevoelig object niet boven deze normen uit te laten stijgen.
- Bij bijzondere lokale omstandigheden: het derde lid van art. 3.14a biedt de mogelijkheid om normen met een andere waarde vast te stellen. Er is geen definitie gegeven van deze bijzondere lokale omstandigheden. Maar uit de nota van toelichting blijkt dat de wetgever hier bijvoorbeeld wettelijk aangewezen stiltegebieden bedoelt. Een landelijke, stille omgeving is dus geen omstandigheid die aanleiding geeft tot het stellen van maatwerkvoorschriften voor een afwijkende norm ter plaatse van een geluidgevoelig object. De achtergrond daarbij is, zoals hiervoor ook is aangegeven, dat de normen zijn gebaseerd op een dosis-effectrelatie. Daarmee zijn ze onafhankelijk van het achtergrondgeluidniveau. Alleen in uitzonderlijke situaties bestaat er nog reden om een maatwerkvoorschrift te stellen.
Gezoneerde industrieterreinen
De normen van 47 dB Lden en 41 dB Lnight op de gevel van gevoelige gebouwen zijn sinds 2015 (Besluit van 18 september 2015) niet meer van toepassing voor gebouwen op een gezoneerd industrieterrein. Bij de toetsing aan grenswaarden voor het geluid vanwege het gehele industrieterrein worden windturbines niet meegenomen. Een geluidbelasting tot 65 dB(A) op de gevels van deze bedrijfswoningen is doorgaans aanvaardbaar. Om het binnenniveau te beperken zijn geluidwerende maatregelen aan de gevel te overwegen.
Ruimtelijke ordening en geluid
In het kader van de ruimtelijke ordening of het milieueffectrapport kunnen verschillende varianten met windturbines worden vergeleken. Hoewel voor alle varianten dezelfde geluidnorm geldt conform het Activiteitenbesluit, wordt in deze procedures vooral het leefklimaat in de omgeving beoordeeld. Door het tellen van het aantal woningen dat valt in verschillende geluidklassen zijn verschillen in geluidhinder inzichtelijk te maken.
Eigen woningen
Woningen die behoren tot de inrichting zijn niet onderhevig aan normstelling. Het leefklimaat in deze woningen is te beoordelen aan de hand van het optredende binnenniveau. Van een gevel is doorgaans een geluidwering te verwachten van circa 20 dB(A). Bij een geluidbelasting van meer dan Lden=55 dB(A) kan het wenselijk zijn om geluidwerende maatregelen te treffen.
Cumulatie met andere geluidbronnen
In het Activiteitenbesluit is een methode aangegeven met weegfactoren voor de hinder van afzonderlijke geluidbronnen zoals wegverkeer, railverkeer, luchtvaart, industrie en windturbines. Dit is voor de beoordeling van het cumulatieve geluidniveau. Hiervoor is geen norm gesteld. Een cumulatieve beoordeling is alleen relevant in het kader van de ruimtelijke ordening, maar niet bij toetsing aan het Activiteitenbesluit.
- Ministerie van Klimaat en Groene Groei