Voorwaarden Impulsaanpak Winkelgebieden
Met het programma Impulsaanpak winkelgebieden (IW) wil de overheid stimuleren dat (delen van) binnenstedelijke winkelgebieden omgevormd worden tot toekomstbestendige gebieden met een stevige sociale en economische basis. Op deze pagina vindt u de voorwaarden van het programma.
Budget en aanvraagperiode
Handleiding Financiële Onderdelen
Lees hieronder de Handleiding Financiële Onderdelen voor gemeenten. Hier wordt dieper ingegaan op het invullen van de indieningsspreadsheet, het opstellen van een kansrijke aanvraag en de verantwoording van uw project. Gebruik de handleiding om de Indieningsspreadsheet en de Toelichting in te vullen.
Let op: op 11 juni 2024 is een nieuwe versie van het indieningsspreadsheet gepubliceerd, versie 4.6. Dit is de versie die u gebruikt bij de aanvraag.
Het bereiken van de doelstelling IW
Om de doelstelling van de Impulsaanpak Winkelgebieden te bereiken, zijn de volgende voorwaarden opgesteld:
- Een gemeente mag op grond van de Regeling impulsaanpak winkelgebieden (IW) een aanvraag indienen voor een specifieke uitkering (spuk) voor de uitvoering van een project.
- Het project waarvoor een gemeente een uitkering aanvraagt, gaat om een samenhangend, gebiedsgericht, integraal plan dat een publiek en een privaat deel bevat.
- Het plan richt zich op herstructurering en transformatie (omvormen) van centrale winkelgebieden en binnenstedelijke winkelstraten, of delen daarvan. Dus geen solitaire objecten.
- Een gemeente mag in het geval van meerdere projecten, per project een aparte aanvraag indienen.
- De 4 grote steden (G4) Den Haag, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam zijn vooralsnog uitgesloten als aanvragers.
Private investeerders
- Voor de uitvoer van het project moet binnen maximaal 1 jaar na toekenning van de uitkering een samenwerkingsovereenkomst gesloten worden tussen de gemeente en minstens 2 private investeerders.
- Uit de samenwerkingsovereenkomst moet blijken dat de private partijen zich verbinden aan de uitvoer van het projectplan zoals de gemeente dit indient. De gemeente mag per private deelnemer een aparte overeenkomst sluiten. Zodra de overeenkomst gesloten is, meldt de gemeente dit bij RVO. RVO kan de overeenkomst(en) opvragen.
- Tot private investeerders rekenen wij partijen die daadwerkelijk investeren en daarmee risico lopen. Zij hoeven echter niet per definitie een onrendabele top op hun businesscase te hebben om als private investeerder aangemerkt te worden.
- Woningcorporaties tellen mee als private investeerder.
- Ingehuurde partijen, zoals aannemers, lopen geen risico en tellen dus niet mee als private investeerder.
- Een gemeentelijk ontwikkelbedrijf (van dezelfde gemeente) of -maatschappij telt niet als private investeerder.
- Verwerft de gemeente gronden of panden waarvan (her)ontwikkeling via een aanbesteding gegund moet worden? Dan telt de toekomstig (op het moment van indienen van de aanvraag nog onbekende) ontwikkelaar niet meer als private investeerder.
- Als de gemeente tijdens het project gronden of panden verwerft van een private partij, die zelf geen investeringen pleegt in het project (ofwel puur een eenmalige transactie tussen gemeente en eigenaar van grond of pand), dan telt deze partij niet mee als private investeerder.
Omvang, locatie en fasering van het project
- Om in aanmerking te komen voor een uitkering kent de gemeentelijke begroting van het project een onrendabele top van minimaal € 1 miljoen. Daarin kan wel een deel van een private onrendabele top verwerkt zitten als de gemeente subsidie verstrekt aan één of meerdere van de private investeerders. Het gaat dus om projecten met een substantiële omvang.
- Het projectgebied is een geografisch aaneengesloten gebied, dat ligt in een centraal winkelgebied (dit kan zowel in een stad of in een dorp zijn), of dat deel uitmaakt van een binnenstedelijke winkelstraat in een ondersteunend winkelgebied. Met geografisch aaneengesloten wordt bedoeld dat het projectgebied een duidelijk afgebakend gebied betreft binnen een centraal winkelgebied of een binnenstedelijke winkelstraat. Dat betekent niet dat alle eigenaren mee moeten doen. Maar dus bijvoorbeeld niet: een deel van het centrale winkelgebied, plus 3 panden in een binnenstedelijke winkelstraat ergens anders in de stad of dorp.
- Uitgesloten zijn de volgende gebieden: (kernverzorgende) supermarktcentra, wijkwinkelcentra, stadsdeelcentra, buurtcentra, grootschalige concentraties en speciale winkelgebieden. Ook solitaire objecten zijn uitgesloten.
- Het project moet binnen 7 jaar na toekenning van de specifieke uitkering zijn afgerond.
Maximaal aan te vragen uitkering
- Een uitkering bedraagt maximaal € 5 miljoen (exclusief btw) per project én maximaal 25% van de realisatiekosten voor bovengenoemde activiteiten én niet meer dan 50% van de gemeentelijke onrendabele top op de begroting van het project.
- Wij bepalen de maximale uitkering die u kunt ontvangen op basis van een ingevuld indieningsspreadsheet. Het indieningsspreadsheet voor de 4e ronde van de Impulsaanpak vindt u onder het kopje Handleiding Financiële Onderdelen
- Onafhankelijke externe analisten controleren de ingevulde gegevens in het indieningsspreadsheet.
- Vraagt u de impulsaanpak aan in ronde 4? Dan moeten uw taxaties en de waardepeildatum uit die taxaties gedateerd zijn op 1 juli 2023 of daarna. Het gaat hier om de taxaties ter onderbouwing van:
a. de inbrengwaarden/verwervingskosten van panden en gronden
b. de uitneemwaarden van panden en de opbrengsten uit grondverkoop - Voor het deel van de gemeentelijke onrendabele top dat resteert na aftrek van de maximaal aan te vragen uitkering, geldt dat de gemeente hier zelf de cofinanciering voor regelt. U stuurt als verplichte bijlage een besluit van het college van burgemeester en wethouders mee waarin dit staat. Het kan dus ook een akkoord van het college zijn op de totale uitvoering van het project. Het besluit mag onder voorwaarde zijn van toekenning van een bijdrage uit de Impulsaanpak winkelgebieden. Een raadsbesluit is ook goed.
Activiteiten die in aanmerking komen
- De uitkering kan worden aangevraagd als een tegemoetkoming in de onrendabele top van het project, voortkomend uit de volgende activiteiten:
- het slopen en (op)nieuw bouwen van (winkel)panden;
- het transformeren van winkels naar andere functies zoals bijvoorbeeld wonen;
- het verhogen van de kwaliteit van panden door renovatie of energetische verbetering;
- het verbeteren van de openbare ruimte (het toerekenbare deel van de kosten voor deze activiteiten, berekend op basis van proportionaliteit, profijt en toerekenbaarheid);
- het ten behoeve van de uitvoer van bovengenoemde activiteiten verwerven van panden en andere objecten.
- De gemeente is verantwoordelijk voor de rechtmatige besteding van zowel de uitkering voor het publieke deel van de investeringen als voor het private deel.
- Vermijdbare kosten (zoals planschadevergoedingen) en kosten die gemaakt zijn voor indiening van de aanvraag komen niet in aanmerking voor een uitkering.
- De gemeente is verantwoordelijk voor de manier waarop zij de private samenwerkingspartners tegemoetkomt in hun onrendabele top op het project. Deze ondersteuning moet voldoen aan staatssteunregelgeving en mag niet meer bedragen dan de hoogte van de onrendabele top van de private investering van de private investerende samenwerkingspartner. Voor de toepassing van de staatssteunregelgeving hebben we een informatieblad samengesteld:
- Ministerie van Economische Zaken